Ze zijn elk een helft van een tweeling. Alle twee koppig, met Antwerps lef en bezeten door het spelletje. De ene speelt bij Cagliari in Italië, de andere bij Beerschot. ‘Er is één iets waar Radja niet tegen kan: als ik me niet honderd procent geef.’

Het zijn vechters, de Nainggolans. Broer Radja, de kuitenbijter op het middenveld, speelt dit seizoen opnieuw bij Cagliari. Niet alleen voor de rossoblu, maar ook voor een transfer, voor een plek bij de Rode Duivels, en ook wel voor de erkenning die hij in Italië en Indonesië wél krijgt en in ons land nog steeds mist. Bij tweelingzus Riana – een vat vol energie met Antwerpse tongval – is die vechtlust letterlijk te nemen: “Naast het voetbal heb ik drie jaar aan thaiboksen en zes jaar aan taekwondo gedaan. Ik deed het supergraag, maar ben ermee moeten stoppen omdat het te gevaarlijk werd voor mijn voetbaltoekomst.” Vechters zijn ze alle twee ook op de groene mat. “Het eerste fluitsignaal werkt bij ons als een rode vod op een stier. Vanaf dan telt nog maar één ding: winnen. Daarom spelen we ook altijd in dezelfde ploeg. Anders komt er achteraf gegarandeerd drama van.”

Voetballende tweeling

Riana Nainggolan: “De voetballende tweeling, zo kende iedereen ons in de buurt. We zijn opgegroeid op Linkeroever, waar het vol zat met kleine voetballertjes. Er was een klein afgebakend pleintje waar we elke dag te vinden waren. Voetbal, voetbal, voetbal was het, dag in dag uit. Ik speelde altijd mee, als meisje, en iedereen vond dat normaal. We zijn alle twee heel vroeg begonnen bij Tubantia Borgerhout, Radja op zijn vierde, ik op mijn vijfde. Het voetbal zit bij ons in de genen. Onze vader speelde ook en onze grootvader heeft nog bij Lierse gevoetbald. Als we een trucje konden leren, waren we er ook altijd heel snel mee weg. Deze zomer hebben we nog eens samengespeeld in Italië, met enkele vrienden van Radja. Robert Acquafresca, de Italiaanse spits, was er ook bij. Er is één iets waar Radja zich altijd over opwindt: dat ik me soms inhoud. Ik wil die jongens ook niet belachelijk maken. Dat gaat er bij Radja niet in. Bij hem is alles altijd aan honderd procent. Minder kent hij niet.”

Doel voor ogen

“Er zijn er niet veel die een parcours hebben afgelegd zoals Radja. Op zijn twaalfde is hij opgepikt door Beerschot, toen nog GBA, op zijn zestiende is hij naar Italië getrokken. Hij heeft het geluk gehad dat een scout van Piacenza hem heeft opgemerkt. Er zat heel veel talent op dat pleintje op Linkeroever, waar we ooit begonnen zijn. Ik durf zeker niet zeggen dat Radja sowieso de beste was. Het verschil zit ‘m in de volharding. Op hun vijftiende, zestiende zag je bij veel van die jongens dat ze begonnen uit te gaan, dat ze al eens experimenteerden. Radja had een duidelijk doel voor ogen: profvoetballer worden. Het is niet gemakkelijk om altijd neen te zeggen als je vrienden uitgaan, maar hij heeft altijd bewust voor het voetbal gekozen. Zijn eerste paar maanden in Italië heeft hij het verschrikkelijk lastig gehad op zijn eentje. Hij wilde terugkomen en we hebben hem echt moeten overtuigen om in Italië te blijven. Ik denk dat hij al zijn eerste centjes opgedaan heeft aan telefoonrekeningen.”

Nieuwbakken spits

“Tot mijn zestiende speelde ik samen met de jongens bij Tubantia, altijd als linksachter. Ik was misschien wat trager, maar op alle andere vlakken moest ik zeker niet onderdoen. Meedoen met de jongens heeft mij hard gemaakt. Je ziet onmiddellijk het verschil met meisjes die nooit bij een jongensploeg hebben gespeeld.

“Na Tubantia heb ik voor een vrouwenploeg gekozen. Ik ben begonnen bij Kontich, een ploeg die nu is overgenomen door Beerschot. Ik heb ondertussen op zowat elke positie gespeeld. Tegen een sterke ploeg zette de coach me vanachter, tegen mindere ploegen moest ik vooraan de goals maken. Dit jaar sta ik definitief in de spits. Iedereen zegt wel dat ik het daar goed doe, maar het is toch nog wat zoeken naar het juiste gevoel. Mijn techniek is mijn sterkste punt, samen met mijn kopkracht, hoewel ik niet zo groot ben. Het zit ‘m allemaal in de timing, zeker?

