“Racisme ? Daar hebben we in Genk de afgelopen vijftien jaar geen last van gehad”, zo klinkt het eensgezind bij veiligheidsverantwoordelijke Gaston Heleven en politiecommissaris Frank Mulleners. En dat zonder dat er ooit specifiek rond het thema racisme werd gewerkt.

Het geheime recept ? Allereerst is de club ingeplant in een multiculturele omgeving en dat weerspiegelt zich in het stadion, zegt Gaston Heleven. “Al sinds de fusie tussen Winterslag en Waterschei achttien jaar geleden is een groot deel van onze supporters van vreemde origine. Historisch gezien zijn wij een mijnstreek, we hebben dertig, veertig nationaliteiten die zich hier de voorbije jaren zijn komen vestigen en die langzaam deel geworden zijn van de bevolking. Aan die integratie is lang gewerkt, zowel op het stedelijke als op het lokale vlak en in het verenigingsleven.”

KRC Genk neemt hierin zijn verantwoordelijkheid en ontwikkelde tal van sociaal-maatschappelijke initiatieven. Heleven : “We hebben een adviesraad waarin de buurt vertegenwoordigd is en proberen de lokale bevolking zoveel mogelijk in te schakelen in de werking van de club. Als je onze medewerkers ziet, dan bestaat die groep uit een groot aantal allochtonen. We hebben nu ook een project van community managing, gefinancierd door Binnenlandse Zaken, de stad Genk en de club. In die toekomstige community-projecten zal KRC zich vooral richten op kansarme jongeren en jongeren met leer- en andere problemen. We willen hen op de goede weg helpen door hen op een of andere wijze te betrekken bij de clubwerking, eventueel in samenwerking met de scholen en de openbare diensten zoals het OCMW.”

Een derde pijler in het beleid van Genk zijn de nauwe contacten met de supportersgroepen. “Als club moet je daar voortdurend mee bezig zijn”, zegt Gaston Heleven. “Wij kennen al onze supporters en hun groeperingen. Er is een protocol opgesteld, wij zitten geregeld met hen aan tafel en proberen hen te ondersteunen in de acties die ze doen. Langs de andere kant verwachten wij van hen dat ze zich bewegen binnen bepaalde lijnen. Door die werkwijze sturen de supporters elkaar zelf bij. We merken bijvoorbeeld dat extreme mensen door de supportersgroepen zelf tot de orde worden geroepen en indien nodig in stilte worden verwijderd.”

Frank Mulleners waarschuwt wel meteen dat deze manier van werken niet zomaar kan overgeheveld worden naar iedere club. “Hier is de situatie overzichtelijk. Wij zijn een provinciale club met een imago van een familieclub, veel mensen kennen elkaar en sturen elkaar. In de grote steden is de anonimiteit veel groter en is het veel moeilijker om die supportersgroepen aan te spreken. Wat niet wil zeggen dat het onmogelijk is.”

Door de goede verstandhouding tussen club en supporters kunnen stewards tijdens wedstrijden ook makkelijker ingrijpen als het mis gaat. Gaston Heleven : “Onze stewards zijn naar gelang van hun vaardigheden in de zachtere of hardere kernen ingeschakeld en kunnen het gedrag van de supporters sturen. Vaak komen zij ook uit die milieus, diegenen die vroeger de hardere supporters waren, zijn nu de beste stewards omdat er een wederzijds respect is. Zij kennen hun achterban.”

Maar als het echt nodig is, wordt er keihard opgetreden, zegt Gaston Heleven. “Je kan heel veel preventief werken, maar eens een bepaalde grens wordt overschreden, is er geen weg terug. Dan moet je heel hard optreden. De voetbalwet is daarvoor een zeer goed instrument, maar je moet hem willen toepassen.” Frank Mulleners vult aan : “Wij zitten met heel wat stadionverboden, maar dat komt omdat wij weinig tolereren van onze supporters. Dat is een politiek die wij al tien, vijftien jaar toepassen, ook toen de voetbalwet er nog niet was. Daar is het echt een kwestie van de greep niet te lossen, van de wet voortdurend en consequent te blijven toepassen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content