De minister van Binnenlandse Zaken, Patrick Dewael (VLD), wil de racistische en kwetsende spreekkoren in onze stadions hard aanpakken. ‘Er zullen pv’s worden uitgedeeld. Het heeft te lang geduurd voor men een aantal voorbeelden heeft gesteld.’

Begin januari valt er bij de Belgische voetbalclubs een laat nieuwjaarsgeschenkje in de bus : een omzendbrief van minister Dewael met daarin tal van richtlijnen om racistische en kwetsende spreekkoren in het voetbal aan banden te leggen. De tolerantiegrens ligt voortaan bijzonder laag. Wie aanzet tot discriminatie, haat of geweld jegens personen of groepen omwille van ras, huidskleur en afkomst, maar ook omwille van seksuele geaardheid, handicap of gezondheidstoestand, kan daarvoor gestraft worden. Dit geldt niet alleen voor spreekkoren, maar ook voor symbolen, vlaggen en spandoeken.

De omzendbrief beoogt een combinatie van preventie en repressie en wil met alle actoren tot een stappenplan komen. Aan de clubs wordt bijvoorbeeld gevraagd om via de fancoaches de nodige afspraken te maken met de supporters, maar ook om met stewards en veiligheidsverantwoordelijken actief op zoek te gaan naar de aanstokers van racistische spreekkoren. Die kunnen een sanctie krijgen van de club zelf, maar er kan ook een pv opgesteld worden door de politie, waarna de voetbalcel van Binnenlandse Zaken een stadionverbod en/of een geldboete oplegt.

Indien de politiediensten van mening zijn dat de clubs niet genoeg maatregelen nemen tegen racisme en discriminatie, kunnen zij ook de club verbaliseren. De omzendbrief bevat verder gedetailleerde richtlijnen voor de scheidsrechters, die de match kunnen stilleggen of zelfs staken en vraagt aan de Belgische voetbalbond om de toepassing van artikel 55 van de disciplinaire code van de FIFA. Dat artikel staat nu al in het bondsreglement en laat toe dat clubs waarvan de supporters zich misdragen beboet worden, voor een leeg stadion moeten spelen of punten kwijtraken. De boodschap is duidelijk : de voetbalwereld mag niet langer op een eilandje zitten.

In Standard bracht men een tijdje geleden met de leiders van de supportersclubs een bezoek aan Auschwitz. Passen zulke initiatieven in uw filosofie ?

Patrick Dewael : “Ik vind alle initiatieven die de clubs hiervoor ondernemen, goed. Clubs moeten niet alleen organiseren, ze hebben ook een veel bredere en ruimere maatschappelijke opdracht te vervullen. In sommige clubs is dat zeer goed ingevuld : Genk werkt bijvoorbeeld veel rond multiculturaliteit. Het voetbal draagt daar bij tot het verstevigen van de sociale cohesie in de wijken. Er gaat dus een zeker educatieve opdracht vanuit, al is het natuurlijk niet de taak van de voetbalclub om jonge mensen op te voeden. Daar moet je terugvallen op de bredere opvoedkundige taak van het onderwijs.”

Zijn de clubs voldoende geïnteresseerd in die maatschappelijke opdracht ?

“Toen we het Fair Play Fonds lanceerden waarbij clubs financiële steun kunnen krijgen voor initiatieven die de veiligheid in het stadion verbeteren, heeft maar de helft een project ingediend. Terwijl ze wel vaak zeggen : ‘wij kunnen dat niet, we missen de middelen’. Ik heb de 100.000 euro die werd vrijgemaakt voor dat fonds, zelfs niet volledig kunnen uitgeven. Hetzelfde met het project waarin ik iedere club een startbaner wou aanbieden die dan iets moest doen in het kader van het veiligheidsbeleid : ook daar waren in een eerste fase amper de helft van de clubs geïnteresseerd.”

Waarom reageren clubs zo lauw op dit soort sociale projecten ?

“Omdat het hun prioriteit niet is. We moeten constant op dezelfde nagel blijven kloppen. Voor de voetbalwet tot stand kwam, was veiligheid ook geen prioriteit bij de clubs. Men vond dat de verantwoordelijkheid van de overheid. Met de toepassing van de voetbalwet hebben wij altijd gezegd : wij zullen meer verbaliseren, maar de clubs moeten ook werken aan veiligheid. Nu we de fysieke agressie zien afnemen, worden die racistische spreekkoren meer en meer een probleem. Racisme is echter geen prioriteit voor de clubs.”

Sociologen stellen vast dat racisme in het voetbal nogal eens genormaliseerd wordt : het is allemaal zo erg niet.

