Op 29 mei 1985 vielen door zware rellen vóór de Europacupfinale Juventus-Liverpool op de Brusselse Heizel 39 doden en 400 gewonden. Reconstructie van de dag dat het voetbal zijn onschuld verloor. ‘In zulke situaties komen de kleinste kantjes bij iedereen boven.’

Samen met Roger Leclercq, die dag cameraman voor de BRT vlak boven het bewuste vak Z, en Herwig Vergult, fotograaf van Belga, trokken we naar de Reyerslaan in Brussel, waar we in de catacomben van de VRT de indringende Historiesdocumentaire ‘Requiem voor een cupfinale’ konden bekijken. Het is bij momenten heel stil. Leclercq: “Stop je in jouw reportage ook iets van: laat dit alstublieft nooit meer gebeuren?”

Onevenwicht

> Omroepster Catherine Van Eylen omschrijft de ramp als “een keerpunt in de geschiedenis van het voetbal”. We zien beelden van uitgelaten supporters in overvolle treinen die aankomen in Brussel Centraal.

“Troepen die naar het front trekken”, meesmuilt Herwig Vergult.

> Beelden van de Brusselse Grote Markt. Zingende en dansende en drinkende Italiaanse en Engelse supporters.

Vergult: “Wat me meteen opviel: luidruchtige maar gezellige en netgeklede Italianen op de terrasjes, hooguit beschaafd tipsy. En daarrond, in shorts, stomdronken Engelsen, op het beestige af. Onevenwicht. Toen voelde ik al: hier is één vonkje voldoende.”

Rond 17 uur levert Vergult zijn foto’s af en gaat naar huis. “Ik zei nog: tot straks. Ik vóélde dat er wat stond te gebeuren.”

Leclercq: “Ik voelde precies hetzelfde als Herwig. Fotografen en cameramensen observeren lichaamstaal. Wij zien angst in de ogen, voelen agressie in de lichaamstaal. Er klopte iets niet.” Op 29 mei 1985 zat hij, samen met Rik De Saedeleer als commentator, op de toren achter het doel in het midden van vak X. “Achter de doelen kan je mooier de emoties in beeld brengen, vond Rik heel terecht. De dag ervoor hadden we die toren opgebouwd. Ik herinner me dat het heel mooi weer was en dat voor het stadion Italianen en Engelsen een matchke aan het voetballen waren, een paar flessen bier waren de doelpalen. Héél leuk! Ik dacht nog: een Europacupfinale, in Eurovisie, met het team van Rik … Dat wordt een mooie hoogdag! De volgende dag leek die hele sfeer rond het stadion evenwel helemaal omgeslagen. Fuck, wat gebeurt hier? Weet je, zelfs de geur van de hotdogs was … anders dan op een onschuldige zonnige dag. En daarom bleef ik na alle tests, zo rond 18 uur, in mijn toren om mijn boterhammen op te eten, ik had geen zin om in die baldadige sfeer rond te lopen. Even daarna kwam een Engelse supporter de toren opgeklommen. Hij zei: ik wil niet bij die bende horen, ik zou liever niet binnengaan. Hij kon moeilijk bij ons blijven, is toch over het muurtje moeten binnenklimmen. Ik heb hem nooit meer teruggezien.”

Mexican wave

> Anderhalf uur voor aanvang van de wedstrijd beginnen de rellen. Er wordt tussen het zogenaamde neutrale vak Z, door een slecht georganiseerde kaartenverkoop vol Italiaanse supporters, en het Engelse vak X, er vlak naast, met stenen geworpen, er worden vuurpijlen naar elkaar afgeschoten, de eerste slagen vallen. Liverpoolfan Terry Wilson (veroordeeld tot vijf jaar wegens doodslag van een Italiaanse supporter) blijft ook twintig jaar later bij zijn thesis van zelfverdediging: “Aanvankelijk wilde niemand problemen. We waren aan het zingen, alles was geweldig … Maar toen we zagen dat men in vak Z op Liverpoolfans trapte alsof het voetballen waren, klommen we over het hek om onze supporters bij te staan.”

