‘RAAK JE AAN ÉÉN RODE DUIVEL, DAN RAAK JE OOK AAN MIJ’

© BELGAIMAGE

Het jaar 2016 kan niet meer stuk voor Christian Kabasele. De 25-jarige verdediger werd vanuit het niets voor het EK opgevorderd, versierde een transfer naar de Premier League en speelde twee weken geleden tegen Nederland zijn eerste wedstrijd voor België.

Christian Kabasele maakt sinds een aantal maanden deel uit van de Engelse happy few. Zijn stulpje ligt niet toevallig in Hadley Wood, in de groene gordel van Londen, pal in de corridor of wealth, waar de Engelse hoofdstad geruisloos overgaat in het platteland van het graafschap Hertfordshire. Het stadje is immens populair onder de celebrity’s en Premier Leaguevoetballers van Tottenham en Arsenal. In het verleden hadden Ashley Cole, Edgar Davids, Robbie Keane, Luka Modric, Tomas Rosicky en Rafael van der Vaart hier hun stek. Verder ook wijlen Amy Winehouse en zanger Paul Young. ‘Theo Walcott woont bij mij in de buurt. Hem kom ik vaak tegen op de snelweg’, vertelt Christian Kabasele. ‘Toby Alderweireld heeft een huis op vijf minuten van mijn deur, maar we zijn elkaar nog niet tegengekomen. Het gebeurt zelden dat ik andere voetballers tegen het lijf loop.’

Vanuit zijn super suburb is het voor Kabasele zo’n twintig minuten bollen richting het trainingscentrum van Watford in London Colney. Een paar honderd meter verderop ligt het zwaarbewaakte oefencomplex van Arsenal. Voorlopig waagt hij zich niet aan een beleefdheidsbezoek aan zijn Premier Leaguecollega’s uit Noord-Londen. ‘De twee complexen zijn helemaal van de buitenwereld afgesloten. De oefenvelden liggen pal naast elkaar, maar een lange rij bomen belemmert het zicht. Het komt erop neer dat we elkaar niet kunnen begluren tijdens de trainingen.’

Hoe zou je je eerste maanden bij Watford omschrijven?

CHRISTIAN KABASELE: ‘Leerrijk. Ik heb moeten wennen aan een nieuwe omgeving, een nieuw systeem en de manier van werken van Walter Mazzarri, een typische Italiaanse trainer die op tactisch vlak veeleisend is voor zijn spelers. Alleen dat bankzitten moet ik nog gewoon worden… Bij Genk hadden Sébastien Dewaest en ik enkel concurrentie van een jonge belofte. Hier zijn mijn concurrenten allemaal internationals.’

Een tijdje geleden zat je zelfs in de tribune.

KABASELE: ‘Op zulke momenten voel je je echt overbodig. Maar als je er rationeel over nadenkt, weet je dat de trainer maar achttien spelers kan oproepen. Wanneer de ploeg op verplaatsing speelde, zat ik dus in mijn salon naar de match te kijken. Je hebt spelers die dan hopen dat hun concurrent twee keer in de fout gaat en dat de ploeg verliest, maar ik zat oprecht in met het resultaat. Op maandag dacht ik: gedraag je alsof je er in het weekend bij was. Ik verplichtte mij om zoveel mogelijk betrokkenheid te tonen, anders ga je mentaal de dieperik in. Pas op: ik wil mijn situatie niet dramatiseren. Ik heb een contract van vijf jaar getekend en we zijn slechts vier maanden ver. Over anderhalve maand gaat de transfermarkt open en tegen dan zal ik een balans kunnen maken van mijn eerste halve seizoen in Engeland.’

Maar een voetballer wil spelen. Jij moet het tot nu toe stellen met een uur competitievoetbal en 120 minuten in de beker.

