De balans van de Belgische clubs tegen Real Madrid is verre van slecht. In het verleden slaagden zowel Anderlecht, Club Brugge als Standard erin de Koninklijke uit te schakelen.

Vanavond ontvangt Anderlecht Real Madrid. In zes vroegere confrontaties in de Europacup I tussen Belgische clubs en de Spaanse trots staat het 3-3. De 4-3 scoorde Real in de Uefabeker. Een terugblik.

Antwerp-Real (1957/58)

In oktober 1957 had Antwerp de eer als eerste Belgische ploeg het grote Real Madrid te mogen ontvangen. Real was toen al tweevoudig winnaar van de nieuwe Europese Beker voor Landskampioenen (1956 en ’57). Antwerp, in 1957 Belgisch landskampioen geworden voor Anderlecht en AA Gent, maakte zijn Europese debuut. Tot dan toe was Anderlecht de enige Belgische ploeg die al Europees voetbal speelde, zonder evenwel een wedstrijd te kunnen winnen.

Ook Antwerp slaagde daar niet in : 1-2 op de Bosuil en 6-0 in Madrid. Maar het moet gezegd dat de Great Old in de thuiswedstrijd voor 45.000 toeschouwers meer verdiende tegen het Real van Di Stefano, Kopa, Gento en Santamaría. Vic Mees, de Gouden Schoen van 1956, heerste met veel bravoure, De Bakker maakte de 0-1 ongedaan, maar vervolgens trof Antwerp tweemaal de lat en verzwakte het op het einde van de match. Antwerp trad aan met Cooremans, Lambert, Van Ginderen, Wouters, Mees, Maertens, Beyers, De Bakker, Jef Van Gool, Bertels en Verbruggen.

Mees raakte geblesseerd voor de terugwedstrijd en werd vervangen door huidig clubvoorzitter Eddy Wauters. De match in Madrid werd een unieke ervaring voor de spelers, maar na drie minuten stond het wel al 2-0 en vervolgens domineerden de Madrilenen heel de wedstrijd. Real won dat jaar de finale op de Heizel met 3-2 van AC Milan. De kampioenen : Alonso, Atienza, Lesmes, Santisteban, Santamaría, Zarraga, Kopa, Joseito, Di Stefano, Rial en Gento. Bij de verliezende finalisten speelden drie illustere namen : centrale verdediger Cesare Maldini (vader van Paolo), en de twee aanvallers, de Zweed Nils Liedholm en de Uruguayaan Juan Schiaffino.

Standard-Real (1961/62)

Tijdens het seizoen 1961/62 bereikte Standard als eerste Belgische ploeg de halve finale van de Europese beker voor Landskampioenen met de generatie van Léon Semmeling, Roger Claessen en Lucien Pronck. Een sterk presterende Jean Nicolay kon niet verhinderen dat Real makkelijk won. Voor Standard speelden in Madrid : Nicolay, Vliers, Marchal, Bonga, Thellin, Sztani, Houf, Semmeling, Claessen, Crossan en Paeschen. Real verloor dat jaar, ondanks drie doelpunten van Puskas, de finale in Amsterdam tegen het Benfica van Eusebio, Coluna, Simoes en Augusto met 5-3.

Anderlecht-Real (1962/63)

Het volgende seizoen slaagde Anderlecht er eindelijk in een ronde verder te geraken in de Europacup I. Suspens in Madrid : na een 2-0-achterstand kwamen de Brusselaars terug tot 2-2 via doelpunten van Van Himst en Janssens. Uiteindelijk werd het nog 3-3 met een goal van Puis voor Anderlecht. Na de wedstrijd kloeg Puskas over maagpijn, waarop Verbiest hem verzekerde dat die pijn na de terugmatch alleen maar zou verergen. Voor de eerste keer in zijn geschiedenis week Anderlecht uit naar de Heizel. De volle tribunes zagen Jurion een afgeweken schot voorbij een verbauwereerde Vicente werken : 1-0. De Anderlechtse helden waren : Fazekas, Heylens, Verbiest, Lippens, Cornélis, Hanon, Jurion, Janssens, Stockman, Van Himst en Orlans. Anderlecht ging nog even verder op zijn elan en schakelde CDNA Sofia uit, maar het werd later een hak gezet door Dundee FC.

Anderlecht-Real (1965/66)

In de kwartfinales van het seizoen 1965/66 nam Real Madrid revanche, zonder twee belangrijke pionnen – Di Stefano en Puskas hadden de Spaanse hoofdstedelingen verlaten. Bij Anderlecht was Laurent Verbiest het slachtoffer geworden van een auto-ongeluk. In het Astridpark wonnen de Brusselaars met 1-0 door een doelpunt van Van Himst. Madrid kwam nog goed weg want de overmacht van Anderlecht was opmerkelijk. In de terugwedstrijd gaf de Franse scheidsrechter Barberan al na een kwartier aan dat hij geen tegenspraak duldde. Even later sloot hij Anderlechtspeler Cornélis uit. De match eindigde op 4-2 en de olés van de Spaanse aanhang galmden nog weken door bij de tien Anderlechtenaren. Op het banket na de wedstrijd maakten een verbolgen Jacky Stockman en Anderlechtvoorzitter Albert Roossens zich terecht druk in de leiding van Barberan. De beschuldigende woorden van de voorzitter leverden hem zelfs een blaam op van de Uefa. Hoe dan ook een bittere nederlaag voor Pierre Sinibaldi en zijn elf moegestreden helden : Trappeniers, Heylens, Kialunda, Plaskie, Cornelis, Hanon, Jurion, Stockman, Mulder, Van Himst en Puis. De Brusselse supporters scandeerden maanden later nog altijd de naam van Barberan elke keer een scheidsrechter een, in hun ogen, foute beslissing nam.

