Albanië, het land met de laagste levensstandaard van Europa, kan zich deze week voor het eerst plaatsen voor een EK voetbal. Maar eerst moet het ook nog voorbij Servië. Een voorbeschouwing met de Belgische Kosovaarse Albanees Samir Ujkani.

De tussenstand en het resterende programma lijken gunstig. In groep I staat Albanië (11 punten) momenteel derde op 1 punt van Denemarken (12 punten), dat wel al een wedstrijd meer afwerkte en in zijn enige nog overblijvende kwalificatiematch op bezoek moet bij leider Portugal (15 punten). Albanië ontvangt donderdag Servië (1 punt) en moet zondag naar Armenië (2 punten). De eerste twee van elke groep plaatsen zich rechtstreeks voor het EK 2016 in Frankrijk, net als de beste derde; de andere derde geklasseerden spelen play-offs. Als Albanië Servië klopt en Denemarken op hetzelfde moment niet wint in Braga, dan schrijven de Albanezen geschiedenis.

Albanië tegen Servië is sowieso speciaal. Het duel ligt extreem gevoelig sinds de Servische etnische zuivering van Kosovaarse gebieden waar Albanezen woonden, eind vorige eeuw, en dat verbeterde er niet op toen de Albanese meerderheid de autonome provincie Kosovo in 2008 eenzijdig onafhankelijk verklaarde van Servië. De heenwedstrijd van een jaar geleden in Belgrado werd zelfs wereldnieuws. Die werd na 41 minuten bij een 0-0-stand gestaakt nadat een drone met een Groot-Albanese vlag het stadion was binnengevlogen en er ongeregeldheden uitbraken. De Serviër Stefan Mitrovic (AA Gent) haalde de vlag uit de lucht, Albanese spelers namen die van hem af, Servische fans gingen met hen op de vuist en in de tribunes werd massaal opgeroepen tot genocide: ‘Vermoord ze! Slacht ze af! De Albanezen moeten eraan!’ De UEFA kende Servië een forfaitzege toe, maar na verzet van de Albanese voetbalbond bij het sporttribunaal TAS werd die omgezet in een forfaitnederlaag plus aftrek van drie punten.

KIPPENVEL

Samir Ujkani, doelman bij Genoa CFC, is goed geplaatst om de opgang van Albanië in te schatten. Hij werd geboren in de toenmalige Servische provincie Kosovo, vluchtte met zijn ouders naar België toen hij zes was, werd belofte-international en twintig keer A-international van Albanië en koos vorig jaar voor de nationale ploeg van Kosovo. ‘Albanië beschikt al jaren over een goed elftal’, zegt hij. ‘Sinds twee jaar zijn ze nog versterkt met vier Zwitserse spelers met Albanese roots die voor Albanië kozen: de middenvelders Taulant Xhaka van Bazel, Amir Abrashi van Freiburg, Burim Kukeli van Zürich en Migjen Basha van Luzern. Bovendien is de organisatie veel verbeterd. In mijn beginperiode was er totaal geen organisatie. We werden telkens nerveus omdat we niet goed konden trainen. Er waren geen geschikte velden en er was geen opwarmingskledij. De verandering kwam er langzaamaan onder impuls van internationals die in hun buitenlandse clubs een ander niveau gewoon waren. Het was echt nodig dat de mentaliteit veranderde. Door het succes is in Albanië zelf ook de belangstelling voor het voetbal toegenomen. Er zijn wat meer sponsors, er zit met Skënderbeu Korçë een Albanese club in de poulefase van de Europa League en er komt meer volk kijken naar de nationale ploeg. Voorheen waren vooral Albanezen uit Kosovo en Macedonië gehecht aan voetbal. Maar of er nu veel of weinig volk was: de beleving en de ambiance zijn altijd al fantastisch geweest. Van die traditionele liederen, typisch voor de Balkan, krijg je echt kippenvel. Ze blijven maar roepen en zingen. Dat geeft je extra motivatie en kracht. Hoewel er een piste rond het veld was, kon ik niet met mijn verdediging communiceren. Zo veel lawaai is er tijdens thuiswedstrijden.’

