Road runner

© belgaimage

Met zijn pocketformaat en elitaire voetbalopleiding, gestoeld op de basisbeginselen van La Masía, was Henry Onyekuru niet meteen voorbestemd om het te maken in de Brits ogende Jupiler League. In plaats van zijn lot te ondergaan legde de 20-jarige Nigeriaan zijn eigen wetten op.

Zou de volmaakte voetballer bestaan? Niemand die het weet. Of beter gezegd: in eenieders verbeelding zou hij er anders uitzien. In Qatar worden de dromen van Aspire Football Dreams geboetseerd door Josep Colomer, voormalig directeur van La Masía en de man die Lionel Messi ontdekte. Alleen al daarvoor verdient hij een plaats in de geschiedenisboeken. Maar Colomer hult zich al jaren in stilzwijgen als het over laPulga gaat. Hij concentreert zich liever op zijn Aspiretalentjes, genre Henry Onyekuru, die hij opspoorde via de detectiedagen op het Afrikaanse continent.

Ondanks zijn verhuis van Camp Nou naar Qatar heeft Mister Aspire zijn idyllische ideeën over voetbal nog niet verloochend. Het is dus geen toeval dat de talentenjagers van het Qatarese project, mannen die geïndoctrineerd zijn door de filosofie van de blaugrana, als een blok vielen voor Onyekuru. Met zijn bescheiden gestalte (1,75 meter) zijn vederlicht karkas en zijn punch lijkt de Nigeriaan haast een kloon van de aanvallers die La Masía aan de lopende band produceert. Kortom: hij heeft het profiel om zijn vakmanschap tentoon te spreiden onder de Spaanse zon. ‘In Spanje lopen er veel spelers rond die dezelfde afmetingen hebben als Onyekuru’, aldus ploegmaat Ivan Obradovic, die door blessures de Primera División heeft moeten verlaten en via KV Mechelen in Brussel neerstreek. ‘Eigenlijk is hij geknipt voor La Liga. Hij heeft snelheid, hij kan snel reageren, heeft een goede pass in de voeten en beschikt over een snedige dribbel. Ook belangrijk: de Spaanse competitie is fysiek niet zo zwaar als haar Engelse tegenhanger.’

Het is een vaststelling die over het Kanaal voer zou kunnen zijn voor elke stoutmoedige stand-upcomedian. Bij elke demonstratie van Messi in het shirt van Barça laait de discussie weer op: ‘Zou Leo ook kunnen uitblinken op een druilerige avond in pakweg Stoke-on-Trent? Niet zeker. Spelers die gemodelleerd worden naar de vereisten van het Spaanse voetbal, verteren het intense en gespierde Engelse spel nu eenmaal minder goed. Toch heeft Onyekuru ervoor gekozen om zijn toekomst te koppelen aan Everton. Maar eerst wil hij nog een jaartje volmaken in de Jupiler League, die in feite een miniversie is van de Premier League. Kwestie van perfect voorbereid te zijn op wat er hem komend seizoen te wachten staat in de rijkste clubcompetitie van Europa.

Reuzendoder

In zijn eerste seizoen bij de elite flirtte Onyekuru openlijk met de Gouden Stier. Intussen kent hij de codes en de ongeschreven regels van de Belgische competitie uit het hoofd. Eupentrainer Jordi Condom had in het begin nochtans zijn twijfels over de slaagkansen van Onyekuru in België: ‘Zijn snelheid was fenomenaal, maar ik was niet zeker dat hij lichamelijk geschikt was voor het Belgisch voetbal.’ Onyekuru kwam bij Eupen aan als een spits, maar werd al snel uitgewezen naar de flank. Een positie waar de balkunstenaars zich het best kunnen ontplooien op onze velden. Wie de overall van een spits wil dragen, moet blijkbaar een kolos zijn. Tijdens de laatste vijf edities van de Gouden Schoen haalden er slecht drie aanvallers het ereschavot: Lukasz Teodorczyk, Laurent Depoitre et Dieumerci Mbokani. Allemaal zijn ze minstens 1,85 meter groot.

