Charleroi blijft talent uit lagere reeksen halen. Niet alleen in Frankrijk, maar ook in België. Voor Nieuwjaar werd de 23-jarige Izzet Akgül, vorig jaar nog bij derdeklasser Namen, titularis. Straks tekent ook de topschutter van derdeklasser OH Leuven, de 22-jarige Luikenaar Francois Sterchele, een contract van drie jaar bij de Zebra’s. Charleroi volgt ook nog de 18-jarige spits Julien Guerenne van vierdeklasser Lorrain Aarlen. Verantwoordelijk voor al dat jong talent uit Belgische en Franse lagere reeksen is Raymond Mommens. Zaterdagochtend stapte Mommens nog in de auto om 400 kilometer ver in Frankrijk twee wedstrijden te volgen, speurend naar nieuw talent. Buikgevoel én de bereidheid om hard te werken zijn Mommens troeven.

Raymond Mommens : “Dat Sterchele naar ons komt, is geen toeval. Onze voorzitter wil dat we in eigen regio scouten bij spelertjes van acht tot dertien jaar en daarbuiten in lagere afdelingen het talent opsporen van wie we vermoeden dat ze een kans hebben om het in eerste te maken. Vorig jaar werd Charleroi uitgeroepen tot beste jeugdschool in België. Spelers weten dat ze bij ons een kans krijgen van Jacky Mathijssen, in een van de mooiste stadions in België, voor gemiddeld 10.000 toeschouwers. Twee jaar geleden stond ik helemaal alleen, startten we het scoutingsprogramma helemaal van op nul op. De jeugdpolitiek werkt. Acht jongeren van eigen kweek zitten al in de kern.”

Hoe vind je zo’n Sterchele of Akgül ?

“Door je ogen open te trekken. Per weekend zie ik zo’n zes à zeven wedstrijden, jeugd en lagere reeksen inbegrepen. De eerste maanden van de competitie evalueren we zowat alle ploegen in tweede, derde en vierde klasse. Dan maken we een samenvatting van wie eventueel in aanmerking komt voor een transfer. Elke dag krijg ik faxen en videobanden, maar daar baseer ik me nooit op. De kunst is spelers ter plaatse te gaan bekijken. Sterchele zag ik vorig jaar al vlot scoren bij Kelmis. Akgül bekeek ik vorig jaar persoonlijk minstens tien keer. Ik heb er geweldig op aangedrongen die te nemen, hij heeft nog een ongelofelijke progressiemarge.”

Hoe weet je dat ?

“Ik zie dat meteen, ik heb geen vijf wedstrijden nodig om te weten of iemand het kan. Ik volg altijd mijn eerste indruk. Na een half uur weet ik vaak al of het iets wordt. Akgül was geen gok, ik wist dat hij het zou maken.”

Vergis je je nooit ?

“Tot nu toe niet. Luigi Pieroni bijvoorbeeld had bij ons moeten zitten. Dat die ons ontglipte, daar ben ik nog altijd ziek van. Maar dat was een kwestie van managers. Ook daar leer je uit.”

Wat ?

“Dat je er niet vroeg genoeg bij kan zijn. Vandaar dat wij vooral in september en oktober rond speuren. Ook in Frankrijk. Ik weet waar het talent zit, ik bouwde een netwerk aan relaties op. Je moet bereid zijn daarin te investeren. Het gebeurt wel eens dat ik vierhonderd kilometer rij en na een half uur besluit : dit wordt niets, om vervolgens weer vierhonderd kilometer terug te rijden, zonder resultaat. Dat hoort erbij.”

Is er veel talent in de Belgische lagere afdelingen ?

“Er is talent, maar ze lopen niet dik gezaaid. Je moet ze weghalen als ze 21 of 22 zijn. Als ze al 24 of 25 zijn, kan je ze nog moeilijk omvormen.”

Krijg je wie je wilt ?

“Ja, omdat het tot nog toe allemaal voltreffers waren. Christ zag ik in de Franse vierde klasse twee keer bezig, ik snapte niet hoe geen Franse club daar op af kwam. Ciani vond ik in derde klasse, bij Red Star Parijs. Kostte ons geen frank, kreeg een minimumcontract en werd aan een flinke meerwaarde verkocht. Laquait kwam zich zelf aanbieden. Gebrek aan techniek, vonden sommigen. Ik heb aangedrongen om hem te houden. In Dufer geloofde niemand, ik haalde hem bij de kern en hij werd voor een aardige prijs verkocht. Er gaan er nog volgen.”

Vrees je de concurrentie niet als je ergens scout ?

“Nee, omdat wij onbekend talent zoeken. Bij de meeste clubs is het scoutingsapparaat onvoldoende uitgebouwd, ze hebben voldoende geld om spelers aan te trekken die al een naam hebben. Dat is gemakkelijk. Geef me een portefeuille van drie miljoen euro en ik maak een ploeg voor de Champions League. Maar bij ons mag het niets kosten. De kunst is een ploeg te gaan scouten waar maar één talentje zit, niet de teams waar de scouts zich aan de zijlijn verdringen.”

door Geert Foutré

‘De kunst is een ploeg te gaan scouten waar maar één talentje zit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content