Leclercq: “Op dat moment stonden we met z’n tweeën boven: de man van de hoofdcamera, die ook zijn boterhammen boven opat, en ik. Maar er was nog geen straalverbinding.

“Eerst leek het een onschuldige mexican wave. Vooruitlopen, duwen … en terugkeren. Er stonden maar een paar politiemannen of rijkswachters aan dat hek. Of waren het vrijwilligers …?

“Ik heb het er later nog uitgebreid met Gui Polspoel over gehad. Hij had er veel onderzoek naar verricht: wie stond daar? Gui besloot toch dat de veiligheid zwaar had gefaald. Verantwoordelijke veiligheidsmensen stonden boven in de hoofdtribune champagne te drinken. Zulke verhalen … Niemand heeft achteraf zijn verantwoordelijkheid durven nemen.”

Vergult: “Mochten de Italianen ook varkens geweest zijn, er was niets gebeurd. Er was vooral dat duidelijk onevenwicht. Dat had ik ’s namiddags al gevoeld, dit wordt bevestigd met deze beelden. En daarnaast was het toch ook een vreselijk ongelukkige samenloop van om-standigheden: ticketverkoop was verkeerd gegaan, politie en rijkswacht in de fout, te weinig manschappen, slechte communicatie, een verouderd stadion … Alle ingrediënten waren aanwezig voor een bom. Het was een explosieve mengeling.”

> De dunne draadomheining tussen vak Z en vak X wordt door de Engelsen neergehaald, de Italiaanse supporters vluchten in paniek naar de hoekmuur van het stadion. De voice-over van Jan Decleir: “En dan begeeft de muur het.” Tientallen mensen worden vertrappeld. We zien ijzingwekkende beelden van mensen die sterven.

Rond twintig voor acht had Herwig Vergult thuis, live in het journaal de eerste beelden van het drama gezien. “Ik maakte me al klaar om weer te vertrekken, om kwart voor acht belde mijn hoofdredacteur, Paul De Backer: of ik niet snel naar de Heizelvlakte kon?”

Vergult arriveerde er om 20 uur: “Een bezette zone, staat van beleg, paniek, lijken. Op het moment zelf overheerst vooral kwaadheid, maar je doet je werk. Je zou willen wegrennen, maar je neemt foto’s. Urenlang. De persoonlijke, emotionele impact zou toch pas weken, maanden later volgen. ( nadenkend) Ik moet toch zeggen dat de impact van het Heizeldrama minder was dan een paar maanden later, toen ik foto’s moest nemen na de raid van de bende van Nijvel. Dat kinderlijkje, een jongetje van 10 jaar, dat was neergeschoten op de parking waar het aan het fietsen was, en de vader die een halfuur later zijn enige zoontje kwam zoeken … Dat fietsje dat daar lag, dat vergeet je nooit. De zinloosheid van dat geweld, dat was nog iets anders dan de kwaadheid om het geklungel op het Heizeldrama. Op het moment zelf laat je wel een traan, maar je neemt je foto’s. Het is pas achteraf …

“Er bestaat voor slachtoffers en voor politiemensen slachtofferbegeleiding, maar niet voor journalisten, hé. Wij moeten onze rotzooi zelf opruimen.”

Leclercq: “We zijn vertellers, met onze beelden moeten we iets vertellen. Regis-treren, observeren en doorgeven. Wij zien iets met een oog dat bij andere mensen misschien niet geopend is. Ik herinner me ook dat fietske, dat is bijna dramatischer dan het lijkje zelf. Ik heb laatst nog een documentaire gezien van een bomaanslag van de IRA, ik vond de shot van een handtas van een van de slachtoffers schokkender dan de beelden van de ontploffing zelf.”

Lijken op de grasmat

> Aan de overkant, achter het andere doel, in de vakken O, N en M van de Italianen, breken de Juventusfans uit. De zogenaamde Ultra’s willen naar de overkant, hun landgenoten helpen. En wraak nemen.

Leclercq: “Het Italiaanse volk is bij uitstek een fier volk met een sterk samenhorigheidsgevoel.”