Bij Eupen eiste Mamadou Sylla, nog zo’n kanjer van van 1,84 meter, positie 9 op en moest Onyekuru naar de linkse corridor uitwijken. Vanaf die plek dikte hij week na week zijn cv aan en kwam hij op de radar van de verdedigers. ‘Ik heb al een paar keer tegen hem gestaan en telkens valt zijn explosiviteit mij op’, weet rechtsachter Davy De fauw, die vorig week met Zulte Waregem op bezoek was in het Constant Vanden Stockstadion. ‘Hij is op zijn best als hij de diepte opzoekt in de rug van de verdediging en met zijn snelheid in een één-tegen-éénsituatie komt. Tegen ons deed hij net het omgekeerde: hij kwam vooral in de bal. Voor mij was dat natuurlijk gemakkelijker om te verdedigen.’

Door omstandigheden voetbalt de huurling van Everton nu ver weg van het zestienmetergebied, maar het doel oefent niettemin een bijzondere aantrekkingskracht op hem uit. ‘Hij staat zo gepositioneerd dat hij na zijn eerste controle recht op doel kan afgaan’, zegt Manel Expósito, assistent-trainer bij Eupen. Wanneer de bal zijn pad kruist, probeert Henry systematisch richting doelman op te rukken. Hij waant zich wellicht in een basketbalarena, waar de klok ongenadig doortikt en aangeeft hoeveel tijd er rest voor een aanval wordt afgefloten. Bij zijn balaanname weegt hij telkens twee opties af. De bal voor zich uitduwen en langs de zijlijn en op snelheid zijn bodyguard proberen af te schudden. Of op een brutale manier met de buitenkant van de voet naar binnen komen en wachten tot het raamwerk van het doel op schietafstand staat. In beide gevallen rekent de trainer van de tegenpartij erop dat zijn back assistentie krijgt van enkele ploegmaats. ‘Als verdediger weten we dat Onyekuru graag de bal naar binnen drijft. En toch is het moeilijk om er iets tegen te beginnen’, getuigt Sandy Walsh, verdediger bij Zulte Waregem. ‘Neem Arjen Robben: je weet wat hij gaat doen, maar het belet hem niet om verdedigers te passeren. Dat soort spelers hebben het vermogen om ondanks hun voorspelbaarheid de tegenstander op het verkeerde been te zetten.’

Billenkletser

Eén ding valt op bij Onyekuru: hij gebruikt geen trucs om zijn belager te misleiden. Bij hem draait veel, zo niet alles, om snelheid. Hij is afgericht om zijn tegenspeler keer op keer voorbij te lopen. In België zijn er bitter weinig spelers die hem in volle spurt kunnen bijhouden. ‘Elke dag opnieuw ben ik onder de indruk van zijn snelheid’, aldus Obradovic. ‘Zijn versnelling en de kwieke manier waarop hij iemand kan uitschakelen op de korte ruimte: amazing! Op training staat niemand graag tegen hem. Ik vind het zelf ook vervelend om op dat type speler te verdedigen.’

Het is zaak om Onyekuru in de laatste fase van een aanval in stelling te brengen. Daarom heeft Hein Vanhaezebrouck hem naar de zijkant verbannen. Daar is hij een geliefkoosd target voor de flankwissels van Sven Kums en Adrien Trebel. Of zelfs van LeanderDendoncker, die vanuit de verdediging precieze ballen kan versturen naar de andere kant van het veld. De strategie van Anderlecht bestaat erin om het blok van de tegenstrever naar rechts te lokken en de linkerkant open te laten voor de sprintdemonstraties van Onyekuru. Zijn bovenbenen doen de rest. De frêle Nigeriaan heeft de gave om in volle snelheid op het gepaste moment een ritmeverandering in te plannen. Hij combineert de explosiviteit van een honderdmeterloper met de flair van een goalgetter. Thuis tegen Standard was die cocktail goed voor een fraaie goal. Onyekuru liep onopgemerkt uit het gezichtsveld van Collins Fai, die als een magneet werd aangezogen door de bal, en verscheen op supersonische wijze op de radar van de Kameroener om de winning goal binnen te koppen.