KABASELE: ‘Ik had pech: ik startte twee keer in de basis en we verloren twee keer. Tegen Arsenal staan we bij de rust 3-0 achter. Om tactische redenen voert de trainer een wissel door en de keuze valt op mij. Mazzarri kon het niet maken om een van zijn ervaren mannen te wisselen. Uit de videoanalyse achteraf bleek dat ik niet betrokken was bij de tegendoelpunten. Maar zo’n match blijft wel hangen bij een trainer, het zal hem zeker niet hebben aangespoord om mij de match daarna opnieuw op te stellen.’

Vorig seizoen heb je geen minuut gemist bij Genk in de competitie. Wat doe je nu om in vorm te blijven?

KABASELE: ‘Op mijn vrije dag – meestal de dag na de match – train ik individueel bij op de club. Conditioneel werk, oefeningen met de bal en dat soort dingen. Dat is hier de normaalste zaak van de wereld. Je kunt van de spelers uit de Premier League veel zeggen, maar ze zijn wel met hun vak bezig. In elk geval meer dan in België. Op Genk was het: zo snel mogelijk douchen en naar huis. Belgische clubs moeten de spelers zover krijgen dat ze op eigen initiatief extra trainen. De competitie zou er enkel op vooruitgaan.’

FLUITEN OP PROTO

Had je na twee jaar eerste klasse de indruk dat je het allemaal gezien had in België?

KABASELE: ‘Ik heb mijn intuïtie gevolgd. Na twee prima seizoenen bij Genk was ik toe aan een volgende stap. In België is dat Anderlecht of Club Brugge. Als die twee ploegen niet komen, dan is de enige logische bestemming het buitenland. Eigenlijk had ik schrik van het jaar te veel bij Genk. Wie kon mij garanderen dat clubs die toen interesse hadden een jaar zouden wachten? De trein komt meestal één keer voorbij en dan moet je zorgen dat je erop springt. Watford kwam dus op het ideale moment. Stel je voor: drie jaar geleden was ik een anonieme aanvaller in de Belgische tweede klasse, nu zit ik in de Premier League.’

Heb je contact gehad met een Belgische club?

KABASELE: ‘Niet rechtstreeks. Ik was trouwens onhaalbaar geworden voor een Belgische club, Genk had de lat zo hoog gelegd dat niemand aan de vraagprijs had kunnen voldoen.’

Wat met Standard? Je hebt hen niet vernoemd als club waar je een stap voorwaarts had kunnen zetten.

KABASELE: ‘Standard blijft een topclub, maar het heeft sinds de laatste titel in 2009 een serieuze achterstand opgelopen op Anderlecht, Brugge en Gent. Wat voor zin heeft het om naar een club te gaan van hetzelfde niveau als Genk? Vanwege de rivaliteit is het ook niet gebruikelijk om van Genk naar Standard te trekken. Als gastje uit Chênée, een gemeente op tien minuten van Luik, ben ik nochtans altijd fan geweest van Standard. Natuurlijk droom je dan om dat shirt te dragen. Met de jaren is mijn liefde voor Standard verdwenen.’

Je hebt dus als supporter de topjaren van Standard meegemaakt?

KABASELE: ‘Ik zat in het stadion toen Standard in 2008 na 25 jaar de titel pakte. Ik was die dag niet van plan om het veld op te lopen, maar ik heb het uiteindelijk toch gedaan. Het was sterker dan mezelf.’

Wie waren jouw idolen destijds?

KABASELE: ‘Ik had het voor Igor De Camargo, mijn ploegmaat vorig seizoen bij Genk. Maar ik was ook niet ongevoelig voor de kunstjes van Witsel, Defour, Dante… Dat was een uitzonderlijke generatie. Wellicht zal Standard nooit meer zo’n ploeg op de been kunnen brengen.’

Was je in 2006 een van die snotneuzen die Dominique D’Onofrio met graszoden heeft bekogeld?

KABASELE: ‘Neen, ik kon toen niet naar de match gaan. Maar als vaste klant in de T3, waar de harde kern plaatsneemt, heb ik Silvio Proto met de meest originele scheldwoorden bedacht. (lacht) Het gekke is dat ik met Genk werd uitgefloten door dezelfde supporters met wie ik jaren geleden stond te zingen… En plots sta je dan tegenover Defour, een speler die je als tiener verafgood hebt. Een speling van het lot zeker? Ik heb nooit aan Defour gezegd dat ik vroeger fan was van hem. Bij deze is dat rechtgezet.’