Standard-Real (1969/70)

In de achtste finales van het seizoen 1969/70 nam Standard op indrukwekkende wijze revanche voor de uitschakeling acht jaar eerder. In de heenwedstrijd verdienden de Luikenaars – zonder Jeck en Semmeling, maar aangevoerd door twee heel geïnspireerde sterkhouders, de boezemvrienden Dewalque en Van Moer – meer dan het ene doelpunt van Kostedde. De bezoekers zagen al snel sterspeler Gento geblesseerd uitvallen en trokken vanaf dat moment massaal terug voor de eigen doelmond. In Madrid schreven René Hauss en de zijnen één van de mooiste bladzijdes uit de geschiedenis van Standard. In een stadion dat voor drie vierden leeg bleef, speelden de Luikenaars zich zonder complexen via Pilot (0-1), Depireux (1-2) en Galic (2-3) in de kwartfinale. Bij 2-2, een doelpunt gescoord door Gento op strafschop, bracht Hauss zijn joker, Milan Galic, in voor Kostedde. De technisch sterke Joegoslaaf bedankte zijn trainer door met zijn eerste baltoets het leer tegen de netten te prikken, meteen de winning goal. Volgende spelers zorgden voor de Europese stunt : Piot, Beurlet, Dewalque, Jeck, Thissen, Van Moer, Takac, Pilot, Depireux, Kostedde (en nadien Galic) en Cvetler. De euforie was zo groot dat Standard de week nadien verloor bij Crossing. Dewalque en Van Moer hadden na de wedstrijd iets te uitbundig van het Madrileense nachtleven geproefd. In de volgende ronde schakelde Leeds Standard uit met tweemaal 1-0.

Club Brugge-Real (1976/77)

In 1975/76 won Anderlecht zijn eerste Beker voor Bekerwinnaars tegen West Ham en verloor Club Brugge na twee heroïsche wedstrijden de finale van de Uefabeker tegen Liverpool. Een jaar later bevestigde de ploeg van Ernst Happel : het knikkerde eerst Steaua Boekarest uit de Europese beker om nadien heel Europa te verbazen door Madrid op eigen bodem op 0-0 te houden. Niet in het eigen Bernabeu maar in Málaga omdat Real wegens incidenten na de wedstrijd tegen Bayern München een jaar eerder een aantal wedstrijden uit Madrid verbannen werd. Terwijl Club via Bastijns en Courant in de heenmatch al de beste kansen kreeg, liep het in het eigen Olympiastadion van bij de start storm op het Madrileense doel. Onder leiding van de autoritaire Paul Breitner beschikte de Koninklijke nochtans over een moeilijk te manoevreren defensie. Op het kwartier vond Ulrik Le Fèvre de weg naar het doel en vlak voor rust scoorde Rubinan tegen zijn eigen ploeg. Na de rust ontbond Real zijn duivels, maar Jensen redde alles wat op hem afkwam. Club trad aan met : Jensen, Bastijns, Krieger, Leekens, Volders, Cools, Courant, Vandereycken, Lambert, Davies en Le Fèvre. In de volgende ronde bracht Berti Vogts met zijn Mönchengladbach de Bruggelingen terug met de voeten op de grond.

Anderlecht-Real (1984/85)

De voorlaatste confrontatie tussen Anderlecht en Real Madrid vond plaats in de Uefabeker tijdens het seizoen 1984/85. In de lente van 1984 miste het Anderlecht van Van Himst op een haar na deze trofee : Tottenham won via strafschoppen, maar van die ontgoocheling bleef niets hangen het volgende seizoen. Nadat ze Werder Bremen en Fiorentina uitschakelden, wonnen de Brusselaars in de volgende ronde de heenmatch van Madrid, met Juan Lozano in de rangen, met 3-0 dankzij doelpunten van Vandenbergh, Czerniatynski en Vercauteren. De terugwedstrijd liep uit op een ware nachtmerrie : 6-1. Lozano en de andere Madrileense grootmeesters speelden de bezoekers van het kastje naar de muur. Pär Friman redde de eer. Volgende Anderlechtspelers maakten het Europese debâcle van kortbij mee : Munaron, Peruzovic, Grün, Scifo, De Groote ( Gudjohnsen), Vercauteren, Friman, Hofkens ( Andersen), Arnesen, Olsen en Czerniatynski. Real Madrid won dat jaar zijn eerste Uefabeker tegen het Hongaarse Videoton.

door Henry Guldemont

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content