Aan de Kehrweg lag het scenario op voorhand vast. Zijn vriend Eric Ocansey rolde de rechterflank op, Onyekuru ging op de rem staan en vuurde in een fractie van een seconde zijn spurtersdijen af om een terugspeelbal in ontvangst te nemen. De winger is een snelheidsfreak. Er moet vaart achter zitten. Nu en dan laat hij zijn technische bagage bewonderen, maar hij moet het toch vooral hebben van zijn kloeke quadriceps.

Persoonlijkheid

Wie Henry kent, weet dat de prille twintiger zelfvertrouwen te koop heeft. Zelfs toen Anderlecht in een vertrouwenscrisis belandde en hij tevergeefs zocht naar een schouderklopje van René Weiler verstopte hij zich niet. Omdat hem gevraagd werd om in de zone van de waarheid te opereren, bleef het aantal baltoetsen wel beperkt: 14 tot 34 contacten per match wanneer hij aan de aftrap stond. Maar bij elke interventie nam hij een rationeel of onberekend risico. In zijn eerste vijf duels, goed voor 383 speelminuten, ondernam hij 24 dribbels en schoot hij 12 keer op doel. Het interesseert hem geen zier of hij nu een match speelt aan de Kehrweg of de strenge fans in het Astridpark moet behagen. Het is eigen aan de studenten van Aspire: ze hebben zoveel meegemaakt dat ze van niets schrik hebben. ‘De basis van het Aspireproject is techniekontwikkeling en persoonlijkheidsvorming’, legt Colomer uit.

Voor Onyekuru & co was de weg naar Europa héél lang. Tijdens de eerste schifting moesten de spelers 25 minuten voetballen in een apocalyptisch kader. Colomer: ‘Je moet je een ondergrond inbeelden met stenen, zand en hier en daar een hoogteverschil. Ze zouden je in België uitlachen mocht je dat een voetbalveld noemen. In zo’n context pik je de spelers met karakter er zo uit. Iemand die geen persoonlijkheid heeft, laat zich niet opmerken op een slecht veld tussen tien spelers die hij nog nooit heeft gezien.’

De scouts van Aspire hadden het bij het rechte eind toen ze Onyekuru rekruteerden. Sinds de heenmatch tegen PSG vorige maand weet zelfs Dani Alves wie die tengere Nigeriaan is. De afgedankte benen van de Braziliaan waren geen partij voor Onyekuru. ‘Henry kreeg met Alves een fameuze klant voor zich, maar hij raakte nooit in paniek’, klinkt het bij maatje Dennis Appiah. ‘Het was zowaar Alves die aan het verzuipen was. Henry had zijn vertrouwen een serieuze boost kunnen geven met een doelpunt.’

Met 28 doelpunten in 48 competitiematchen zit Onyekuru aan een aardig gemiddelde. Maar zijn statistieken kunnen een opsmukbeurt gebruiken. ‘Het is een speler die met hoogtes en laagtes voetbalt’, is het oordeel van De fauw. ‘Hij moet leren om tijdens een langere periode zijn piek aan te houden. Daarom beschouw ik hem niet als een van de beste drie aanvallers in België. Hij staat wel in mijn top vijf.’

Het Belgisch voetbal en zijn matchen waarin de verdedigende blokken poreuzer worden naarmate de minuten verstrijken, lijkt dan toch een vermakelijke omgeving te zijn voor een sprintbom als Onyekuru. De voorbije maanden heeft hij aangetoond dat je niet diep in de spits moet spelen om een doelpuntenmaker te zijn.

door Alain Eliasy en Guillaume Gautier – foto’s Belgaimage

‘Hij is op zijn best als hij de diepte opzoekt in de rug van de verdediging.’ Davy De fauw

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content