“Het vrouwenvoetbal is best fel veranderd de laatste jaren, vooral nu met het invoeren van de BeNe League. Daardoor is het talent verdeeld over acht ploegen. Vroeger zaten er altijd mindere teams tussen en kon je al eens winnen met 8-0. Dat was goed voor het zelfvertrouwen, maar het was niet spannend. Je kon de uitslagen van elke speeldag al op voorhand invullen. Dat is nu voorbij: alleen de speelsters die er het hardst voor willen gaan, zijn overgebleven. Onze ploeg is voor de helft vernieuwd, met ook enkele Nederlandse meisjes, en het niveau ligt niet alleen hoger op training, de mentaliteit is ook veel verbeterd. Vroeger zat je bij enkele blessures vaak met meisjes van zestien, zeventien in de ploeg en van hen kon je niet evenveel verwachten. Nu kunnen we tenminste aan iets bouwen.”

Emotionele goal

“Het is natuurlijk iets aparts, als tweeling. Ik denk dat er een soort beschermingsmechanisme is tussen ons. Radja en ik hebben als kind heel veel ruzie gemaakt, maar als er een derde bij kwam, kozen we altijd elkaars kant. Onze Indonesische vader hebben we nooit goed gekend. Radja en ik zijn de twee jongste kinderen van onze moeder, daarvoor had ze al drie kinderen met een Ecuadoraanse man.

“We hebben altijd een goede band gehad met z’n vijven, maar we zijn nog meer naar elkaar toe gegroeid toen mijn mama ziek geworden is. We waren allemaal samen bij haar toen ze beslist had dat ze euthanasie zou plegen. Radja had problemen met zijn vlucht, maar hij heeft ’s morgens gelukkig toch nog even afscheid kunnen nemen. Niet lang na haar dood heeft hij, die anders nooit scoort, een goal gemaakt. Mama had vlak voor haar dood nog tegen hem gezegd dat ze de bal zou klaarleggen en dat hij hem dan maar moest binnentrappen. Daardoor was dat doelpunt een heel emotioneel moment. Hij heeft het opgedragen aan haar en is toen beginnen te huilen.

“We hebben het eerlijk gezegd nog altijd moeilijk om erover te praten. Ik denk dat we alle twee de neiging hebben om ons verdriet te veel op te kroppen. Ik heb nu een tatoeage met de naam van mama in het Keltisch geschreven op mijn arm. Voor mij is dat ook een manier om ermee om te gaan, om mijn verdriet kwijt te kunnen.”

Ster in Sardinië

“Na twee jaar bij Piacenza is Cagliari Radja komen halen. Daar heeft hij zich opgewerkt tot een echte ster. Je kunt nergens met hem komen op het eiland of er komen mensen op af voor een foto of een handtekening. De fans zijn er enorm fanatiek. Vaak is dat positief, maar soms zijn ze ook kwaad op hun ploeg en dan wil je er niet bij zijn… Voor de mensen daar is hij een van hen geworden, zijn Italiaans is perfect en hij heeft ook de levensstijl overgenomen. Hij zou zelfs wat minder macho mogen zijn. ( lacht)

“Waarschijnlijk is het omdat hij bij Cagliari speelt en niet bij een club met een grote naam dat Radja geen vaste Rode Duivel is. Hij is al aan clubs als Manchester City en Napoli gelinkt, maar een transfer is er voorlopig niet van gekomen. Hij wil ook alleen gaan om te spelen, op de bank zitten is niets voor hem. Vorig jaar stond hij heel dicht bij Juventus, maar de voorzitter vroeg te veel geld. Ik denk dat het er deze winter wel van zal komen, want zijn contract loopt niet zo lang meer. Ik hoop dat hij dan ondanks de zware concurrentie ook zijn kans krijgt bij de Duivels. Er is een akkefietje geweest met Georges Leekens, omdat Radja zich luidop afvroeg waarom hij nooit opgeroepen werd. Dat was misschien niet erg handig, maar Radja is niet op zijn mond gevallen en zal altijd wel zijn mening blijven geven.

“Door die plotse roem en al het geld is hij wel een stuk voorzichtiger geworden. Radja is altijd heel gul geweest voor de vrienden met wie hij opgegroeid is. Ze mochten altijd gratis overkomen naar Italië en hij betaalde alles, tot nieuwe schoenen toe. Maar hij is ook niet naïef: hij ziet ook wel wie de moeite doet om zelf wat zakgeld mee te nemen. Nu houdt hij het vooral bij familie of bij vrienden die hij als familie beschouwt.”

Trip naar Bali

“Sinds Radja doorgebroken is in Italië, is hij een halve god in Indonesië, ook al spreekt hij de taal niet en is hij er nog nooit geweest. Hij staat er blijkbaar elke dag in de krant, heel raar is dat. Sinds een paar jaar probeert onze vader weer contact op te nemen en vraagt hij wanneer we eens naar Bali komen. Is dat omdat Radja bekend is of wil hij ons echt terugzien? Dat is een beetje de vraag voor ons. Maar ik denk wel dat we volgend jaar toch eens de stap gaan zetten. Al ga ik waarschijnlijk apart, want met Radja erbij kan het een heel circus worden. Als de pers ervan hoort, zou het goed kunnen dat we niet eens van het vliegtuig raken. Ergens zijn we toch benieuwd naar de afkomst van onze vader, en dus ook een beetje naar de onze, ook al voelen we ons honderd procent Belg.”

DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Mee voetballen met de jongens heeft mij hard gemaakt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content