Komend weekend bekampt Ernest Nfor (23) met Zulte Waregem AA Gent. Bij de Buffalo’s tekende hij zijn eerste contract in België.

Soms brengen nederlagen ook iets goeds op. Zulte Waregemmanager Vincent Mannaert moet niet nadenken over de dag dat Ernest Nfor hem voor het eerst opviel. Dat was op 12 januari 2008, de dag dat zijn grootmoeder honderd jaar werd. Die avond trapte de Kameroense spits met toenmalig tweedeklasser KV Kortrijk Zulte Waregem uit de Belgische beker. Kortrijk won met 2-1 en Nfor scoorde. Al na dat seizoen wilde Zulte Waregem hem graag inlijven, maar AA Gent, dat Nfor aan Kortrijk had uitgeleend, wilde hem aan het seizoen 2008/09 laten beginnen als een van de vier Gentse spitsen. Maar verder dan twee basisplaatsen en vier invalbeurten bracht hij het niet in de Arteveldestad.

Zijn Belgisch avontuur begon de Kameroener met Anderlecht, dat hem in 2005 in Afrika opmerkte en hem liet overkomen. Bijna een half jaar testte hij er, maar een contract kreeg hij niet bij de Brusselse club. “De technische staf gaf een negatief advies”, zegt Werner Deraeve daar nu over. Zelf vond Nfor zijn prestaties bij Anderlecht niet slecht. “Gemiddeld om de twee matchen scoorde ik, ik trok mijn plan op verschillende posities: links, rechts, alleen in de spits, samen met een andere spits, zelfs eens rechtsback. Bij Anderlecht telt je status: ik was te jong. Was ik als international bij hen beland, was het misschien anders gelopen.” Aan Nfor werd gezegd dat hij mocht terugkeren naar Kameroen. Zijn wereld stortte niet in. “Ik vond het alleen jammer dat men me geen uitleg gaf. Men stuurde me terug, misschien zouden ze me volgen en me opnieuw contacteren. Dat bracht me in verwarring: moest ik daar hoop uit putten of was het over?”

Jong talent

In december 2005 werd Nfor weer door een Europese club opgemerkt toen hij in Niamey in Niger met de nationale belofteploeg deelnam aan de Spelen van de Franstalige landen: Olympiakos Piraeus. Meer dan twee maanden trainde hij mee in Athene waar Trond Sollied toen trainer was. Hij had niet het gevoel dat hij door de mand viel. Hij heeft nog altijd een artikel waarin Rivaldo zich in de Griekse pers lovend over hem uitliet: “Hij vond me jong, maar met potentieel voor Olympiakos. Dat was niet omdat we zo vaak met elkaar optrokken: hij spreekt geen Frans en amper Engels.” Maar een contract kreeg hij ook hier niet. “In Griekenland mag je vijf niet-EU-spelers onder contract hebben. Op het einde van mijn testperiode trokken ze Yaya Touréaan. Daarmee hadden ze er vijf. Ze stelden voor dat ik zes maanden zou wachten en dan voor hen zou tekenen, maar dat zagen mijn manager en ik niet zitten.” Veel tijd restte hem niet. Zijn toeristenvisum dat drie maanden geldig was, liep nog een paar weken, de transferperiode werd één week later afgesloten. Zijn manager versierde een test in België. Met de reserven van Lokeren speelde hij tegen Brussels. Hij scoorde een van de twee goals en hoorde dat Gent wel geïnteresseerd was, maar dan moest hij ook eens met hen testen. Twee dagen later speelde hij met Gent tegen Cercle, scoorde – als hij het zich goed herinnert – vier goals en gaf twee assists. Georges Leekens vond hem een contract waard, één van zes maanden met optie om nog eens drie jaar bij te tekenen.

Maar voor de eerste ploeg vond men hem nog wat jong, dus werd hij uitgeleend aan toenmalig tweedeklasser Deinze. Daarna volgde een uitleenbeurt aan een andere tweedeklasser, Kortrijk. Met trainer Hein Vanhaezebrouck klikte het, zegt hij. Die werkte aan zijn mindere punten. Terug bij Gent verlengde hij zijn contract, maar een basisplaats zat er niet in. ” Dominic Foley, Mbark Boussoufa, Aliyu Datti en Adekanmi Olufade liepen daar rond. Vanop de bank zag ik hen bezig. Dat waren jongens voor wie ik veel respect had. Ik vond het normaal dat ik niet aan spelen toe kwam.

“In de paar wedstrijden waarin ik mocht meedoen, vond ik dat ik niet teleurstelde. Maar Gent blééf me bekijken als een jong talent.” Niet dat hij negatief terugblikt op de voorbije jaren in België. “Leekens leerde me mijn linkervoet te gebruiken. Door die uitleenbeurten maakte ik kennis met verschillende tactische systemen. Ik pas me gemakkelijk aan, ik ben niet een speler van één positie en één systeem.”

Collectief denken

Zijn visitekaartje gaf hij af toen Mbaye Leye begin dit jaar halsoverkop naar AA Gent vertrok. Samen met geld kreeg Zulte Waregem ook de jonge Kameroense spits. Toen Francky Dury plots maar één spits overhad, legde dat een heel gewicht op Nfors schouders. “Ik wist dat ik, ook al had ik een contract voor vier en een half jaar, niet te lang moest wachten om mezelf te tonen. De eerste maanden was het altijd hetzelfde: gaat hij Leye kunnen vervangen? Maar ik wil hem niet vervangen: ik wil tonen wie Nfor is en wat ik kan.” Dat lukte. Twee maanden na zijn eerste wedstrijd met de fusieclub praatte niemand nog over Leye. Alleen een schouderblessure die na de vakantie niet geheeld was, stoorde Nfors ontwikkeling. Zijn operatie en revalidatie maakten dat hij de voorbereiding miste, waardoor hij nog steeds achter de feiten aanloopt. Niemand moet hem dat zeggen. “Ik heb dit seizoen nog geen echt goeie wedstrijd gespeeld.” Dat geldt ook voor Zulte Waregem. De kracht van Zulte Waregem, zegt Nfor, is de hechte band waarmee men op het veld staat. “We spelen met hart en ziel. Zulte Waregem heeft geen vedetten, de ploeg is de vedette.”

In Bertua, in de oostelijke provincie van Kameroen die tegen de Centraal-Afrikaanse Republiek aanleunt, is hij de enige profvoetballer in Europa en een held. Vorig jaar haalde hij zijn ouders naar hier, zodat ze met eigen ogen konden zien wat hun zoon hier uitspookte en hoe hij zijn dagen vulde: “Mijn vader is rijkswachter. Hij vond het niet leuk dat ik mijn middelbare studies onderbrak, maar op mijn zeventiende was ik al titularis in mijn club en trok ik al Afrika rond voor internationale wedstrijden.”

Een nationale selectie heeft het hem nog niet opgeleverd. Hij moet lachen. “Dat kan ook niet, met al dat talent in de nationale ploeg, allemaal spelers die in grote clubs voetballen. Ik heb nog een weg af te leggen. De nationale ploeg is geen obsessie. Wat ik wil, is hier nog beter worden, en op een dag naar een grotere club kunnen gaan. Maar dat hoeft niet vandaag of morgen. Ik heb geduld.” De speler waar hij van probeert te leren, is Thierry Henry, zijn jeugdidool en grote voorbeeld. “Niet iemand die vijf man dribbelt, maar die wel met een actie of met een versnelling het verschil maakt.”

door geert foutre

Ik vond het normaal dat ik bij AA Gent niet aan spelen toe kwam.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content