DE VEDETTE : PETER ODEMWINGIE

Het parcours dat Peter Odemwingie aflegde, heeft veel weg van een sprookje. Zijn vader was een Nigeriaanse dokter, die Afrika verliet om het als voetballer te proberen in Rusland en daarna ook in Tasjkent en Oezbekistan. Daar ontmoette hij zijn vrouw en zag de kleine Peter het levenslicht. Die doorliep vervolgens alle jeugdrangen bij CSKA Moskou. “Na de schooluren en na de twee uur verplicht huiswerk ging ik altijd snel trainen. Ik herinner me ook nog dat het er niet altijd zo vrolijk aan toeging in Rusland. De politie moest ook een keer tussenkomen om relletjes te vermijden.”

Op zijn achttiende beslist Peter Odemwingie om terug te keren naar de roots van zijn vader en hij tekent bij het Nigeriaanse Bendel Insurance, de club waar ook Joseph Akpala zijn talent zal laten blijken. Daar is het dat La Louvière hem gaat halen. Onder de leiding van Ariël Jacobs kan Odemwingie volop aan zijn ontwikkeling werken. In veertien wedstrijden kan hij maar twee keer scoren, maar zijn gave techniek en zijn snelheid zorgen bij de kenners toch voor het nodige enthousiasme. Als hij ook een mooie goal maakt in de Europacupmatch tegen Benfica, begint voorzitter Filippo Gaone te beseffen dat dit goudhaantje veel zaad in het bakje kan brengen. Op het einde van de zomertransferperiode van 2004 verhuist de Nigeriaan naar Rijsel. Daar heeft hij een heel seizoen nodig om zich aan te passen, maar in zijn tweede jaar wordt hij dé man. Na twee goals tegen Metz groeit hij uit tot een trefzekere spits die met veertien goals tweede wordt in de topschutterstand achter Pedro Miguel Pauleta. Hij speelt ook met het nummer 14 op de rug. Voor de wedstrijd van vorig jaar tegen Benfica, dat toen nog werd getraind door Ronald Koeman, liet de Nederlandse coach blijken dat hij de naam van de spits niet kende, maar wel zijn reputatie : “Als de nummer 14 speelt, zullen we individuele dekking op hem toepassen, want als hij drie kansen krijgt, kan hij er twee maken.”

Ondertussen is de 25-jarige Odemwingie zowat het boegbeeld van de ploeg. Door zijn sterke prestaties dwong hij de vroegere publiekslieveling Matt Moussilou zelfs tot een verhuizing naar Nice en momenteel voert hij opnieuw de Franse ranglijst van de topscorers aan.

TACTIEK

Claude Puel zet sinds 2002 het ene mirakel na het andere neer. Met voornamelijk jonge spelers bereikte hij voor de tweede opeenvolgende keer de Champions League. Rijsel is gestoeld op een stevige verdediging maar kan ook bogen op een strijdbaar middenveld en op een creatieve en snelle voorhoede. Achterin zijn er in vergelijking met vorig seizoen geen wijzigingen : Tony Sylva staat onder de lat, Rafael Schmitz is de patron en de twee flankverdedigers Mathieu Chalmé en Grégory Tafforeau spelen erg hoog. Efstathios Tavlaridis moet centraal normaal ook zijn plaats hebben, maar zijn hoge graad van nonchalance staat Puel niet erg aan. Jean II Makoun en Stéphane Dumont zijn twee onvermoeibare werkmieren die voor de balrecuperatie zorgen. Mathieu Bodmer is de man die de opbouw verzorgt en vooraan rekent Rijsel op de vinnige Kader Keita en op de snelheid van Peter Odemwingie. In het offensieve compartiment houdt Rijsel ook nog Nicolas Fauvergue en onze landgenoot Kevin Mirallas achter de hand. l

STéPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content