Mbaye Leye werd dit seizoen topschutter van play-off 1 en winnaar van de Ebbenhouten Schoen, de trofee die de verdienstelijkste speler van Afrikaanse origine bekroont. ‘Het voelt aan’, zegt hij, ‘alsof ik herontdekt ben.’ De dertigjarige Senegalese spits verklaart zichzelf.

Mbaye Leye: “Ik beschouw dit succes als een erkenning van al het werk dat ik in België al leverde sinds ik hier in 2007 aankwam, maar vooral van dit seizoen natuurlijk. Met alle aandacht die ik nu kreeg, voelt het aan alsof ik herontdekt ben. Mijn prestaties bij Gent en bij Standard waren anders, op andere posities, maar ik ben mijn kwaliteiten nooit kwijtgeraakt. Mijn beste niveau haal ik als ik centraal speel. Dan ben ik top.

“Meteen na de wedstrijd op Anderlecht ben je enorm ontgoocheld en verdrietig, omdat je tot de laatste minuut geloofde in de titel en dan beseft dat je geen kampioen bent geworden. Maar enkele dagen later realiseer je je weer hoe sensationeel het is voor een club als Zulte Waregem om zelfs in een systeem met play-offs tot de laatste seconde te wedijveren met Anderlecht en je te kwalificeren voor de voorrondes van de Champions League. De supporters vierden dat ook als een kampioenstitel.

“Met Gent en Standard ben ik vicekampioen geworden en hier ben ik de eerste geweest om te verklaren dat Zulte Waregem kampioen kon worden. Dat deed ik omdat ik overtuigd was dat het talent en de spirit aanwezig waren om de titel te kunnen winnen. We zijn een ploeg waarin iedereen voor elkaar werkt. De aanvallers zijn de eerste verdedigers, de pressing is ons sterke punt. Het collectief is de vedette. Maar ik wil toch graag het werk van fysiektrainer Bram De Winne onderstrepen, want het liet ons toe om die inspanningen ook in periodes met veel midweekvoetbal te blijven doen. De directie is dan weer zo slim geweest om geen druk op ons te leggen, ons altijd met de voeten op de grond te houden en alle sleutels in handen van de trainer te geven. Dan is hij op zijn best en kan hij eender waar succes halen.

“Zowel met Patrick De Cuyper als met Francky Dury onderhoud ikeen bijzondere relatie. Ik voel mij door hen aanvaard en gerespecteerd, bij alles wat er gebeurt, wordt mijn mening gevraagd en ik draag verantwoordelijkheid in de groep en in de ploeg. Dat laat mij toe bevrijd te spelen, mijn waarde ten volle te tonen en met mijn ervaring de jongeren te helpen.

“Het feit dat ik de Ebbenhouten Schoen won, bezorgde mij een gevoel van echte vreugde. Ik denk dat ik ook verkozen werd omdat mijn persoonlijkheid een beetje het idee achter de organisatie van deze verkiezing weerspiegelt. De organisatoren (vzw African Culture Promotion, nvdr) kijken niet alleen naar het talent, maar ook naar het gedrag, naar de manier waarop je als persoon in Europa Afrika vertegenwoordigt, naar de investeringen in jezelf en in anderen. Dat ik hulporganisaties in Senegal en ook Unicef steun, vind ik vanzelfsprekend. Omdat ik geprivilegieerd ben om mensen te helpen die dat het meest nodig hebben.

“Wat ik deed bij dat voorvalletje met Franck Berrier thuis tegen Genk hoort niet thuis op een voetbalveld, maar ik denk dat de gespecialiseerde jury van de Ebbenhouten Schoen ook wel begrijpt dat er in zo’n wedstrijd veel energie en zenuwachtigheid heerst én weet hoe ik mij normaal op en naast het veld gedraag. Maar ik besliste om daar niet meer op terug te komen. Er zijn dit seizoen genoeg mooie prestaties en mooie doelpunten geweest om op te focussen. Ook voor mij persoonlijk was het een fantastisch seizoen.”

Trots

“Ik ben opgevoed om te delen met anderen. Het is een must. Dat moet. Het belangrijkst in mijn leven is mijn moeder. Zij bracht mij ter wereld en voedde mij op. Voor haar zou ik te voet naar Dakar gaan. Alles zou ik doen om haar te helpen en gelukkig te maken. De dag dat zij heengaat, haal ik haar terug. Aan haar dank ik alles.

