Hoe het vernieuwde Juventus in één dag uit het diepste dal naar de hoogste toppen zweefde.

‘Het is gemakkelijk naar het stadion te komen en te applaudisseren wanneer alles goed gaat’, liet Juventusverdediger Leonardo Bonucci vorige zondag op zijn Facebookpagina verschijnen. Een dag eerder behaalde Juventus zijn eerste competitiepunt in drie wedstrijden, thuis tegen het bescheiden Chievo, dat in feite recht had op een overwinning. Nog voor de rust ging het thuispubliek in het Juventus Stadium de eigen ploeg uitfluiten.

Na vier opeenvolgende kampioenschappen én een CL-finale ligt de lat hoog bij Juventus, dat zich amper kon herinneren wanneer het nog eens met één op negen startte. In 1962 gebeurde dat voor het laatst. Dat met Pirlo, Tevez en Vidal een stuk kwaliteit én scorend vermogen verdween, mag geen excuus zijn bij een club waar de enige filosofie is: altijd alles winnen. Uiteindelijk viel ook nog eens Marchisio voor een maand uit,de clubman die Pirlo vervangt als motor van het team maar de voorbije weken nog amper een schim was van zijn beste zelf. Maar in moeilijke momenten tonen toppers zich, ook al hadden van de nieuwe spelers er vijf geen Champions League-ervaring en twee andere (Cuadrado en Lemina) minder dan vijf matchen. Na de uitzege bij Manchester City veranderde het gefluit richting Juvespelers in gejubel, ook al verhuisde topaankoop Dybala (32 miljoen, ex-Palermo) naar de bank.

Een van de uitblinkers was doelman Buffon,de enige die ook in de competitie zijn niveau haalde en die dinsdag in zijn 89e CL-wedstrijd opnieuw sterk keepte achter zijn ervaren muur met Bonucci, Chiellini, Barzagli en Evra,met 97 CL-wedstrijden de recordhouder bij Juve. Op het middenveld toonde Pogba opnieuw waarom hij een van de meest gegeerde spelers op de markt is en waarom City hem een maand geleden nog wilde halen voor 60 miljoen plus Yaya Touré. Voorin op de linkerflank bevestigde Morata zijn goeie prestaties én zijn scorend vermogen. Diep in de spits liet ook Mandzukic zien waarom Juve afgelopen zomer 18 miljoen euro aan Atlético Madrid betaalde. Tot opluchting van Massimo Allegri – die al vreesde voor een nieuw Milanscenario, waar hij een jaar na de titel ontslagen werd – zag Juventus ook een goeie nieuwe verbindingsman tussen verdediging en aanval. De Braziliaan Hernanes (30) die voor 11 miljoen van Inter werd overgenomen, speelde als een trequartista met defensieve kwaliteiten in een team dat voor het eerst dit seizoen in een 4-3-3 aantrad. Een nieuwe Pirlo is Hernanes nog niet, een nieuwe dirigent kan hij wel worden. Een dirigent van een nieuw team dat voor het eerst dit seizoen eendrachtig en op wilskracht voetbalde en toonde dat het weleens géén overgangsseizoen zou kunnen worden als het de lijn van de CL doortrekt.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content