“Ja, dat is in zekere zin zo. Racisme is in onze samenleving spijtig genoeg aanwezig, alleen komt het niet altijd tot uiting. Maar als je naar een voetbalwedstrijd gaat kijken, dan werkt dat een beetje als een katalysator. Voor veel mensen is het een manier om zich eens goed te kunnen uitleven en dat is op zich heel gezond. Heel wat mensen van wie ik het nooit zou gedacht hebben in het professionele leven, zie je in het voetbal compleet uit de bol gaan. Ik vind dat mooi. Als je dat met het voetbal kan verspreiden, en je kan daar mensen van alle lagen en geledingen van de bevolking bij betrekken, dan is dat een ongelooflijke bron van mogelijkheden om de cohesie in de samenleving te bevorderen. Helaas slaat het soms ook over in negativisme. Dat wordt dan afgereageerd op scheidsrechters, of de spelers van de andere club. Dat heeft op zich ook altijd bestaan, maar als dat nu gebeurt met racistische ondertoon, dan is dat mensonterend en dus onaanvaardbaar.”

Gestoord gedrag

Naast de pure racistische spreekkoren hoor je ook bijzonder veel kwetsende spreekkoren in het stadion. Zijn die voor u even onaanvaardbaar ?

“Vanaf het moment dat er een misdrijf is, moet je optreden. Racisme, xenofobie, alles wat ingaat tegen de gelijkwaardigheid van mensen : dat mag je niet tolereren. Iemand uitmaken omwille van geaardheid vind ik ook niet kunnen. We willen daar geen onderscheid in maken.”

In de omzendbrief wordt de tolerantiegrens – terecht – zeer laag gelegd, maar indien je deze richtlijn heel strikt toepast, moet je bij iedere match in elk stadion pv’s uitdelen.

“Natuurlijk los je dit probleem niet op met een repressieve aanpak alleen, maar er zullen een aantal pv’s worden uitgedeeld. Het heeft te lang geduurd voor men een aantal voorbeelden heeft gesteld. Omdat iedereen denkt : dat is ons probleem niet. Terwijl onderzoek uitwijst dat een groot deel van de mensen die spreekkoren wel degelijk een probleem vindt.

“Door een aantal voorbeelden te stellen, zullen we mensen tot nadenken stemmen. Mochten clubs gestraft worden met wedstrijden achter gesloten deuren of aftrek van punten, dan zullen goedmenende supporters sociale controle uitoefenen op die kleine groep amokmakers. Ik maak mij echter geen illusies : er zijn harde kernen die altijd zullen proberen om hun gestoord gedrag af te reageren tijdens een voetbalmatch. Dat neemt niet weg dat je door de nultolerantie te hanteren, samen met de maatschappelijke en preventieve projecten die we al genoemd hebben, resultaten kan boeken. We mogen de armen niet laten hangen omdat we het niet helemaal kunnen uitroeien.”

Onderzoek wijst uit dat het in de lagere afdelingen en in het jeugdvoetbal heel erg gesteld is : racisme en kwetsende uitlatingen zijn er schering en inslag. Wat kan daar gebeuren ?

“Daar moeten we dezelfde maatregelen nemen. We moeten ervoor zorgen dat wat we prediken voor de hogere afdelingen, ook in de lagere afdelingen wordt doorgevoerd.”

Uw omzendbrief bevat een uitgebreid stappenplan om racisme in de stadions te bestrijden, maar dat vraagt wel een zekere structuur. Clubs in de hogere afdelingen hebben veiligheidscoördinatoren en stewards, lagere afdelingen beschikken meestal niet over die mogelijkheden.

“Niet alles van de omzendbrief kan daar worden toegepast, maar een groot deel wel. Uiteraard kan je niet op iedere wedstrijd van de lagere afdelingen politie voorzien, maar daar ligt een grote verantwoordelijkheid bij de scheidsrechters. De voetbalbond heeft daar via de scheidsrechters een zeer belangrijke rol te spelen.”

Met andere woorden : de scheidsrechters moeten beter opgeleid worden.

“De voetbalbond heeft al sinds 2003 richtlijnen voor de scheidsrechters, maar die worden niet altijd toegepast, zeker niet in de lagere reeksen. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding wil graag vorming geven aan scheidsrechters, maar ik vond het nogal hallucinant om te vernemen dat de scheidsrechtersbond daar eerst geen oren naar had. Het heeft nogal wat tijd en moeite gekost om een afspraak te krijgen, en vervolgens kregen de mensen van het Centrum een kwartier om hun project uit de doeken te doen. Dat toont aan dat men er geen prioriteit van maakt.

“Ook de reactie van mijnheer Philips van de Profliga vond ik niet bemoedigend. Hij zegt : ‘We kunnen dat racisme niet vaststellen, we zijn geen parket.’ Terwijl uit de omzendbrief duidelijk blijkt dat de vaststellingen kunnen gebeuren door de bond en door scheidsrechters – de vierde scheidsrechter bijvoorbeeld – maar ook door mensen van de voetbalcel of politiemensen. Er is cameratoezicht, die beelden kunnen gebruikt worden. Stewards kunnen zaken doorgeven aan de politie. Het is een keten die, als alle onderdelen werken, het wel degelijk mogelijk maakt om op te treden tegen racisme. Ook in de lagere afdelingen. Men moet er alleen een prioriteit van willen maken.”

Stok achter de deur

Krijgt u genoeg steun van de voetbalbond ?

