Robert Volckaert is al twintig jaar ondervoorzitter van Telindus Oostende. In een vorig leven stond hij aan het roer van voetbalclub VG Oostende. Daarnaast heeft hij een advocatenbureau en zetelt hij in het TAS (Tribunal Arbitral du Sport). Drie weken na het plotse opstappen van Rudolf Vanmoerkerke werd Volckaert als nieuwe voorzitter van Telindus Oostende voorgesteld.
Verwacht ?
Robert Volckaert : Neen. Echt niet. Ik had me zelfs geen kandidaat gesteld. Ik had liever een jongere figuur als voorzitter gezien.
Had je zelf niet stilletjes gehoopt op die uitverkiezing na al die jaren als ondervoorzitter ?
Toch niet. Ik was van plan gewoon mijn functie als ondervoorzitter te blijven uitoefenen. Maar ja, achteraf blijkt dat iedereen achter mij stond. Ook Johan Vande Lanotte en Rudolf Vanmoerkerke steunden mij. Mijn eerste voorwaarde om die post te aanvaarden, was een verdeling van de taken. Ik wil dat iedereen in de raad van bestuur een zekere verantwoordelijkheid krijgt. We moeten collegiaal samenwerken. Ook Vande Lanotte zal eerst de raad van bestuur moeten raadplegen voor hij een beslissing neemt.
Wat gaat er nu gebeuren met Vanmoerkerke ?
Ik heb nog bijna dagelijks contact met hem. Hij heeft aanvaard om erevoorzitter te worden. En hij zal nog regelmatig naar de club komen, maar hij wil niets meer te maken te hebben met het dagelijks bestuur van Oostende. Dat wil echter niet zeggen dat we geen beroep gaan doen op zijn know-how.
Was zijn opstappen een verrassing voor u ?
Ja en nee. Hij had mij al eerder gezegd dat hij ermee wou kappen, maar door die dubbel schoof hij dat idee opzij. Trouwens, die hetze rond hem en Vande Lanotte is sterk overdreven. Vorige week zijn ze nog samen gaan dineren. Ikzelf heb nooit problemen gehad met Vande Lanotte. Het is de bedoeling dat Johan naast mij zal werken. Wij zullen samen de beslissingen nemen en als het moet, neem ik mijn verantwoordelijkheid als voorzitter op.
Wat zijn de eerste daden van de nieuwe voorzitter ?
Veel moet er niet veranderen. Oostende is een gezonde club en sportief gaat het ons ook voor de wind. Wel heb ik aan de raad van bestuur gevraagd om hun ideeën of verbeteringen op papier te zetten. Daaruit zullen we dan onze conclusies trekken. Ik vind het wel een handicap dat wij onze Europese wedstrijden in Gent moeten spelen. Op termijn wil ik infrastructurele veranderingen doorvoeren. Sportief gezien blijft onze eerste betrachting de landstitel en hoop ik ook bij de Final Four in de Euroliga te geraken.
