Werkelijk aan alles zit een positief kantje. Hoe vaker je degradeert, hoe vaker je later de smaak van een kampioenstitel kan proeven. En die is zoet, altijd en overal. Ook in de vierde klasse B. Zo ervoer ex-eersteklasser Eendracht Aalst afgelopen weekend.

We willen geen druk zetten, maar we moeten wel kampioen worden. Vóór het seizoensbegin was dat de boodschap die trainer Patrick De Wilde te horen kreeg van het nieuwe bestuur van Eendracht Aalst. Na een tuimeling van formaat was den Iendracht in de vierde klasse beland.

Afgelopen weekend slaagde De Wilde er met zijn manschappen in om het vooropgestelde doel te bereiken. Zwart-wit zette tegen buur Verbroedering Meldert een beter resultaat neer dan eerste achtervolger Temse tegen Rupel-Boom en is mathematisch niet meer bij te halen aan de kop van vierde B. De opluchting in de Ajuinenstad is groot. Iets meer dan een jaar geleden was den Iendracht nog op sterven na dood. Het tweede dieptepunt in de tumultueuze recente geschiedenis van de club.

Wat voorafging

Uit de as van het over de kop gegane ‘KSC Eendracht Aalst’ herrees ongeveer vijf jaar geleden ‘VC Eendracht Aalst 2002’. Door het faillissement was de club automatisch van de eerste naar de derde klasse gedegradeerd, van waar ze de klim opwaarts weer zou inzetten. Die verliep echter niet zonder slag of stoot.

In het seizoen 2002/03 werd de eindronde maar in extremis gehaald. En ook daarin had Aalst alle moeite van de wereld om tegen Oud-Heverlee-Leuven het begeerde ticket voor de tweede klasse te bemachtigen. Het lukte uiteindelijk toch, na verlengingen en maar liefst zestien strafschoppen. In het seizoen 2003/04 beoogde Aalst een plaats in de middenmoot van die tweede klasse. Met 45 punten eindigde het net daaronder. Bij het begin van het tweede jaar in tweede werd de lat hoger gelegd ; rond de (sub)top. Maar de resultaten vielen tegen. Drie trainers passeerden dat seizoen de revue, een doemscenario voltrok zich : opnieuw een degradatie naar de derde klasse, deze keer een sportieve. En ook daar liep het in het seizoen 2005/06 sportief én extrasportief voor geen meter. Begin 2006 hing een tweede degradatie op rij in de lucht, deze keer naar de vierde klasse.

Weer van dat

“We wisten al gauw dat het niet goed zat”, zegt huidig manager Geert De Ridder (31). “Ik liep hier al acht à negen jaar in de club rond, als webmaster, dan hoor je wel het een en ander waaien. En eigenlijk voel je dat aan alles, of een club leeft. Op het sportieve vlak verliep de doorstroming niet correct, een fanshop was onbestaande, niet alle kantines waren geopend en het clubrestaurant sloot zelfs de deuren. Daarenboven liepen de toeschouwersaantallen terug.”

“Onder Peter Garré ( die voorzitter werd na de vereffening in 2002, nvdr) stegen we onmiddellijk naar tweede”, vertelt Bart Goubert van Black & White, een van de belangrijkste supportersclubs van zwart-wit. “De club bruiste opnieuw. Maar gaandeweg vingen we op dat Garré alsmaar meer alles zelf wou beslissen. Ook op het sportieve vlak, en daar heeft hij absoluut geen verstand van. We zakten uit tweede en vielen van de ene verkeerde beslissing in de andere.

“We hoorden van mensen in en rond de club dat de belangen van Garré minder en minder bij Eendracht Aalst lagen. Garré zit in de vastgoedsector en was bezig met het nieuwe stadion van AA Gent. Er werd ook gezegd dat hij in het bestuur op niet veel steun meer kon rekenen.”

“Op een bepaald moment”, zegt manager De Ridder, “begon Garré te stellen : ‘Dit Eendracht Aalst is niet leefbaar.’ Hij begon te spreken over een samenwerking met AA Gent. Hun invallersploeg zou hier komen spelen, de jeugd van Gent op ons jeugdcomplex, … ( blaast) Dat was allemaal zo ridicuul … Eigenlijk voor ons dé indicatie dat het serieus mis zat. Als je eerst de ambitie uit om Aalst weer naar eerste te brengen, en dan zoiets voorstelt … Toen hebben we gezegd : vier jaar na het faillissement is het hier weer van dat, dat pikken we niet.”

Wat we zelf doen …

“Op een bepaald moment zeiden Steven De Cock – iemand die ik van vroeger kende en ploegafgevaardigde was bij de jeugd – en ik : ‘We kunnen het hier beter zelf in handen nemen’,” vervolgt De Ridder. “De Cock is administratief en financieel erg sterk en weet ook aardig wat van voetbal. Ik ben eerder thuis op het commerciële en sportieve vlak. En ik zat eigenlijk zo verweven in de werking van Aalst dat ik zelf kon inschatten met welke mensen we voort konden en met welke niet. De Cock en ik overlegden en zaten op dezelfde lijn. We riepen de grote sponsors bijeen en vroegen hen of zij ons zouden steunen. Hun antwoord was : ‘Ja, dit mag niet verloren gaan.’

“We vonden dat we – zeker commercieel gezien – ook een voorzitter nodig hadden waar liefst een dynamisch bedrijf achter stond. Toen is ons Marc Schots getipt, die hier al jaren sponsor was.”

