Aan de vooravond van de tweede finalewedstrijd tussen Knack Roeselare en Noliko Maaseik analyseren Claudio Gewehr, bondscoach en afscheidnemend trainer van Lennik, en Herman Vleminckx, coach van Breendonk Puurs, beide titelpretendenten.

Head-to-head

Claudio Gewehr : “Maaseik heeft het voordeel dat het over twee evenwaardige spelverdelers beschikt, maar qua niveau van de eerste setter staan beide ploegen min of meer op gelijke hoogte. Als hij zijn dagje heeft, kan Depestele met zijn opslag elke tegenstander in de problemen brengen : een surplus voor Roeselare.”

Herman Vleminckx : “De prestatie van Depestele in de bekerfinale vond ik het beste wat ik ooit van hem heb gezien. Anderzijds is ook Esko heel goed bezig bij Maaseik én zijn voordeel is dat ze hem bij Roeselare niet zo goed kennen. In de halve finale van de beker wist Roeselare, met Heynen aan de andere kant van het net : in bepaalde complex-tweesituaties en drieblok gaat hij in tachtig procent van de gevallen naar de pipe. Van Esko hebben ze te weinig gegevens om hem perfect in te schatten. Die onbekende factor op de setterpositie is een pluspunt voor Maaseik.

“Het middencompartiment vind ik kwalitatief vergelijkbaar. De Roeselaarse middenmannen zitten hoger aanvallend, terwijl die van Maaseik blokkerend beter zijn. Bekijk je het in zijn totaliteit, dan zijn ze even sterk, denk ik.”

Gewehr : “Roeselare speelt zijn middenmannen meer aan dan Maaseik, dat eerder kiest voor het veilige spel. Roeselare riskeert meer. Márquez is zeker een aanwinst voor de Belgische competitie en Stancu legt nu toch ook meer variatie in zijn aanvalspatroon. Máár : Maaseik heeft meer gestalte dan wij, dus verwacht ik dat Roeselare toch wat minder door het midden zal scoren dan tegen ons. Met Berg-mann, Roex en Raymaekers beschikt Maaseik trouwens over meer ervaring dan Roeselare. Blokkerend staan ze sterk, maar ook Márquez is een gevaarlijke blokker, van wie de spelverdeler van de tegenpartij weinig hoogte kan krijgen. Maakt hij de verkeerde keuze, dan is het bijna altijd een verloren punt, maar anders raak je er niet gemakkelijk voorbij.

“De hoofdaanvaller van Maaseik, Furtado, beschikt over veel power en zit hoog. Hij kan een wedstrijd doen kantelen maar speelt niet altijd even constant. Pyrhönen kan hem vrij goed vervangen, alleen is het voor mij een vraagteken hoe het met zijn vormpeil gesteld is, want hij kwam de jongste tijd minder aan spelen toe. Aan de andere kant van het net heb je met Contreras een fenomenale speler, die vanuit alle hoeken kan scoren. Snelle ballen, hoge ballen : het maakt voor hem dit seizoen allemaal niet uit, hij is vaak onhoudbaar. Van hem was bekend dat hij vanuit positie één en twee heel veel lijn sloeg. Daar probeerden wij op in te spelen in de halve finale, maar hij bleek ook heel sterk met de diagonale aanval. Kortom, voor mij heeft Roeselare op dit moment een betere opposite.”

Vleminckx : “Ik vind ook dat Contreras beter is dan Furtado of Pyrhönen. Als ze alledrie een goede dag hebben, zijn ze gelijkwaardig. Maar als ze een slechte dag hebben, zijn Furtado en Pyrhönen beperkter.

“Qua receptie zie ik weinig verschil in de hoekspelers. Hardy is een heel degelijke, zeg maar goede, speler. Bovendien beschikt hij over een uitstekende opslag. Het verrast me wel dat hij dat, voor zover ik daar een zicht op heb, nooit een volledige wedstrijd volhoudt. Hoho speelde dit seizoen tegen Maaseik altijd op de toppen van zijn tenen, misschien uit revanchisme. Maar je kan je niet altíjd opladen in de zin van : ‘Ik ben een echte Maaseikenaar, ik ga ze eens laten zien dat ze fout waren door mij te laten vertrekken.’ Dat blijft niet lukken, na verloop van tijd moet je terugvallen op intrinsieke kwaliteiten. Hij maakte al een enorme progressie op het receptionele vlak, maar hij is toch nog iets te instabiel. Bij Maaseik was Horstink bij het begin van de competitie matig in receptie, goed in de aanval, nu is hij gegroeid naar betrouwbaar in receptie en zeer goed in de aanval. Bravo is compleet, maar échte top heb ik hem in receptie nooit gevonden.”

