M. Jean-BaptisteStandardspeler Réginal Goreux is geboren in Haïti, werd als peuter geadopteerd door een Belgische familie en keerde vorige week voor het eerst in twintig jaar terug naar zijn noodlijdende moederland. Een exclusieve reportage.

werd als peuter geadopteerd door een Belgische familie en keerde vorige week voor het eerst in twintig jaar terug naar

zijn noodlijdende moederland. Een exclusieve reportage.

Er is op de luchthaven een koffer verdwenen en het blijkt die te zijn van Kevin Lafrance, de jonge Fransman met Haïtiaanse roots die voor de Tsjechische eersteklasser Victoria Zizkov voetbalt en samen met Réginal Goreux (Standard) en Gary Ambroise (Tubeke) via Amsterdam en Miami naar Port-au-Prince is gereisd om er de WK-kwalificatiewedstrijd tegen de Amerikaanse Maagdeneilanden te spelen. Het is dinsdagochtend, ’s namiddags staat er een oefenwedstrijdje geprogrammeerd en in Le Plaza Hotel luidt de vraag: waar vinden we nu nog voetbalschoenen voor Kevin?

Steward Ceus lost het probleem op: hij is in het bezit van een tweede paar dat min of meer past voor zijn ploegmaat. De doelman van de Colorado Rapids is net als Goreux een van de nieuwe internationals van Haïti. Zijn ouders emigreerden destijds naar de Verenigde Staten, hij kwam in New York met een dubbele nationaliteit ter wereld en keert nu voor het eerst naar hun moederland terug. Ook spelers uit Frankrijk, Portugal, Cyprus en Argentinië zijn in dat geval. Vrijdag start in de Caraïben de kwalificatieronde voor het WK 2014 in Brazilië en met de bedoeling om zich veertig jaar na de eerste deelname nog eens voor het wereldkampioenschap voetbal te kwalificeren, stelde de Haïtiaanse voetbalbond de sterkst mogelijke selectie samen. “We moeten die jongens die voor ons willen uitkomen, heel erg dankbaar zijn”, zegt bondscoach Edson Tavares. “Voor het geld moeten ze het alleszins niet doen, want hier is geen geld. Ze spelen gratis.”

Werkt hij dan zelf ook voor niets?

“Neen, mijn vriend, mijn contract wordt voor de helft betaald door de FIFA.”

De stad

Réginal Goreux werd op 31 december 1987 geboren in Haïti en werd drie jaar later geadopteerd door een Belgische familie. In 1994 begon hij te voetballen bij Berloz FC en twee jaar later verhuisde hij al naar Standard. Daar realiseerde hij zijn droom om profvoetballer te worden, schopte hij het tot belofte-international maar niet tot Belgisch A-international. “Jammer”, noemt hij dat. Het vergemakkelijkte zijn keuze voor de Haïtiaanse nationale ploeg. “Een jaar geleden vroegen ze het mij al eens, maar ik vond het toen nog te vroeg. Nu zit ik in een positieve spiraal en het is toch een mooie kans om in een A-selectie van een land te geraken, interlands en misschien zelfs een WK te spelen. Het is een van mijn grote ambities, samen met het verlangen om bij Standard onbetwiste titularis te worden en er ook ooit tot aanvoerder uit te groeien.”

De confrontatie met de hoofdstad Port-au-Prince is schokkend. Op weg van de luchthaven naar het stadscentrum rijden we over slechte wegen langs een noodlijdende mensenmassa het ene tentenkamp na de andere sloppenwijk voorbij. Goreux kent de geschiedenis van zijn voorouders, door kolonisatoren uit Afrika geïmporteerde plantageslaven: de slavenopstand op het einde van de achttiende eeuw die in 1804 tot de onafhankelijkheid leidde, het lange internationale isolement onder impuls van de koloniale mogendheden dat daarop volgde, de dictatuur van vader en zoon Duvalier en de vele natuurrampen met als laatste de zware aardbevingen van januari 2010 die aan ongeveer een kwartmiljoen Haïtianen het leven kostten. Ook het verhaal achter zijn adoptie is hem bekend. “Mijn ouders leefden in armoede en namen daarom het initiatief om mij in Europa te laten adopteren”, vertelt hij. “Het is wat het is, daar heb ik geen mening over.

