Vorig jaar kreeg de Ronde van Lombardije een nieuwe plaats op de kalender en sindsdien lijkt de laatste grote klassieker van het seizoen van zijn verloren prestige terug te winnen. Traditioneel diende het peloton drie weken te overbruggen tussen het WK en de klassieker van de dode bladeren. Met als gevolg dat na een lang en slopend seizoen veel toppers voor deze zware opgave bedankten en nogal wat ploegen slechts een onvolledige selectie afvaardigden. In geen koers was de eerste bevoorrading zo populair als in Lombardije. Dáár de remmen dichtknijpen betekende vervroegde vakantie.

Al van lang voor van mondialisering en specialisatie sprake was, heeft Il Lombardia een plaats in de galerij van de klassieke monumenten, samen met Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik. Van die vijf is het de enige waar de renners zelfs tot in het middengebergte moeten klimmen. Maar de jongste decennia worstelde de Noord-Italiaanse classica met haar identiteit. Om de haverklap werd het parcours hertekend. Sinds 1985 wisselde de start tussen zes verschillende steden en de aankomst tussen vijf. De organisatie danste naar het pijpen van de meest biedende.

Toen de UCI vorig jaar Il Lombardia twee weken naar voren schoof om midden oktober ruimte te scheppen voor haar eigen Ronde van Peking, reageerde wielerminnend Italië ontgoocheld. “Die aanpassing werd beschouwd als een zoveelste aanfluiting van de traditie”, zegt Marco Pastonesi, journalist van de Gazzetta dello Sport, het roze dagblad dat de wedstrijd organiseert. “De Ronde van Lombardije was de afsluiter van het wielerseizoen en aan die gewoonte mocht men niet raken.”

Maar wat een verlies leek, vindt Pastonesi vandaag een voordeel. “Nu ze al één week na het WK volgt, vormt de Ronde van Lombardije bij uitstek de gelegenheid op revanche na de regenboogstrijd.” En zo lijkt de Italiaanse herfstklassieker zijn rol voor de toekomst te hebben ontdekt. Een teruggevonden identiteit die komend weekend wordt uitgedrukt in een andere nieuwigheid: Il Lombardia wordt niet langer op zaterdag verreden, maar op zondag. Ten behoeve van de kijkcijfers, maar ook omdat het dat als grote klassieker toekomt.

Pastonesi juicht het eveneens toe dat sinds 2010 de Muur van Sormano opnieuw de poort naar de finale vormt. “Een verticaal podium”, noemt hij deze extreem steile klim, die bijna vijftig jaar lang van het parcours was verdwenen. “Het publiek ziet er de renners met amper tien kilometer per uur omhoog rijden. Mede dankzij zulke herkenningspunten kan de wedstrijd zijn eigenheid terugwinnen.”

Het was in de afdaling van de Muur van Sormano dat Philippe Gilbert vorig jaar ten val kwam en uit de wedstrijd stapte. ’s Avonds sprak de Ardennees, in 2009 en 2010 nog glansrijk winnaar in Lombardije, schertsend over de vloek van de regenboogtrui. Toen wist hij nog niet wat voor een moeilijk 2013 hem te wachten stond.

Verlost van wat hij zelf het zware gewicht van de regenboogtrui noemt, kan Gilbert zondag voor het eerst weer bevrijd aan de start van een wedstrijd komen. Zijn seizoen redden, had alleen afgelopen zondag nog gekund. Zijn seizoen alsnog kleur geven, zit er met een overwinning in Lombardije wel nog in. Maar dan moet hij zien af te rekenen met een aantal gevaarlijke concurrenten, die ook hun ontgoocheling van het WK willen doorspoelen, onder wie thuisrijder Vincenzo Nibali en Joaquim Rodríguez, tweede in Firenze en vorig jaar in dantesk weer winnaar in Lombardije.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content