Hij miste geen seconde speeltijd het afgelopen jaar en is de nieuwe recordhouder Europese wedstrijden voor Anderlecht: voor de verdediger van paars-wit was 2014 een uitzonderlijk jaar.

Olivier Deschacht (33) mag een plaats claimen in het Guinness Book of Records. In België, en zelfs in Europa, verzamelde niemand meer speelminuten in het jaar 2014. Sinds de Champions Leaguewedstrijd in Dortmund, op 9 december, telt de verdediger van Sporting ook het hoogste aantal Europese matchen in het paars-witte shirt: 81. Hij gaat daarmee Filip De Wilde (80), BertrandCrasson (78) en Frankie Vercauteren (68) vooraf.

“Het is des te leuker dat ik dat record breek aan het einde van een memorabele campagne in de Champions League”, zegt hij. “Zeker wat onze uitwedstrijden betreft. Ik was al onder de indruk van de spelkwaliteit die we op Galatasaray toonden, dus wat moet ik zeggen van de prestaties in het Emirates stadion en uit bij Borussia? Voor zover ik me kan herinneren, hebben we buitenshuis nooit zo’n goed voetbal op de mat gelegd. Het was echt groots.”

Je debuut in de Champions League dateert al van 2003 tegen Rapid Boekarest. Hoe komt het dat je zo lang hebt moeten wachten om tot zo’n vaststelling te komen?

Olivier Deschacht: “Dat seizoen deden we het ook goed, met overwinningen in eigen huis tegen Celtic en Lyon en een gelijkspel tegen Bayern. In München redde Oliver Kahn in de slotminuten een schot van Oleg Jasjtsjoek. Anders was het 1-1 geworden en hadden we met 8 op 18 overwinterd. Dit seizoen telden we 6 punten, dat is sinds 2003 ons beste resultaat. Niemand had wat kunnen aanmerken als we er nog een paar meer gepakt hadden, zoals in Istanbul of thuis tegen Arsenal. Maar het klopt ook dat we tussen die twee campagnes meer laagtes dan hoogtes gekend hebben. De slechtste jaren maakten we mee tussen 2004 en 2006, met amper 3 op 36. De tegenstand was toen té sterk, met ploegen als Inter, Valencia, Werder Bremen, Liverpool en Chelsea. Al kregen we soms ook geen loon naar werken. Zoals vorig jaar, toen we in het Astridpark een prima wedstrijd speelden tegen Olympiacos maar uiteindelijk met 0-3 de boot ingingen.”

Oud-strijder

Anderlecht had dit seizoen inderdaad meer punten kunnen rapen in de Champions League, maar in de Belgische competitie was het nog erger: twee nederlagen en twee gelijke spelen vóór een Europees duel. Moeten we dat onder ‘jeugdzonden’ catalogeren?

“Dat vind ik een te makkelijke uitleg. Er zijn volgens mij twee categorieën jongeren: enerzijds degenen die, zoals Leander Dendoncker, Andy Kawaya of Samuel Bastien, net op het hoogste niveau komen kijken, en anderzijds een Dennis Praet, Aleksandar Mitrovic of YouriTielemans, die niet veel ouder zijn maar al wel een vijftigtal matchen in de eerste ploeg gespeeld hebben. Dan moet je weten waar het om draait en er in alle omstandigheden staan, zowel in Moeskroen als in Dortmund. En daar wringt het schoentje soms. Wanneer je bij Sporting speelt, moet je altijd top zijn en niet je wedstrijden uitkiezen. In Europa vestig je misschien een reputatie, maar in België vorm je je karakter. Want ook tegen die zogenaamde middenmoters uit de Jupiler Pro League moet je alles geven om te kunnen winnen.”

Sommige jongeren waren nogal ontdaan door je scherpe kritiek na de nederlaag in Charleroi.

