De 19-jarige spits zag zijn eerste basisplaats voor de Noord-Nederlandse ploeg beloond worden met de winnende treffer tegen Ajax.
FC Groningen zorgde voor dé verrassing van de vierde speeldag in de Eredivisie. Want de ploeg van doelman Sergio Padt (30, ex-KAA Gent) klopte Ajax in de Euroborg, het enige team in de Nederlandse competitie dat na drie speeldagen ongeslagen was. Met dank aan Remco Balk. Bij afwezigheid van aanvoerder Arjen Robben lijkt een nieuwe publiekslieveling te zijn opgestaan. De als rechtsbuiten opgeleide Balk, die vorige week tegen FC Twente al inviel, bevestigde al het goeds. Coach Danny Buijs durfde het aan om de ‘Zlatan van Zuidhorn’ – een gehucht van amper 8140 inwoners in de buurt van Groningen – voor de leeuwen te gooien als titularis, een gok die werd beloond.
Over het potentieel van Balk werd in Groningen nooit getwijfeld.
Meteen scoren tijdens je eerste basisplaats op het hoogste niveau bij FC Groningen, dat is alleen weggelegd voor een uiterst select gezelschap. De eerste was logischerwijze Robben in 2001. Arvid Smit, Marcus Berg, Matías Cahais en nu ook Balk volgden dit mooie voorbeeld.
Pas een dag voor de wedstrijd kreeg hij van zijn trainer te horen dat hij aan de aftrap zou komen, ten koste van Mo El Hankouri, in een tweespitsensysteem. Daar speelde hij naast Jörgen Strand Larsen. Zijn doelpunt in de 49e minuut zorgde voor een emotionele ontlading, zo gaf de matchwinnaar toe voor de camera’s van FOX Sports. ‘Hopelijk wordt dit een mooi verhaal’, zei Balk. ‘Ik kan en moet fysiek nog sterker worden, maar ook technisch beter. Op het veld ben ik een etter, maar erbuiten een lieve jongen.’
Over het potentieel van Balk, die blijkbaar bijzonder zelfkritisch is, werd in Groningen nooit getwijfeld. Maar Buijs wil erover waken dat er niet te veel euforie ontstaat rond het nieuwe goudhaantje. Om een volwaardige eersteklassespeler te worden, waarschuwt de amper 38-jarige ex-middenvelder, moet de spits die al sinds 2012 uitkomt voor FC Groningen zich nog ‘doorontwikkelen’. Nu is snelheid zijn grootste troef, maar qua kracht blijft er progressie mogelijk.