“We hebben een zeer positief gesprek gehad met de voorzitter, mijnheer De Keersmaecker. Hij zei me wel meteen dat de campagne ‘Hang de aap niet uit’ een beetje het tegenovergesteld effect had. Als dat zo is, dan is dat zeker een reden om er verder op door te gaan. Als een positieve en speelse campagne het omgekeerde effect ressorteert, heb je te maken met een groep waar preventieve maatregelen niet baten. Dan moet je iets anders gaan doen en die mogelijkheid heb je met de voetbalwet. We hebben zo het fysieke geweld uit de stadions gekregen, waarom zou het dan niet lukken met racisme ? Het komt erop neer dat je een zekere uniformiteit moet creëren in de manier van optreden, en daar ben ik nogal optimistisch, de negatieve reacties van een aantal scheidsrechters en mijnheer Philips ten spijt. Ik heb ook veel positieve reacties gekregen. Er is wel degelijk een breed maatschappelijk en politiek draagvlak voor de omzendbrief. Het is ook zeker niet zo dat wij overdrijven. In landen als Nederland en Duitsland wordt er ook hard gewerkt rond racisme in de stadions.”

Kan u de voetbalbond dwingen om meer te ondernemen ?

“Als er geen medewerking zou komen van de voetbalbond – maar daar is op dit ogenblik geen aanleiding toe – dan hebben we nog een stok achter de deur. We verwijzen in de omzendbrief naar artikel 55 van de disciplinaire code van de FIFA, dat nu in het bondsreglement is opgenomen, en we vragen ook aan de voetbalbond om dat reglement toe te passen. Het is een publiek geheim dat de FIFA nogal kritisch toekijkt op onze bond omdat ze vinden dat er hier in België, zeker in vergelijking met andere landen, toch wel wat meer zou mogen gebeuren. Ik verwacht me er niet aan, maar mocht men zijn schouders blijven ophalen, dan kunnen we altijd de assistentie van UEFA of FIFA vragen om die strijd mee te voeren.”

Hoeveel sancties werden er door de voetbalcel al opgelegd voor racistische incidenten ?

“Gemiddeld zijn er vijf pv’s per seizoen voor racisme. Dat is niet erg veel, daarom ook de omzendbrief. We hébben hier de sanctiemogelijkheden, maar we moeten natuurlijk wel pv’s krijgen. Wat de straffen betreft, kan ik u melden dat die niet mild zijn. De laatste sanctie die we hebben getroffen was negen maanden stadionverbod en een boete van vijfhonderd euro. Dat ging trouwens om een supporter van Germinal Beerschot die de Hitlergroet gebracht had.”

Stadionverbod

Zijn stewards en politiediensten voldoende opgeleid om racisme in de stadions te bestrijden ?

“Sinds drie jaar is er een conventie tussen het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en Binnenlandse Zaken, waarbij wij een vormingsmodule hebben uitgewerkt voor alle politiemensen die bezig zijn met voetbal, alle spotters (politiemensen in burger, nvdr), alle veiligheidsverantwoordelijken, alle stewards en daarnaast ook een expertmodule voor stewards. Vaak beginnen de problemen in het stadion in één welbepaald vak en daar worden die ‘experten’ dan ingezet. In gans de keten heeft iedereen de opleiding gekregen : wat is racisme ? Wat kan je ertegen doen, preventief en repressief ? Wat zijn daar de gevolgen van ? We wachten nu alleen nog op toestemming om een uitgebreide vormingsmodule te geven aan de scheidsrechters.”

Wat het optreden van de politie tegen spreekkoren betreft, is er toch nog een groot verschil in tolerantie tussen de verschillende korpsen.

“Ik sluit niet uit dat er in sommige zones een tandje moet worden bijgestoken, maar mijn ambitie blijft om in België een systeem te zien groeien waar de clubs inzake veiligheid zo veel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De politiefactuur is de laatste jaren drastisch afgenomen. We zitten voor het seizoen 2005/06 op 3,75 miljoen euro, dat is een daling van 25 procent ten opzichte van het seizoen 2003/04 en het laagste cijfer sinds 1991/92. Volgens de statistieken zijn de geweldfeiten het afgelopen jaar licht toegenomen, maar dat komt doordat we veel meer verbaliseren. (haalt cijfers erbij) Kijk, het afgelopen jaar legden we 977 stadionverboden op en 484.175 euro aan boetes. Vorig jaar waren dat nog 600 stadionverboden en 277.675 euro aan boetes. Dat betekent niet dat er meer misdrijven zijn, wél dat we strenger optreden.”

Welke acties verwacht u de komende maanden van de Belgische voetbalclubs ?

“Wij nodigen hen uit om een stappenplan op te stellen. Bij een aantal clubs, waar we het gevoel hebben dat er een extra inspanning kan geleverd worden, zullen wij helpen bij het opstellen van dat stappenplan. We doen regelmatig rondetafels met de clubs, maar in het voorjaar zullen we de veiligheidsverantwoordelijken en de supportersverenigingen apart horen over de problematiek. Zodra iedereen de tijd heeft gekregen de aanbevelingen in de omzendbrief uit te voeren, gaan we elkaar nog eens diep in de ogen kijken. We moeten de mentaliteit veranderen, en dat is een van de moeilijkste dingen die er bestaan.”

LOES GEUENS EN PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content