“Met mijn staat van dienst meende ik wel het recht te hebben om mijn mond open te trekken. Ik vind dat we te toegeeflijk zijn tegenover de jeugd. Er wordt te gemakkelijk verwezen naar een gebrek aan ervaring. Is een jongere niet in conditie of in vorm? Altijd wordt er wel een excuus gevonden. Sorry, maar ik ben voorstander van de harde aanpak. Een beetje zoals ik zelf heb meegemaakt in het Astridpark. Het is niet dat ik de oud-strijder wil uithangen, maar in mijn tijd was alles toch anders. De nieuwkomers kregen het dag na dag hard te verduren. Voor Frankie Vercauteren was het nooit genoeg. Ik heb wel duizend keer moeten horen: verzorg je dekking, verbeter je timing… Maar ik wist tenminste waar ik me aan te houden had. Ik zal hem altijd dankbaar blijven dat hij zo streng met mij was. Hij was echt mijn leermeester.”

Jij als leerling hebt die leermeester nu ingehaald in aantal Europese wedstrijden voor paars-wit. Ben je daar trots op?

“Ik zal in elk geval kunnen zeggen dat ik, op mijn manier, een spoor nagelaten heb. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Ik zal niet, zoals vele anderen, in de geschiedenisboeken komen te staan vanwege bovengemiddelde technische kwaliteiten. Mijn enige troef is mijn regelmaat. Na al die jaren denk ik te mogen zeggen dat ik een constant niveau aangehouden heb. Het vaakst kreeg ik een zes als waarderingscijfer. Met af en toe uitschieters. Onlangs kreeg ik voor mijn match tegen Club Brugge nog een acht, wegens een goal en een assist. In Moeskroen kreeg ik dan weer een vier. Maar dat is zeldzaam. Gemiddeld haal ik een goed rendement. En zoals Frankie Vercauteren altijd onderstreepte: rendement, dat is óók een talent.”

Ben je nu niet te bescheiden? Anderlechticoon Paul Van Himst schilderde je onlangs nog af als de Paolo Maldini van RSCA. En Fabrice N’Sakala noemt je een monument.

“Dat is tof van hen, maar zo zie ik mezelf niet. Een monument, dat is iemand die men vereert of voor wie men speciaal komt kijken. Zoals een Pär Zetterberg of een Vincent Kompany, met wie ik gelukkig nog samen heb mogen spelen, of iemand als Paul Van Himst. Dat etiket is niet op mij van toepassing.”

Slecht karakter

Weet je wat nog een verschil is tussen jou en andere oude gloriën als Martin Lippens, Jef Jurion, Pierre Hanon, Georges Heylens, Jean Trappeniers, Paul Van Himst en Jean Cornélis?

“Ik neem aan dat die nog meer titels hebben gewonnen, of nog meer wedstrijden voor Anderlecht hebben gespeeld…”

Dat klopt gedeeltelijk. Ze kregen allemaal een galawedstrijd om hun tien jaar of meer in het eerste elftal te vieren. Als jij net zoals zij een tegenstander zou mogen kiezen, wie zou dat dan zijn?

“FC Barcelona. Daar heb ik nog nooit tegen gespeeld. Maar mocht ik echt kiezen, dan zou ik nog liever tegen een selectie spelen van ploegmaats die veel voor mij betekend hebben tijdens mijn carrière. Ik denk dan aan Glen De Boeck, Hannu Tihinen, YvesVanderhaeghe, Bart Goor, Zet, en ik vergeet er nog wel een paar.”

Die hebben allemaal hun schoenen al aan de wilgen gehangen, terwijl jij kort voor je 34e verjaardag nog altijd voetbalt. Wat zit er in jouw overlevingskit?