ZIEL GERAAKT

Je hebt er vijf maanden op moeten wachten, maar tegen Nederland heb je eindelijk je eerste wedstrijd gespeeld voor België.

KABASELE: ‘Op zich verandert de wedstrijd tegen Nederland niet veel: ik heb nog steeds het statuut van invaller. Zolang ik niet vijftien keer na elkaar word opgeroepen, zal ik niet op mijn gemak zijn bij de bekendmaking van een selectie.’

De blessuregevoeligheid van Thomas Vermaelen en Vincent Kompany speelt wel in jouw voordeel.

KABASELE: ‘Ik heb begrepen dat Roberto Martínez kansen wil geven aan enkele jongeren, ongeacht wie er door blessures ontbreekt. Gezien het gebrek aan speelminuten bij Watford had de bondscoach mij probleemloos thuis kunnen laten. Ik heb hem weten te overtuigen tijdens de trainingen. Op dit niveau krijg je geen cadeaus, hoor. Martínez roept mij niet op om mij een plezier te doen, hij denkt dat ik een meerwaarde kan zijn voor de ploeg.’

De vorige bondscoach had misschien wel twijfels over jou. In de kwartfinales van het EK tegen Wales gaf hij de voorkeur aan Jason Denayer.

KABASELE: ‘Laat mij eerst dit zeggen: ik moet Marc Wilmots eeuwig dankbaar zijn. Neemt hij mij niet mee naar het EK, dan ben ik er vandaag wellicht ook niet bij. Maar het klopt dat ik in de dagen voor de match tegen Wales dacht dat ik mijn kans zou krijgen. Maar hij heeft toen voor Jason gekozen.’

Na de uitschakeling tegen Wales werd Denayer overladen met kritiek. Heb je toen niet gedacht: gelukkig stond ik niet op het veld?

KABASELE: ‘Neen, zelfs na de match voelde ik mij alles behalve een gelukzak. Maar de manier waarop Denayer en Jordan Lukaku zijn aangepakt… De media zochten een paar zondebokken en dan zijn twee jonge gasten die hun eerste grote wedstrijd spelen een makkelijk prooi. Ik voelde mij ook persoonlijk geviseerd door de kritiek op de verdediging. Raak je aan een van mijn ploegmaats, dan trap je ook op mijn ziel. Alleen iemand met een groot ego zou zich niet aangesproken voelen.’

Nadien zei je: we hebben het EK verkloot. Was dat niet te zwaar uitgedrukt?

KABASELE: ‘Dat is het eerste woord dat mij te binnen schoot na de uitschakeling. Hoe vaak krijg ja als klein voetballand de kans om een EK te winnen? Hoe vaak gebeurt het dat je tot de finale een vrije doorgang krijgt op je tabelhelft? Oké, we hebben een uiterst talentvolle lichting, maar de volgende keer moeten we misschien voorbij Italië, Spanje en Duitsland om het toernooi te winnen.’

REIS ANNULEREN

Je eerste cap voor België betekent dat je niet meer voor Congo kunt uitkomen.

KABASELE: ‘Ik liep sowieso niet warm voor Congo. Ik besef dat de concurrentie bij de Rode Duivels bikkelhard is, maar ik ben geen opportunist die een land inruilt voor een ander omdat ik niet speel.’

Heeft Congo je gebeld?

KABASELE: ‘Na mijn eerste halfjaar bij Genk heb ik bondscoach Florent Ibenge een eerste keer aan de lijn gehad. Hij wilde mij meenemen naar de Afrika Cup. Ik heb geweigerd omdat ik geen impulsieve beslissing wilde nemen. De bondscoach is mij daarna om de zoveel tijd blijven bellen om te weten of ik al een besluit had genomen. Telkens herhaalde ik hetzelfde refrein: ik wilde zien hoe de situatie bij mijn club zou evolueren. De voetbalbond heeft zelfs Chancel Mbemba ingeschakeld als tussenpersoon om mij te overtuigen voor Congo te kiezen. Na een gesprek had Chancel snel door dat ik mijn zinnen had gezet op de Rode Duivels.’

