Geboorteplaats en -datum?

Haarlem, 10 november 1960.

Welke sporten beoefen je zelf?

Ik ben geboren als voetballer. In mijn jeugd geloofde ik rotsvast dat ik voorbestemd was om de opvolger van Johan Cruijff te worden. Ik was het soort kind dat nog voor schooltijd al een balletje ging trappen. Ik speelde een tijdje bij het Haarlemse jeugdelftal, als linksbuiten. Op een bepaald moment is mijn voetbaldroom toch ingehaald door de aanmerkelijk minder heroïsche realiteit. Ik was immers niet goed genoeg voor mijn droomclub Ajax, maar gelukkig voldeed ik ook niet voor een ploeg als Veendam. Maar goed ook, want met mijn hang naar glorie zou ik me nooit thuis gevoeld hebben in de kelders van de eerste divisie. ( lacht)

Nog andere sporten naast het voetbal?

Ik deed een tijdje aan hardlopen, met de bedoeling om me fit te houden. Maar gaandeweg legde ik de lat hoger, met als resultaat dat ik in 2005 de marathon van Berlijn heb gelopen. Een unieke ervaring. Deze weken verblijf ik in Gent voor de repetities van een toneelstuk van Union Suspecte. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te gaan fietsen in de Vlaamse Ardennen. Dat bevalt me zo goed dat ik op 2 april de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen ga rijden.

In Nederland is Ajax jouw club, heb je ook een favoriete voetbalclub in België?

Om de een of andere bizarre reden voel ik me wel aangetrokken tot Racing Genk. Ik ben er weleens gaan kijken, een sfeervolle outsider. Toch kan Genk nooit betekenen wat Ajax voor mij betekent. Een passie voor een club is geen jas of een sjaal die je zomaar aantrekt.

Had je vroeger sportidolen?

Ik had er vier: de schaatser Ard Schenk, Muhammad Ali, Johan Cruijff en Eddy Merckx. In mijn wereld leefden die kampioenen samen in één olympisch huis, het hoofdkantoor van de sport. Dan vroeg de ene: ‘Wat doe je dit weekend?’, waarop de andere antwoordde: ‘Even een wedstrijd winnen!’ ( lacht)

Wat is jouw ultieme kippenvelmoment in de sport?

Het goud voor het Nederlandse volleybalteam op de Spelen van Atlanta in 1996. In Barcelona, vier jaar eerder, verloor Oranje de finale, maar er werd meteen gefocust op de volgende editie van de Spelen. Sommige spelers, zoals Peter Blangé, kozen echter voor het geld en gingen naar de Italiaanse competitie. Anderen, zoals Ron Zwerver, bleven trainen met de olympische ploeg in Nederland. Uiteindelijk werden alle vetes bijgelegd en versloeg Nederland in een zenuwslopende finale Italië. Echt een prachtig moment.

DOOR BREGT VERMEULEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content