“Mijn vader is er niet meer, maar de eerste keer dat ik naar Europa kwam, was het enige wat hij zei: ‘In een ander land moet je niet je eigen cultuur opdringen, maar je aanpassen aan de mensen daar.’ Dat betekent: de andere tegemoet treden, de andere begrijpen, met de andere leven. Mijn ouders waren verre van miljonairs maar bereikten op intellectueel en materieel vlak een zeker niveau en gaven ons alles wat nodig was. We zijn moslims, maar mijn moeder stuurde mij naar een dure katholieke privéschool omdat daar de beste leerkrachten zaten. Dat wees toen al op een openheid van geest. Zij werkte zelf vanaf haar achttiende in de Centrale Bank van West-Afrika en klom daar op van een loon van bijna niets tot een groot loon. Dankbaarheid tonen voor al wat ze voor mij deed, is mijn grootste motivatie om aan een wedstrijd te beginnen. Meer dan dat besef is er eigenlijk niet nodig.

“Ik wil niet dat ze dingen zoals dat akkefietje met Berrier ziet of hoort, maar dat raakte via de media snel tot in Senegal en ’s anderendaags belde ze mij al om mij duidelijk te maken dat zoiets absoluut niet kan. Ze deed zelfs niet de moeite om te begrijpen of ik verkeerd was of niet. ‘Dat doe je niet, basta!’ Nadien legde ik haar wel uit dat een ploegmaat mij probeerde te destabiliseren, mijn concentratie verstoorde door de bal nog te beroeren nadat ik hem op de penaltystip klaarlegde; en dat het geen klap was die ik hem gaf, maar meer een tikje zoals dat weleens gebeurt bij kleine kinderen die berispt worden. Maar hoe dan ook is die geste onaanvaardbaar. Dat weet ik en dat voel ik. Wanneer je daden niet overeenkomstig zijn geweest met je diepste gedachten over hoe je hoort te zijn, dan voel je de pijn zodra je weer helemaal in osmose met jezelf bent.

“Wie mij kent, weet dat ik iedereen respecteer. Bij Zulte Waregem ken ik bijna alle mensen, ook zij die de zondag na de wedstrijd het stadion reinigen, en ik zeg iedereen altijd goedendag. Respect is voor mij hyperbelangrijk. Wanneer ik een gebrek aan respect voel bij anderen, kan mij dat storen. Voor velen zijn dat kleinigheden, maar mij kan dat enorm enerveren en frustreren. Karel D’Haene maakte daar onlangs wel een interessante opmerking over, hij zei: ‘Mbaye, je hebt gelijk, maar je moet één ding weten: bij sommige personen mag je doen wat je wilt, veranderen zullen ze nooit, dus steek je daar beter geen energie in.’ Ik ben thuisgekomen en heb gezegd: Karel heeft gelijk. Als iemand een ander niet respecteert omdat hij aan het woord ‘respect’ geen grondige betekenis geeft, dan kan je die persoon niet veranderen.

“Van de media accepteer ik objectieve analyses, van sterke en zwakke punten, van prestaties en van omstandigheden waarin die geleverd werden. Ook als die niet gunstig zijn voor mij. Maar als ik lees dat ik niet het voor Standard vereiste niveau haal, vind ik dat niet correct. Ik merk dat in grote clubs bepaalde journalisten de kant kiezen van bepaalde spelers en daardoor eenzijdig kijken en oordelen.

“Woorden kunnen mij raken. Maar kritiek tastte nooit mijn zelfvertrouwen aan. Ook het feit dat bij Standard mijn contract niet werd verlengd en ik daarom op een bepaald moment aan de kant werd geschoven, deed dat niet. Mijn karaktersterkte en mijn mentaliteit laten mij toe om – laat ons zeggen – boven alle beproevingen te staan. Ik weet van waar ik kom, ik weet wat ik doe en ik weet dat er veel mensen vertrouwen in mij stellen. Die zal ik nooit teleurstellen. Voor hen zal ik alles doen. Dat is mijn kracht.

“Elk van ons heeft natuurlijk zijn eigen karakter, maar Senegalezen willen doorgaans altijd goed doen, correct zijn, recht in hun schoenen staan en ze hechten veel belang aan wat anderen van hen vinden. In Europa noemen ze dat trots. Misschien is die zogenaamde trots tegelijk onze sterkte en onze zwakte.”