Romelu Lukaku is een heuse vedette in Congo. Hoe populair ben jij in je geboorteland?

KABASELE: ‘Ik heb vernomen dat ik niet erg geapprecieerd word omdat ik België heb verkozen boven Congo. Veel supporters – of wat ervoor moet doorgaan – hebben mij via sociale media beschimpt voor die keuze. Herinner je nog die apengeluiden die ik vorig seizoen moest incasseren op Kortrijk? Een Congolese fan schreef mij letterlijk: ‘Je krijgt wat je verdient, je had maar voor ons moeten kiezen.’ Ik vind het beschamend dat mensen zo reageren.’

Verandert dat iets aan je opinie over Congo?

KABASELE: ‘Ik ben in Lubumbashi geboren. Mijn zus, grootouders, tantes en nonkels wonen er nog. Ik heb Congo in mijn bloed zitten. In dat land liggen mijn roots en dat zal altijd zo blijven. België is mijn adoptieland. Laten we zeggen dat mijn band met beide landen anders is. In juni zou ik voor het eerst terugkeren naar Congo, maar door mijn selectie voor het EK heb ik die reis moeten annuleren.’

Mogen we zeggen dat je je carrière te danken hebt aan Mogi Bayat? Hij regelde jouw transfer van Eupen naar Genk. Vervolgens bracht hij jou ook naar Watford.

KABASELE: (speelt de vermoorde onschuld) ‘Geen flauw idee wie Mogi is… Ik weet niet precies hoe hij mij ontdekt heeft – ik veronderstel via Yuri Selak, die in zijn vroegere functie als makelaar vaak op Eupen kwam. Zonder dat telefoontje van Mogi twee jaar geleden had mijn leven er nu helemaal anders uitgezien. Normaal werkt hij niet met spelers uit tweede klasse en toch kwam hij met een concreet voorstel van Genk over de brug. Ik was toch even van slag.’

Over Bayat doen allerlei wilde verhalen de ronde, maar de meeste topspelers in België willen met hem samenwerken. Wat is zijn geheim?

KABASELE: ‘Hij opent deuren die voor anderen gesloten blijven en hij onderhoudt goede relaties met de topclubs in België. De kwakkels die je hoort, komen van makelaars die jaloers zijn op zijn succes. Zet je even in de plaats van die makelaars: Mogi is bij elke toptransfer in België betrokken en zij moeten dus harken voor wat kleingeld. Ik kan mij voorstellen dat zijn tegenstanders een deel van de markt willen recupereren.’

Het is toch geen toeval dat Mogi Oulare, Okaka en jou bij Watford heeft geparkeerd?

KABASELE: ‘Alle voetballers kennen de spelregels. Soms moet je het spelletje meespelen, soms pas je beter. Ik heb met makelaars gesproken die zogezegd bevriend zijn met grote trainers of een bevoorrechte relatie hebben met een Europese topclub. Er was sprake van Duitsland en Engeland en ik had een deal kunnen sluiten die financieel veel aantrekkelijker was dan Watford. Sommigen zullen denken: Christian is niet slim, hij zou meer geld kunnen verdienen door zoals de overgrote meerderheid van de spelers te handelen. Maar ik volg een bepaalde gedragslijn en ik wil daar niet van afwijken. Op het einde van de dag wil ik mezelf in de spiegel kunnen aankijken.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘De volgende keer moeten we misschien voorbij Italië, Spanje en Duitsland om het toernooi te winnen.’ – CHRISTIAN KABASELE

‘In Congo wordt het niet echt geapprecieerd dat ik voor België heb gekozen.’ – CHRISTIAN KABASELE

‘Als Anderlecht en Club Brugge zich niet melden, dan is de enige logische bestemming het buitenland.’ – CHRISTIAN KABASELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content