Gewehr : “Ik vind Maaseik beter op de receptiehoek. Bravo is voor mij veruit de beste receptieaanvaller in België en Horstink zit heel hoog. Bij Roeselare is Hoho met zijn zware uithaal vanuit die krachtige schouder soms nauwelijks te stoppen, maar hij haalt zeker niet dezelfde hoogte als Horstink, die ik ook blokkerend en in receptie hoger inschat. Hardy, tot slot, heeft veel ervaring, maar niet dezelfde power als bijvoorbeeld Bravo.

Van Calster is een heel goede libero. Hij houdt constant iedereen wakker en laat zijn hoofd nooit naar beneden hangen. In receptie is hij stabiel en in defense staat hij overal : hij wil alle ballen pakken. Een pluspunt voor Roeselare. Maar bij Maaseik komen we hier op een heel belangrijk gegeven, vind ik. Als hun libero, Alan, minder is, dan kunnen ze het tegen elke ploeg moeilijk krijgen, maar als hij top is, dan is Maaseik haast niet te verslaan.”

Vleminckx : “Receptioneel komen Alan en Van Calster volgens mij overeen, maar verdedigend vind ik Van Calster op dit moment wereldklasse. Ze zullen hem volgend seizoen missen bij Roeselare, daar ben ik zeker van.”

Tactisch

Vleminckx : “Wij zijn maar het kleine VC Duvel, dus is het moeilijk te bepalen wat de invloed van tactiek is als Roeselare of Maaseik tegen ons volleybalt. Tegen gelijkwaardige ploegen is de input van de dag, de informatie van de actuele scouting, van belang. Omdat Maaseik een sterkere bank heeft, kan het wat dat betreft tactisch iets beter inspelen op de omstandigheden.”

Gewehr : “In hun onderlinge wedstrijd op de voorlaatste speeldag in Roeselare pakte Maaseik het tactisch erg goed aan. Ze serveerden heel gericht en brachten Roeselare daarmee in de problemen. Als Maaseik opnieuw Hoho viseert en daar evenveel voordeel uithaalt als in hun laatste duel, dan zullen ze daar munt uit slaan.”

Mentaal

Gewehr : “Mentaal is Roeselare erop vooruitgegaan. Vooral hun aanpak in de bekerfinale – zeer gedreven, zeer geconcentreerd – maakte indruk. Bij Maaseik is het nu, na zoveel jaren wíllen winnen, van moéten. Ik ben benieuwd hoe ze daarmee omgaan.”

Vleminckx : “Mentaal heeft Roeselare mij positief verrast in de bekerfinale door hun concentratie en agressiviteit. En dan bedoel ik positieve agressiviteit, geen melkerij : discussiëren over elk punt, binnen buiten. Anderzijds kwam er die anticlimax in de halve finale van de play-offs, waar ze tweemaal een 2-0-voorsprong weggaven. Eén keer konden ze nog nipt de tiebreak winnen, de andere keer verloren ze de wedstrijd.

“Maaseik heeft echter een mentaal nadeel : ze zijn het zo gewoon om kampioen te spelen. Vanuit de club zullen ze het volgens mij moeilijker hebben om zich op te laden. Qua mentaliteit heeft Roeselare een stapje voor, denk ik. Sinds ze bij het begin van het seizoen de Supercup wonnen, hebben ze veel meer het gevoel dat ze Maaseik aankunnen. Dat bleek trouwens ook in hun volgende onderlinge confrontaties.”

Conclusie

Gewehr : “Minder dan de voorbije seizoenen kan je spreken van een uitgesproken favoriet. Maaseik leek net op tijd in vorm te komen en beschikt over meer power dan Roeselare. Vooraf zou ik gezegd hebben : Maaseik maakt net iets meer kans. Na de wedstrijd zaterdag is dat zeker niet meer het geval.”

Vleminckx : “Voor het Belgische volleybal zou het goed zijn, mocht Roeselare het halen. Het is niet goed voor de sport dat Maaseik zijn monopolie behoudt. De basisploeg van Roeselare vind ik sterker, maar Maaseik heeft dan weer een bredere kern. Nu het de eerste wedstrijd in Maaseik won, zeg ik affirmatief : Roeselare wordt kampioen.”

Roel Van den broeck

‘Als libero Alan top is, dan is Maaseik haast niet te verslaan.’ (Claudio Gewehr)

‘De basisploeg van Roeselare is sterker.’ (Herman Vleminckx)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content