Vergult, blazend: “Wat een slagveld. Ik ben nooit ín het stadion geweest, hé. En die beelden heb ik nooit zo uitgebreid gezien. Je moet ook eens kijken hoe die ene flik een steen teruggooit, hoe een ander erop slaat. Op zulke momenten moeten de officieren toch leiding geven aan hun manschappen? In zulke situaties, waar ze ook nooit eerder mee werden geconfronteerd, komen de kleinste kantjes bij iedereen boven, hé. Misschien is dat te begrijpen.”

Leclercq: “Het merendeel van de supporters wilde heus niet vechten, probeerde alleen maar te vluchten. Niet eens vluchten uit angst, het was meer van hier hebben we niets mee te maken … Ook de brave huisvader zat daartussen, hé.”

Vergult: “Kijk eens naar dat spandoek Liverpool Reds: Animals … Tja, is dat provocerend? Dat hoort toch bij het circus? In het voetbal worden andere waarden en normen gehanteerd. Het is soms moeilijk ook, om grenzen te trekken. Vroeger werd vuile zwette niet als racistisch bestempeld. Mensen gaan naar het voetbal in plaats van naar een psychiater.”

> In het stadion proberen de massaal uitgerukte ordestrijdkrachten de rust te herstellen, de spelers gaan praten met hun supporters, roepen op tot kalmte. Buiten het stadion worden de lijken in tenten van het Rode Kruis opgestapeld of met vlaggen bedekt. Vlaggen die er door de wind van de helikopters weer afwaaien. De gewonden worden naar ziekenhuizen afgevoerd, in hun spoor vertwijfelde familie en vrienden, sommigen zoeken wanhopig in acht ziekenhuizen naar overlevenden.

Vergult: “Het was echt opstápelen, hé. En dan die staat van beleg … Een héél akelige sfeer. Wij zagen de omvang van het drama, maar in het stadion dacht iedereen dat het beperkt was gebleven tot een aantal gewonden, meen ik.”

Leclercq: “Rik zat in zijn commentatorscabine, ik had constant contact met de regiewagen. Ik denk dat de mensen van radio en televisie allemaal precies wisten wat er gebeurd was.”

> Weinig toeschouwers kennen de omvang van het drama. Bevreesd voor een nieuwe oorlog indien de wedstrijd afgelast zou worden, wordt toch beslist te spelen en komen de spelers het veld op, het is intussen al kwart voor tien. Tijdens de rust leest de speaker een lugubere lijst namen van vermisten voor.

Leclercq, zuchtend: “Ik geloof dat ze eerst niet wilden spelen maar dat ze verplicht werden. De spelers wisten dus wat er was gebeurd.”

> Liverpoolverdediger Marc Lawrenson: “De politiechef zei: je moet spelen. Achteraf gezien zeg je: dat was complete onzin. We hadden de wedstrijd gewoon moeten afbreken en naar huis gaan. “

Vergult: “Ik vind het nog steeds logisch dat de match werd gespeeld. Had men toen beslist de match niet te laten doorgaan, dan was de hel opnieuw uitgebroken.”

Leclercq: “Ik dacht: confronteer hen met het drama! Heel cru misschien, Grieks drama: leg al die lijken op de grasmat … Valt dan niet alles stil? Gaat men dan niet dénken: wat hebben onze oerkrachten hier aangericht …? Of ontstaat er nieuwe agressie bij de Italianen: wat is hier met ons volk gebeurd? ( diepe zucht) Ik weet het niet.”

Uitzenden of niet?

> Zodra beslist is dat de match wordt gespeeld, staan de Europese omroepen voor een dilemma: uitzenden of niet? In de meeste landen gaat de wedstrijd gewoon op antenne, in Duitsland niet.

Vergult: “Dat was moedig. Het verbaast me dat maar één omroep dat durfde. Te veel belangen, zeker?”

Leclercq: “Ik herinner me de discussies. En de bede: blijf alstublieft stand-by. Uiteindelijk hadden we weinig keuze: of de BRT uitzond of niet, wij maakten de beelden voor álle zenders, hé. Al herinner ik me nog heel sterk dat ik dacht: ik klik mijn camera vast en ik ga naar huis. Dit is niet juist. Niet doen! Maar toch bleef ik werken. Al voelde ik: ethisch kan ik dat niet maken. Was dit dan brood en spelen?”

