Zo’n honderd kilometer liggen ze van elkaar, Bilbao en Donostia, zoals San Sebastián in het Baskisch heet. Twee parels aan de regionale kroon, de ene vlak bij de Franse grens en de Golf van Biskaje, de andere wat meer in het binnenland. Twee toppers in het Spaanse voetbal, vaandeldragers in een regio die net als Catalonië droomt van onafhankelijkheid.

Jarenlang gingen beide er prat op alleen met Baskische spelers (ruim genomen Spaans en Frans Baskenland én het nabije Navarra, wat zij ook zien als Baskenland) te willen voetballen. Real Sociedad gaf die interne politiek als eerste op, in 1989, drie jaar na het afschaffen van het recht op behoud van een speler. Tot in 1986 kon een club weigeren om een jongere die het zelf had opgeleid te verkopen, zelfs al wilde de geïnteresseerde club de vastgelegde afkoopsom betalen. Toen die regel wegviel, begonnen spelers uit te zwermen. Onder impuls van John Toshack werd in 1989 beslist om (opnieuw, want tot 1962 werd dat al gedaan) buitenlanders aan te kopen. John Aldridge was de eerste. In 2002 kwam met Sergio Boris zelfs een eerste Spanjaard, al blijven dat uitzonderingen. Ook Athletic is niet meer zo strikt in zijn politiek. In de A-kern vandaag zit bijvoorbeeld Enric Saborit, van Catalaanse origine. Afkomstig uit de jeugd van Español en daarna zelf verder opgeleid – niet de enige in de cantera van de club met vreemde roots.

De basis van de rivaliteit in deze euskal derbia werd gelegd in 1909. Athletic bestond toen al een decennium, de Unión Ciclista San Sebastián (later werd dat Real Sociedad) was net opgericht. Vanuit Bilbao kwam het verzoek om met een gemengde ploeg deel te nemen aan het nationale kampioenschap. Op het allerlaatste ogenblik trok de ploeg uit San Sebastián haar jawoord in en ging ze solo. Voor Athletic was de tijd te kort om zelf nog in te schrijven, zodat ze niet kon deelnemen. Twee jaar later was het wéér hommeles. Athletic had de gewoonte Engelse voetballers die naar de regio uitweken te contracteren. De ploeg uit San Sebastián diende daar plots een klacht tegen in, omdat de concurrent daar voordeel uit haalde. De bond volgde en twee spelers verloren hun licentie.

Vandaag is de Baskische derby een subtopper in de Primera División. Beide clubs hebben in het begin van dit millennium een crisis doorgemaakt (Real Sociedad verdween zelfs even naar tweede klasse), maar ze zijn terug, al dan niet met de hulp van de politiek – de Europese commissie onderzoekt op dit moment de verkregen staatssteun. Rond het in september voor het eerst gebruikte nieuwe San Mamés (Bilbao) en de manier waarop die tempel werd betaald, loopt ook een onderzoek.

Beide clubs staan niet altijd als vijanden tegenover elkaar. In 1985 werd een bestuurslid van Athletic gekidnapt door de ETA, de Baskische onafhankelijkheidsbeweging. Spelers van beide clubs protesteerden in een mededeling tegen deze daad van agressie. De ploegen probeerden de voorbije decennia buiten de politiek te blijven, wat niet altijd lukte.

DOOR PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content