HAAT

Hij verwacht tegen Servië een even moeilijke als gevaarlijke wedstrijd. ‘Servië is al lang uitgeschakeld, maar zal alles doen om de kwalificatie van Albanië te verhinderen. Bij elke Albanees leeft het enorm, in de media en in de cafeetjes, én bij de nationale ploeg, hoor ik van bevriende internationals. Het is een belangrijk moment: wel of niet naar het EK? Dit is echt speciaal, hoor. Het versterkt nog de band tussen mensen die afzagen in de oorlog met Servië. De controles in het stadion zullen extra scherp zijn en wie problemen veroorzaakt, riskeert celstraf. Dat is absoluut noodzakelijk, want de oorlog zit nog steeds in het bloed. Veel mensen verloren familieleden en mocht er iets fout gaan, dan vrees ik voor een drama.’

1500 jaar vaak op gruwelijke wijze oorlog voeren in de Balkan zit ongetwijfeld ook in de genen. Het is over zo’n controversiële geschiedenis moeilijk oordelen. Maar voor wie familieleden in hun platgebrande huis verkoold terugvond, is het moeilijk vergeven, weet Ujkani. ‘Als ik de verhalen van mijn familie hoor en mij daarin inleef, dan kan ik zelf ook haat voelen’, bekent hij. ‘Iedereen moet proberen daar niet in te blijven zitten, verstandig te zijn en vooruit te gaan met zijn leven. Maar ik begrijp ook dat voor wie zoiets meemaakte er een lang verwerkingsproces nodig is. Wellicht is daar zelfs een nieuwe generatie voor nodig. Het doet mij denken aan enkele oudere leraars bij wie ik als kind in België in de klas zat en die lieten zien dat ze nog altijd de Duitsers haatten.’

Hij vindt het een fout van de UEFA om Servië en Albanië in dezelfde groep onder te brengen, omdat de wonden nog onvoldoende geheeld zijn. ‘Zou het verantwoord zijn om Rusland en Oekraïne in dezelfde poule te steken?’ Respect afdwingen via het voetbal, Servië op waardige wijze verslaan met sportieve prestaties kan het verleden helpen helen, denkt hij. ‘Dat is het doel: de oorlog op het speelveld winnen, hen met een EK- kwalificatie het zwijgen opleggen, zonder supportersrellen zoals in Belgrado. Daar kon zelfs Ivan Bogdanov zomaar het veld oplopen, die Servische hooligan die tijdens de ook al stopgezette Italië-Servië een Italiaanse vlag in brand stak en vijf jaar stadionverbod kreeg.’

VREDE

Maar niet te vergeten: aanleiding voor de rellen in de heenwedstrijd was een vlag van Groot-Albanië. Een vlag met een landkaart waarop Albanië behalve Kosovo ook delen bevat van Servië, Montenegro en Macedonië waar Albanezen leven. ‘Misschien geloven sommige mensen dat Groot-Albanië echt te realiseren is en willen ze dat idee via het voetbal promoten, maar dat is niet realistisch’, zegt Ujkani. ‘Je moet die Groot-Albanese vlag vooral zien als een teken van solidariteit onder alle Albanezen over de landsgrenzen heen. Nu Kosovo meer en meer erkend wordt als een land en het vriendschappelijke wedstrijden mag spelen, koos ik voor de Kosovaarse nationale ploeg. Omdat mijn familie en ik van daar afkomstig zijn. Maar wij blijven Albanezen. Kosovaarse Albanezen.’

Hij woont in de buurt van Mitrovica, de etnisch verdeelde en meest explosieve stad van Kosovo. Serviërs en Albanezen zijn er gescheiden door de rivier Ibar. Bruggen zijn er gebarricadeerd. Maar onder bemiddeling van de EU raakten regeringsleiders van Servië en Kosovo het onlangs eens om de centrale brug weer te openen. ‘De laatste jaren zijn er eigenlijk nog maar weinig problemen geweest’, zegt Ujkani. ‘Ik hoop dat alles in orde komt en dat er weer met respect voor elkaar samengeleefd kan worden.’

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Het doel is: de oorlog op het speelveld winnen.’ SAMIR UJKANI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content