> Juventus wint de wedstrijd met 1-0 dankzij een onterecht gefloten strafschop, een fout op Boniek buiten de zestien meter, omgezet door Platini. Na het laatste fluitsignaal juichen en feesten de Italianen.

Leclercq: “Beseften zij wel dat het hún doden waren? De emoties bij een dergelijke ramp zijn groter als je betrokken bent. De metro in Moskou waar vorig jaar die bomaanslag gebeurde, was de metro die mijn dochter kort daarvoor maandenlang elke dag gebruikte … Dan ben je meteen veel meer geraakt.”

> Intussen had het Rode Kruis de lijken overgebracht naar het militair hospitaal. “Men vreesde nieuwe rellen na de wedstrijd bij het zien van de lijken”, zegt de stem van Decleir. Achteraf zijn er geen incidenten meer.

Leclercq: “Na de wedstrijd wilde ik de camera niet ontmantelen, ik wilde er nog mee rondzwerven, door de chaos van vak Z. Een schoen die daar lag, een bebloed T-shirt … Ik wilde ook die beelden nog, maar het kon en mocht niet, daar ben ik nog kwaad om geweest. Ja, je zou kunnen stellen dat we dan in eerste instantie moeten denken: kunnen we niet beter helpen? Dan zeg ik: ieder zijn job. Organisatoren, veiligheidsmensen en hulpverleners vooral, hier … Al heeft de pers ook haar verantwoordelijkheid. Onze job is: doorgeven. Dit moet iedereen gezien hebben! Op het moment dat je door je derde oog aan het kijken bent, doe je je job.”

Herwig: “Een collega-fotograaf die ook Rode Kruishelper was, heeft tijdens de nacht van de ramp van de Herald of Free Enterprise eerst mensen geholpen en dan pas zijn toestel bovengehaald. Later, toen Martine Tanghe een keer slaag kreeg op een betoging van mensen van het Vlaams Blok bleef ik wel foto’s nemen. Al vroeg ik mij daarna af: had ik dat mens niet moeten helpen?”

> De Engelsen worden weggevoerd, onder begeleiding van een duizendtal politiemensen, de Italianen bewenen hun slachtoffers, België blijft ontredderd achter.

Leclercq: “Als je dit ziet, dan is het toch onvoorstelbaar dat er nog hooliganisme bestaat? Heeft men er iets uit geleerd? Zijn de stadions nu veilig? Is de ticketverkoop nu strenger? ( zucht) Ik hoop het …”

Vergult: “Of het nu op voetbalwedstrijden of op betogingen is, in België of elders … veelal zijn rellen te wijten aan amokmakers die alleen maar rellen willen. Tuig dat niets met dat voetbal of die betoging te maken heeft. Kleine kernen, ik heb het vaak meegemaakt in Brussel.”

Een vuile dag

> Jan Decleir besluit: “29 mei 1985 was de dag dat het voetbal zijn onschuld verloor.”

Vergult: “Voor mijn vak heb ik het topvoetbal daarna nog wel wat moeten volgen. Maar ik vind voetbal nog steeds alleen mooi zolang het recreatief blijft. Derde, vierde klasse, provinciaal … Op topniveau zijn er te veel uitwassen, commerciële vooral.”

Leclercq: “Ik ben nooit een liefhebber geweest. Al onderken ik de schoonheid van het spel, de sierlijkheid hoe een bal vijftig meter naar de overkant wordt getrapt en een speler precies daar aankomt, dat is toch onwezenlijk? Gevolgd door het emotionele, voor de mensen aan de zijlijn. Die schoonheid heb ik die hele dag in Brussel nooit gevoeld. Toen ik thuiskwam, heb ik twee of drie keer na elkaar een bad genomen. Om al die vuiligheid af te wassen. Diezelfde dag was het ook de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd. Die schoonheid tegenover die vuiligheid, waar we bijna letterlijk op onze knieën door waren gekropen … Een vuile dag die nochtans ook heel mooi had kunnen zijn.”

Met dank aan Linda De Leeuw, beeldarchief VRT.

door frank buyse

Zelfs de geur van de hotdogs was … anders. Roger Leclercq

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content