Vreugde

“De link met de slavernij en de slechte behandeling van zwarten door blanken destijds en met racisme leg ik hier in Europa nooit, neen, dat gaat mij veel te ver. Het gaat mij erom dat al het goede dat je doet soms niet erkend wordt omdat sommige mensen daar onvoldoende objectief voor zijn. Maar racisme bestaat nog altijd en is overal te vinden. Ik hoef het zelfs niet te horen, ik zie en voel het aan de manier waarop iemand naar mij kijkt of ik welkom ben, of het kan klikken en of ik met die persoon ver kan raken of niet. Racisme is te wijten aan onwetendheid en een gebrek aan openheid van geest. Daar moet je het conflict niet mee zoeken. Het beste is dan gewoon stevig op je benen te staan en uit te leggen dat je geen wilde bent, maar opgevoed en beschaafd bent. Te laten zien dat je weet hoe je te gedragen en dat je savoir-vivre hebt, misschien wel meer dan die andere.

“Huidskleur is geen afspiegeling van de realiteit van een persoon. Niet de buitenkant, niet de vorm maar de fond is het belangrijkste. Het gebeurt vaak dat de verpakking mooi is, maar dat er aan de binnenkant shit zit. Anderzijds zijn er mensen met een geweldig groot hart die de middelen missen om dat te tonen. Dan vereist het openheid van geest en de wil om naar hen toe te gaan en hen te leren kennen om dat te kunnen ontdekken. Het is zoals met een boek: de cover kan aantrekkelijk zijn, maar je moet het lezen om te weten of het goed of slecht is. Hetzelfde geldt voor mensen. Je moet naar de diepte proberen te gaan, de dialoog aangaan, luisteren en proberen te begrijpen om iemand echt te leren kennen.

“Ik hoop dat ik hier het best mogelijke beeld van Senegal laat zien: de levensvreugde, de glimlach, het respect voor anderen, het geloof en de overtuiging dat wie goed zaait goed zal oogsten.”

Geloof

“Als Senegal ondanks het vele talent dat bij grote Europese club speelt geen groot voetballand is, dan is dat omdat de beleidsmensen incompetent zijn en het systeem misbruiken om zichzelf te verrijken. Het zijn de religieuze leiders die erin slagen de vrede te bewaren in het land en de basis vormen van de politieke stabiliteit, zij doen het werk dat de regeringsleiders zouden moeten doen. Het geloof in God stelt mensen in staat om zelfs waardig te blijven in grote moeilijkheden. En er is ook een Senegalees spreekwoord dat zegt: als je geholpen wilt worden, help dan eerst jezelf. Als je verwacht dat iemand jou honderd euro zal geven, doe er dan alles voor om werk te vinden waarvoor iemand jou elke maand honderd euro betaalt. Dat is voor iedereen de beste oplossing. Door de armen te kruisen en afhankelijk te blijven van anderen, zullen we er niet uit raken. We moeten het in Afrika zelf in handen nemen, het regelen onder Afrikanen, want alles is er om vooruit te kunnen gaan: de ideeën, de middelen en de macht.

“De problemen van de Afrikanen zijn Afrikanen. De meerderheid van wie in onze landen aan de macht komt, heeft niets, maar wanneer ze aftreden, hebben ze veel. Elke machtswissel creëert nieuwe rijken die niet delen met anderen. Zo blijven de zwaksten de zwaksten.

“Maar ik ben optimistisch voor de toekomst. In bepaalde Afrikaanse landen zijn grote denkers die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het continent. En het potentieel is enorm. Wanneer hier een iPhone stuk is, gooien ze hem weg, omdat ze hem niet kunnen herstellen. Maar ga ermee naar Afrika, zelfs maar twee maanden nadat hij in Europa of Amerika is gefabriceerd, en ze zullen ervoor zorgen dat hij weer werkt. Een tv of een koelkast die kapot is, zetten ze hier in de kelder of bij het huisvuil. Bij ons zal dezelfde man die jouw iPhone weer aan de praat kreeg ook jouw tv en jouw koelkast herstellen. In Afrika moet iedereen een beetje van alles kunnen, je moet er alle beroepen kunnen. De volgende stap is dat iedereen zich gaat specialiseren op een bepaald domein en dat alles gecentraliseerd wordt. De kracht van elke maatschappij is de juiste mensen op de juiste plaats. Maar met vriendjespolitiek en eigenbelang is het moeilijk om te doen wat er gedaan moet worden. Het is maar wanneer dat uit onze mentaliteit verdwenen zal zijn, dat Afrika zijn gigantisch potentieel tot uiting zal kunnen brengen.” ?

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Huidskleur is geen afspiegeling van de realiteit van een persoon.”

“Dat ik hulporganisaties in Senegal en Unicef steun, vind ik vanzelfsprekend.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content