Na zes jaar van Europese stilte heeft Standard vorige week zijn internationale rentree niet gemist. Na de fraaie start in de competitie geeft ook de 2-0-zege tegen Straatsburg de indruk dat er op Sclessin echt werk is gemaakt van de restauratie van de club. Hoe lang dat duurt blijft af te wachten, want geen vereniging in dit land waar de fundamenten op zo’n vulkanisch gebied zijn gebouwd als Standard. Zakelijke belangen en een onduidelijk samenwerkingsakkoord met Olympique Marseille domineren het beleid en wie zich niet schikt naar de directieven van de oppermachtige Luciano D’Onofrio kan nooit overleven.

Michel Preud’homme weet dat als geen ander. Het wekte tijdens het tussenseizoen enige verwondering om de trainer zo gelaten te zien reageren op het vertrek van Daniël Van Buyten en Vedran Runje. Zo onlogisch is dat eigenlijk niet. Preud’homme wordt gedreven door een grote loyaliteit ten aanzien van D’Onofrio. Door hem werd hij in 1994 van KV Mechelen naar Benfica Lissabon getransfereerd en dankzij D’Onofrio mag Preud’homme het nu als trainer bij Standard proberen, op het moment dat Benfica door financiële problemen werd gekweld. Preud’homme heeft geen enkele reden om wat er ook op Standard gebeurt, in vraag te stellen. Hij zal niet mopperen als er straks weer een speler voor veel geld wordt verscheept, ook al moet hij dan nog maar eens aan zijn raamwerk sleutelen. En ook al ontstaat zo de indruk dat Preud’homme niet echt een hand heeft in de sportieve uitbouw van de ploeg.

Die verbondenheid en vriendschap met D’Onofrio zorgde ten aanzien van Preud’homme aanvankelijk voor argwaan in de spelersgroep. De trainer werd gewoon aanzien als een pion van de manager. Dat is niet nieuw op Standard waar er wel meer vreemde allianties bestaan. De grote verdienste van Michel Preud’homme is dat hij dat scepticisme resoluut heeft weggeveegd. Na maanden van observatie veranderde de trainer eind vorig seizoen het 4-4-2-concept resoluut in een 4-3-3. Aan die filosofie houdt hij vast. Op nationaal en internationaal vlak. Het moet de basis zijn van het succes. Van daaruit moeten de automatismen worden aangescherpt, zodat Standard in moeilijke momenten kan terugvallen op het collectief. Daar is het op dit moment nog een stuk van verwijderd. Individuele bevliegingen beslissen vaak een wedstrijd en te gemakkelijk wordt er ook naar het wapen van de lange bal gegrepen in plaats van rustig te combineren. Het is de volgende stap in de ontwikkeling van Standard : dat spelers in iedere situatie weten wat hun ploegmaat gaat doen. En dat er bij momenten rustig wordt gecombineerd, ook al botst dat met het ongeduldige temperament van de aanhang.

In afwachting daarvan is de manier waarop Michel Preud’homme het hoofd koel houdt opmerkelijk. In deze snel overkokende regio danst hij niet mee op de golven van het enthousiasme, maar blijft hij in momenten van succes realisme prediken. Terecht, want tot dusver ontmoette Standard nog geen enkele topclub. Niettemin gaat er van Preud’homme een kalmte uit die aanstekelijk werkt op de spelers. De in het verleden in verschillende clans verscheurde groep vormt ook buiten het veld een geheel. Als er nog spanningen zijn, dan worden die binnenskamers gehouden. Ook dat is nieuw in een club die van oudsher omgeven is door roddels en wilde verhalen.

Hoogten en laagten kenmerkten de voorbije jaren het spel van Standard. Er werd honderden miljoenen gepompt in nieuwe spelers, maar het rendement was nihil. Het toonde waaraan het bij Standard ontbrak : een duidelijke structuur en een politiek van continuïteit. Maar dat is moeilijk in een vereniging die zijn lot in handen legt van een makelaar voor wie bussines het credo is. Het is derhalve nog maar de vraag of Standard ooit uit zijn as herrijst.

Het manco aan stabiliteit groeit bij wel meer clubs uit tot een almaar groter wordende kwaal. In hun overlevingsgevecht laten zij leiden door exterieure invloeden en geven zij zonder verpinken makelaars de macht om de club te gebruiken als etalage voor hun ware bezigheden. Beveren dumpte zonder al te veel gewetenswroeging Emilio Ferrera, nadat die twee jaar lang in een wurgende onzekerheid knap werk verrichtte. Nu mocht de trainer opkrassen omdat zijn ideeën botsten met die van een arrogante Fransman die denkt dat hij het voetbal heeft uitgevonden.

De gekwelde bestuursleden ondergaan het machteloos. Zij blijven braaf zitten, alsof er geen grenzen bestaan. En zelfrespect in de voetballerij is uitgegroeid tot een wereldvreemd begrip.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content