“Ik herinner er mij niets meer van, daar was ik nog te klein voor. Ik vernam het voor het eerst toen ik een jaar of zes was en dan komt het eropaan dat op de best mogelijke manier aan te nemen. Uiteindelijk kende ik het geluk om hier een goede opvoeding te krijgen en een goed leven te kunnen leiden en nu ken ik het geluk om even terug te kunnen keren. België onthaalde mij uitstekend, maar ik ben ook fier Haïtiaan te zijn. Dat is een stukje in mij dat nooit is weggeweest en dat ik altijd heb gevoeld. Mijn gedrag in het dagelijkse leven draagt nog altijd de sporen van mijn Haïtiaanse roots. Je voelt dat je niet honderd procent Belg bent; je bent vrij cool, raakt niet gestresseerd door zaken die rond je gebeuren. Het is… être posé, quoi. Ik ben al twintig jaar in België, maar Haïti is en blijft mijn geboorteland. Misschien ligt hier mijn hart wel.”

Zijn biologische ouders leven nog, weet hij, maar hij ontmoette ze nog nooit. “Dat weet ik via de man die de adopties opvolgt”, zegt hij. “Twee jaar geleden kreeg ik zelfs een brief en een foto van hen, maar ik zocht nog geen contact. Tot nu toe ben ik vooral gefocust geweest op mijn voetbalcarrière en was er heel weinig tijd om te reizen. Ik kan ze vrijdag na de wedstrijd ontmoeten, maar ik weet nog niet of ik het zal doen. Er is in elk geval nog niets georganiseerd. We zullen zien hoe alles hier verloopt.”

Veel weet hij nog niet. “Ik weet wel dat mijn Haïtiaanse familienaam Jean-Baptiste is en dat ik geboren werd in Saint-Martin, maar hoever dat precies van Port-au-Prince is gelegen, weet ik niet. Wat ik bijvoorbeeld ook niet weet, is hoeveel broers en zussen ik hier heb.” ( glimlacht)

De trainer

Om halfvijf is er een oefenpartijtje tegen Don Bosco, een topclub uit het nabijgelegen Pétionville die gedestabiliseerd werd door de aardbevingen van vorig jaar, daardoor naar tweede zakte en daar nu aan de leiding prijkt, vernemen we. We krijgen er van een man ook het verhaal te horen van de instorting van het bondsgebouw, de dood van een dertigtal personeelsleden en de miraculeuze redding van bondsvoorzitter Yves Saint-Bart. “Toen het gebeurde, zaten hij en zijn vriend en bondstrainer Jean-Yves Labaze in zijn bureau op de derde verdieping en zijn ze meteen de trappen beginnen af te lopen. Saint-Bart geraakte nog net buiten, Labaze net niet meer en stierf onder het puin.”

De wedstrijd wordt betwist in het Stadion Sylvio Cator, het nationale stadion waarin na de aardbeving 718 families in tenten werden opgevangen. Het is ondertussen ontruimd en gerenoveerd op kosten van de FIFA. De kleedkamers werden opgeknapt, sinds een maand ligt er een synthetische grasmat en de verlichting is vernieuwd. Maar niettemin wordt het laatste kwartier, wanneer om zes uur de zon is ondergegaan, in het schemerdonker gespeeld. Lichtpanne! “Alles werkt hier nog altijd op generatoren en blijkbaar tapten mensen uit de omgeving elektriciteit af en is er daardoor iets stukgegaan”, luidt de uitleg in het Haïtiaanse kamp. De FIFA-afgevaardigden bevestigen dat niet, zij wachten het officiële rapport van de installateurs af. “Piraterij is hier absoluut een probleem, maar het zou om een technisch mankement gaan.” In elk geval wordt beslist om de interland van vrijdag van ’s avonds naar drie uur in de namiddag te verplaatsen.

Haïti wint met 2-1 van Don Bosco en na de rust maakte Réginal Goreux als rechtsback zijn debuut. “Veel van mijn spelers waren moe,” verklaart de bondscoach achteraf, “door de lange vluchten en door het tijdsverschil.” We maken met hem een afspraak voor een babbel ’s avonds om acht uur op het terras van Le Plaza Hotel. Maar het is al kwart voor negen wanneer hij opdaagt. “Sorry,” excuseert hij zich, “maar er was vlees noch vis bij de maaltijd en dat kon ik niet laten passeren.” Hij neemt ons mee naar een rustig plaatsje onder de palmbomen aan de rand van het zwembad.