“Vooral een rotslecht karakter. Je kunt voetballers in drie categorieën opdelen: die zonder karakter, die met karakter en die met een gemeen of een slecht karakter – hoe je het ook wilt noemen. Ik ben een competitiebeest en ik wil altijd winnen. Of dat nu met voetbal, tennis of een kaartspel is. Die denkwijze probeer ik op anderen over te zetten. Als je op training wedstrijdjes vijf-tegen-vijf speelt, dan sta je maar beter in mijn ploeg als je wilt winnen. Als we dreigen te verliezen, scheld ik op iedereen. Er zijn jongens die filosofisch omgaan met een nederlaag. Ik niet. Dan loop ik te mokken en ben ik niet te genieten.”

En wat heb je nog, behalve je temperament?

“Discipline. Altijd professioneel blijven. Vroeger – dat geef ik toe – durfde ik na een wedstrijd weleens uit te gaan met wat ploegmaats. Het had geen zin om vroeg naar huis te gaan, want ik kon de slaap toch niet vatten. De adrenaline waarschijnlijk… Met ouder te worden doe ik dat niet meer. Ik heb nu een ander ritueel: een ijsbad na de inspanning en thuis de voeten omhoog. Door de week train ik ook meestal met een koersbroek, kwestie van mijn spieren warm te houden. Blijkbaar werkt dat goed, want sinds de vorige winterstop een jaar geleden heb ik geen minuut moeten missen. Hooguit twee trainingen. Ik heb mettertijd ook geleerd om het tussenseizoen en het winterreces op te vullen. Er gaat geen dag voorbij zonder fysieke inspanning. Zelfs als ik me stijf of vermoeid voel, zet ik mezelf aan het werk. De pijn eruit trainen, daar geloof ik in.”

Grinta

De manier waarop men naar je kijkt lijkt wel veranderd. Op verplaatsing neemt men je nog amper op de korrel.

“Er is misschien wat meer begrip ontstaan. In het begin van mijn carrière werd ik aangezien voor een fils à papa en dat wekte jaloezie op. Maar je draait niet zo lang mee zonder dat je bepaalde kwaliteiten hebt. Bij mij is dat grinta. Sporting zal nooit een wedstrijd winnen met elf spelers die het van temperament moeten hebben zoals ik, maar je behaalt ook geen zeges met elf MbarkBoussoufa‘s. Je hebt een mix nodig van techniek en bravoure. De mensen beseffen dat nu wel. Dat is waarschijnlijk de reden waarom het publiek altijd spelers zoals Marcin Wasilewski en mij is blijven steunen. Al heeft de miraculeuze comeback van Wasyl ook wel een rol gespeeld in dat proces.”

Heb je na al die jaren nergens spijt van? Dat je nooit in het buitenland gespeeld hebt bijvoorbeeld?

“Neen. Ik was niet geschikt voor de top in een sterke competitie. Als ik moest kiezen tussen de Belgische top en een club van tweede garnituur in het buitenland, was de keuze altijd snel gemaakt.”

En de nationale ploeg?

“Daar heb ik er ook geen moeite mee om toe te geven dat jongens als Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Nicolas Lombaerts beter zijn dan ik, zowel op linksback als centraal. Maar enkele jaren geleden, toen ik zo oud was als zij nu, zou een plaats in de brede kern niet onverdiend zijn geweest. Wat ik minder goed begrijp, is dat men soms een beroep deed op Jelle Van Damme, Laurens De Bock of Jordan Lukaku. Daar kun je je vragen bij stellen. Ik heb daar trouwens zo mijn eigen idee over, maar dat houd ik ook voor mij.”

Je contract loopt in 2016 af. Waar hoop je nog op?

“Ik hoop afscheid te nemen met een titel, zoals Zet in 2006. Dat is een gedroomd einde voor een voetballer. Daarna valt het doek. Definitief, want ik denk niet dat ik op een lager niveau ga uitbollen. Als je bij Anderlecht gespeeld hebt, dan zegt iets anders in België je niet veel meer.”

DOOR BRUNO GOVERS

“Je speelt niet zoveel jaar in eerste als je alleen maar een fils à papa bent.”

“Ik ben voorstander van een harde aanpak bij de jonge spelers.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content