“Ik zag dat zitten”, aldus Schots (42), bedrijfsleider bij L-Door, een bedrijf in Liedekerke dat sectionaalpoorten produceert. “We startten onderhandelingen met Garré voor de overname van de club, maar die liepen niet van een leien dakje.”

“Tweeënhalve maand duurden ze”, aldus manager De Ridder. “Financiële discussies, geen vertrouwen van zijn kant, en misschien ook een beetje de schrik dat wij het goed zouden doen.”

“Wij, de supporters,” zegt Goubert, “wisten dat de mensen die zich aanboden om de club over te nemen, een hart hebben voor den Iendracht. Mensen met goede ideeën, verstand, knowhow op het gebied van voetbal. En eigenlijk gewone supporters, zoals ik en de anderen. Maar Garré weigerde elk bod.”

Tabula rasa

“Gaandeweg”, zegt manager De Ridder, “moest de druk opgevoerd worden. Het werd maart en de tijd begon te dringen, want je kan nooit een goede ploeg vormen voor het volgende seizoen als je daar pas in mei kan mee beginnen.”

“Op een bepaald moment”, zegt Goubert van Black & White, “werd er onder de supporters écht wel rekening mee gehouden dat het kon gedaan zijn. We wisten dat de kans groot was dat we het volgende seizoen geen club meer zouden hebben als we zwegen. Enkele jaren voordien waren we nog maar net aan de dood ontsnapt. Je kan niet blijven door het oog van de naald kruipen. En dan is het tijdens de wedstrijd op Torhout een beetje uit de hand gelopen. De supporters bestormden er de zittribune en maakten er Garré duidelijk wat ze van de gang van zaken vonden. Halverwege de match moest die het stadion verlaten. Een week later was de overname in kannen en kruiken.”

“Vervolgens hebben wij tabula rasa gehouden”, zegt manager De Ridder. “Eigenlijk ongeveer iedereen van de werking die er niet thuishoorde, mocht beschikken. De trainer vertrok uit eigen beweging, maar ook de technisch directeur, de hulptrainer en de hele werking bij de jeugd konden gaan. Volgens ons was Aalst tot daar ziek. Bij de doorstroming waren er problemen. Die moest op een eerlijke manier gebeuren, zonder vriendjespolitiek.”

“Het nieuwe bestuur nu heeft niks meer te maken met het oude bestuur”, zegt voorzitter Schots. “De drie mensen die het nu overgenomen hebben – Geert De Ridder, Steven De Cock, meer de man achter de schermen, en ikzelf – zijn al jaren gepassionneerd en betrokken bij het voetbal. De Ridder beschikt over een enorme kennis van het potentieel in de tweede, derde en vierde nationale. Het vorige bestuur zag matchen van Aalst en daarbuiten niets, of het moet op tv geweest zijn.

“En nog iets dat anders moest dan in het verleden : eerst moet je zorgen dat je financieel gezond bent.”

Toekomstmuziek

“Commercieel leeft het nu weer”, aldus manager De Ridder. “We konden ongeveer alle oude sponsors overtuigen om opnieuw te sponsoren, en bijna allemaal voor hetzelfde bedrag. En we haalden er dit seizoen nog 40 à 45 bij. Het vertrouwen kwam terug. Dat het nu clubmensen zijn die het heft in handen genomen hebben, was in dat opzicht cruciaal.”

“Ons budget dit seizoen is rond,” zegt voorzitter Schots, “plus : er werd een groot deel van de kosten van het vorige seizoen afgelost met gelden van dit seizoen. Na volgend seizoen hopen we op nul te staan. Het zou leuk zijn om schuldenvrij naar tweede te gaan.”

Die tweede klasse leek dit seizoen nog oneindig ver weg. Doordat het nieuwe bestuur de boel zo laat had kunnen overnemen, kon het vorig jaar in de derde klasse de scheve situatie op het sportieve vlak niet meer rechttrekken en verzeilde de ploeg op een van de degradatieplaatsen. Met de dit weekend behaalde titel zet Aalst weer een stap in de goede richting. “In drie jaar tijd naar de tweede klasse”, zegt voorzitter Schots. “Dat is de doelstelling die ik naar voren geschoven heb. En de eerste klasse ? Dat is toekomstmuziek. Daar mag over gepraat worden, maar daar ga ik mijn vingers niet aan verbranden. De supporters mogen altijd dromen, de sponsors moeten meedromen, het bestuur moet realistisch blijven en alles stap per stap nemen. Natuurlijk … Wie wil niet op het hoogste schavotje meespelen ? Iedereen wenst dat dat terugkomt.”

Als manager De Ridder vooruit kijkt, zegt hij : “In vierde hoorde Eendracht Aalst niet thuis, dat bleek. En dan spreek ik nog niet eens over het sportieve. Puur structureel, qua grootte, omvang van de club. En zelfs in derde zitten we niet op onze plaats. Ik scout ook af en toe in de tweede klasse. Als ik daar de vakken van de bezoekende supporters zie, denk ik soms … : waar zijn we mee bezig ? Bij de laatste thuiswedstrijd van Kortrijk waren er amper 1000 toeschouwers. Zo weinig volk hebben wij nooit gehad in vierde. Als je ziet dat wij dit seizoen telkens met 1000 à 1500 man op verplaatsing gingen …” En dat terwijl er vaak maar 300 supporters van de thuisspelende ploeg waren. In Aalst zelf kwamen dit seizoen telkens ongeveer 3000 toeschouwers naar de thuiswedstrijden kijken.”

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content