Tavares is van Rio en voetbalde in Brazilië, Portugal, Spanje en Zwitserland, was ook al trainer in onder meer China, Oman, Pakistan, Jordanië, Chili, Vietnam en Saoedi-Arabië en rekent Michel Renquin en Erik Gerets tot zijn vrienden. Het is al lang zijn hartenwens om ooit eens op een WK-eindronde te geraken en nu het komende wereldkampioenschap in zijn land plaatsgrijpt, wil hij er zeker graag bij zijn. “In het leven moet je geloven dat alles mogelijk is”, zegt hij. “Dit is een heel valabele spelersgroep, maar omkadering en professionalisme ontbreken. Lokale spelers, die toch nog altijd de helft van de selectie uitmaken, beschikken niet eens over eigen schoenen! Ze verdienen slechts dertig à veertig dollar per maand en als ze niet in een tent wonen, dan scheelt het niet veel. Hier is zeker talent, maar het grote probleem is de voeding. Ze zijn blij als ze naar de nationale ploeg kunnen komen, want dan krijgen ze drie keer per dag te eten. Hun hoop is op een dag te mogen testen in Europa of de Verenigde Staten en Haïti te kunnen verlaten.

“Keek je hier als eens goed rond? Begin dit jaar deden de Chinezen een voorstel en een bod om een heel nieuwe hoofdstad te bouwen. Het werd door iedereen afgewezen: maar ik vraag mij af: hoe moet je Port-au-Prince heropbouwen? Hoe begin je eraan, hoelang zal het duren en wat zal het kosten?”

Jean-Jacques Pierre, na zes seizoenen Nantes einde contract, komt ons telefoonnummers van Belgische clubs vragen. We zullen hem de competitiespecial van Sport/Voetbalmagazine even lenen om ze over te schrijven.

De notaris

In Le Plaza Hotel gaat ’s anderendaags het gerucht dat de president van de republiek vrijdagochtend de spelers zal komen toespreken. Na de middag lopen we er de bondsvoorzitter tegen het lijf en herinneren we hem eraan dat hij ons per e-mail beloofde om even tijd voor ons te zullen maken.

“Straks”, zegt hij. “Ik ga eerst snel een dessert eten.”

“Wanneer is ‘straks’?”, willen we weten. “Is dat binnen een halfuur, binnen een uur, binnen…”

“Oh, geef mij een halfuur.”

Twintig minuten later zijn we al terug, maar na anderhalf uur wachten, is hij nog altijd niet opgedaagd. We bellen zijn zoon, teammanager Robert, maar tevergeefs. Ondertussen werd Régi in extremis uit de bus gehaald die de spelers naar het stadion brengt voor een namiddagtraining. Hij moet meteen mee naar de notaris om er de verklaring te ondertekenen dat hij voortaan voor Haïti kiest. Daardoor mist hij het begin van de training. Erna is onverwachts de president hen komen aanmoedigen, blijkt. Ze zullen vrijdag toch niet voor niets spelen, laat hij ons bij zijn terugkeer in het hotel weten.

“De president zei ons dat hij een inspanning voor ons zal doen als we winnen.”

Hoeveel bedraagt de winstpremie?

“Dat weten we niet.” ( lacht)

Heen en terug naar en van de notaris werd hij getroffen door wat de aardbevingen in Port-au-Prince aanrichtten. “Maar wat mij het meest raakte, was de glimlach die een eenvoudige training het volk bezorgde. Het is een extra motivatie om morgen tot het uiterste te gaan.”

De toegang tot Le Plaza Hotel is afgesloten met een zware metalen poort en met gewapende bewakers die afraden om te voet buiten te komen. Een goed geklede jongeman komt hulp vragen. Hij vertelt dat hij geneeskunde studeert in Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, overvallen werd door twee jongemannen die hem een pistool tegen de slaap zetten en zijn schoudertas met zijn laptop en zijn portefeuille in afhandig maakten.

De volgende ochtend is het wedstrijddag en brengt ook Réginal Goreux geen goed nieuws. “Ik speel niet”, meldt hij ons. “Mijn papieren zijn nog niet in orde. Maar er is mij gezegd dat ik dinsdag in Curaçao wel speelgerechtigd zal zijn.”

De president

Uit veiligheidsoverwegingen wordt ons aangeraden om minstens twee uur voor de aftrap in het stadion aanwezig te zijn. Een medewerker van de bond geeft ons ruim op tijd een lift doorheen de verkeerschaos. Mannen met stootkarren en kruiwagens en vrouwen met waterflessen, fruitmanden en kartonnen dozen op het hoofd laveren tussen wagens en bromfietsen. Het stadion loopt stampvol, maar het is de president die voor de wedstrijd de show steelt met een ‘motivatieronde’ rond driekwart van het veld. Michel Martelly, de popmuzikant Sweet Mickey, werd drie maanden geleden verkozen tot president van de republiek Haïti. Voor zijn vriend en ex-voetbalinternational Zenono, een generatiegenoot van Manu Sanon aan wie we worden voorgesteld, was dat helemaal geen verrassing.

“De mensen zijn het beu”, zegt hij. “Al tweehonderd jaar worden hen beloftes gemaakt, maar wie aan de macht komt, verrijkt zichzelf, zijn familie en zijn vrienden. Ze kozen tegen de traditionele politici, tegen intellectuelen die aan de grootste universiteiten ter wereld studeerden maar niets voor het volk doen. Michel is een artiest en een humanist die van boven zegt wat ze van onder denken. Hij is onze Bob Marley; én hij is gek van voetbal. Hij speelde met Don Bosco in de eerste klasse, hij was een spits met een ongelooflijke sens du but en eigenlijk voetbalt hij liever dan dat hij muziek maakt. Ik ben al jaren speler-trainer van zijn ploeg: The Sweet Mickey Old Stars. Ook als president hecht hij heel veel belang aan voetbal, omdat zowat iedereen hier leeft voor het voetbal. Voetbal is de motivator om dingen op politiek, sociaal en economisch vlak te veranderen.”

De Amerikaanse Maagdeneilanden, een gemeenschap van niet veel meer dan 100.000 zielen, zullen we op het WK 2014 niet tegenkomen. De amateurs slagen er niet in één fatsoenlijke aanval in elkaar te steken, maar zijn wel heel moedig in het verweer: de wedstrijd eindigt op slechts 6-0. Haïti feest. Maar het is een nuchtere bondsvoorzitter die ons achteraf langs de zijlijn bij de arm neemt. “We wilden tonen dat er mogelijkheden zijn om iets te doen”, zegt hij. “Haïti kende veel tragedies, de laatste dertig jaar moesten veel van onze zonen het land verlaten, maar we wilden tonen dat zij die zijn gebleven en zij die zijn vertrokken hun tijd niet verdeden. Er zijn mogelijkheden om het land weer op te richten. Misschien zal er veertig of vijftig jaar nodig zijn om van Haïti een ontwikkeld land te maken, maar de essentie nu is dat de mensen wat vreugde kennen – want hier lacht men niet, hier is men altijd triestig. Het voetbal kan ook eenheid creëren. Er is zo veel verdeeldheid, na drie maanden is er nóg geen regering, maar vandaag in de tribunes zag ik dat niet. Dat is de kracht van het voetbal hier en dat is wat we proberen te doen. Het belangrijkste nu is dat we niet denken dat we boven de wereld staan, maar voortwerken en de problemen aanpakken. Eigenlijk moesten we met deze selectie al vijf à zes wedstrijden gespeeld hebben, maar de middelen waren er nooit om dat te concretiseren.”

Hij beweert zeker te weten dat Réginal Goreux tegen Curaçao, vier dagen later, speelgerechtigd zal zijn. “De FIFA verzekerde mij dat. Het formulier dat Régi woensdag voor de notaris tekende om aan te geven dat hij voor Haïti kiest, moest opgestuurd worden naar de FIFA en de Belgische bond moest ook nog eens zijn akkoord geven. Dinsdagavond debuteert hij officieel voor ons land.”

Zondag vlogen de Grenadiers naar Willemstad en verliet Régi zijn vaderland zonder dat hij zijn biologische ouders ontmoette. “Dat is een stap die ik uiteindelijk bewust niet zette”, bekent hij. “Ik wil daarvoor eens in alle rust terugkeren voor drie of vier dagen.” Want dat wordt hét emotionele moment, het weerzien van zijn bloedverwanten. “Misschien. Dat kan ik nu nog niet zeggen.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Ik ben fier een Haïtiaan te zijn. Misschien ligt hier mijn hart wel.””Twee jaar geleden kreeg ik een brief en een foto van mijn biologische ouders, maar ik zocht nog geen contact met hen.””Je voelt dat je niet honderd procent Belg bent.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content