Bij het begin van het nieuwe Bundesligaseizoen is het vooral uitkijken naar Marco Reus (23), die Mönchengladbach verliet en de nieuwe ster moet worden van landskampioen Borussia Dortmund.

Toen talentscout Dirk Hebel voor het eerst Marco Reus zag spelen, verloor zijn team Rot-Weiss Ahlen met 1-6 van Alemannia Aachen en Reus kreeg in de 75e minuut na een vuile overtreding een rode kaart. Hebel, die eigenlijk een speler van Aachen kwam bekijken, schreef toch de naam van de jongen van Ahlen in zijn boekje, omdat hij gecharmeerd was van diens enorme bezieling en grote strijdershart.

Reus moest echter nog een hele weg afleggen en veel doorzettingsvermogen tonen vóór degenen die hem kwamen beoordelen even overtuigd waren van zijn kwaliteiten als hijzelf. Zijn bijnaam is Woody Woodpecker, de specht uit de gelijknamige tekenfilmserie. Kenmerkend voor een specht is dat hij met zijn snavel tot 12.000 keer per dag tegen het hout klopt. Tijdens het afgelopen seizoen zette Marco Reus bij Mönchengladbach 206 dribbels in en spurtte hij 704 keer de diepte in. Actief blijven maken, heet zoiets.

Door de sportjournalisten werd hij tot Voetballer van het Jaar verkozen en een jury van het magazine 11 Freunde kroonde hem tot Speler van het Seizoen. Reus is ondertussen niet meer uit de media weg te slaan en uitgegroeid tot een echte cultfiguur. Zijn overstap naar landskampioen Dortmund doet dromen van perfect uitgevoerde baltoetsen met hoge snelheid. Doordat hij besloot niet met Bayern in zee te gaan, luidde hij ook een ommekeer in het Duitse voetbal in: Dortmund slaagt er nu immers ook in om Bayern, dat er altijd prat op ging elke speler te kunnen krijgen die het wilde, naast het veld te verslaan.

Spiermassa

Ondertussen toont Reus op het trainingscentrum van Dortmund tijdens een gesloten training, die enkel vanop een verre heuvel kan worden bekeken, dat hij heel wat in zijn mars heeft: tijdens een sessie met korte passes neemt hij elke bal moeiteloos met de binnenkant van de voet aan. Het is een technisch kunststukje van de bovenste plank, maar hij voert het pretentieloos uit. Typisch Reus.

Na de training komt hij in een kort T-shirt naar het interview in een tijdelijke container. Op zijn linkerarm is een tattoo te zien met zijn naam en zijn geboortedatum, zoals op een reispas. Tijdens de vakantie is hij niet bruin geworden, want op de Seychellen bleef hij als gevolg van een maagontsteking meestal in bed. Reus heeft een zware dag met twee trainingen en tussenin een sponsorverplichting bij een voetbalschool in Sauerland. “Het is de zwaarste voorbereiding die ik ooit heb meegemaakt”, zegt hij. Maar hij weet waarvoor het goed is. De jongste twee jaar heeft hij acht kilo spiermassa bij gekweekt en bij de nationale ploeg is hij de speler met het op één na beste uithoudingsvermogen en met de beste sprintwaarden. “Het belangrijkste”, zo herhaalt hij vaak, “is echter de spelvreugde.” Bij het ophalen van zijn trofee van 11 Freunde in Hamburg houdt hij die wat onhandig vast en doet hij een bekentenis die zijn spel en zijn leven goed verduidelijkt: “Ik wil altijd maar voetballen. Dat zal nooit veranderen.” Maar voor interviews en optredens op grote podia is hij eigenlijk niet erg geschikt. Hij neuzelt enigszins tussen zijn dunne lippen en houdt het vaak bij de bekende clichés.

Tactisch geschoold

Zijn stekelhaar mag hem dan nog een jongensachtige allure geven, hij is niet de losbol voor wie velen hem houden, net zo min als iemand die er op het veld zomaar wat doelloos op los dribbelt. Toen Lucien Favre, zijn trainer bij Mönchengladbach, het onlangs had over de ruimte die Reus met zijn dribbels creëert, had hij het in de eerste plaats over zijn grote tactische rijpheid.

Daarom is het des te eigenaardiger dat nu in Dortmund een debat woedt rond de vraag of de nieuwkomer, net als de andere spelers van de landskampioen, in staat zal zijn ’tegen de bal te werken’ zoals ze daar hun systematische verdedigende concept noemen dat veel loopvermogen vereist. Om volgens dat concept te kunnen spelen moeten spelers ijverig zijn, maar ook agressief en tactisch goed geschoold. Trainer Jürgen Klopp wakkerde het debat aan met zijn uitspraak dat hij Reus wil helpen “om van hem de speler te maken die we in hem zien.” Alsof de huidige kwaliteiten van Reus niet volstaan.

Dat het hardnekkige vooroordeel blijft bestaan dat dribbelkunstenaars zoals Reus niet echt in staat zijn om ook hun verdedigende taken tot een goed einde te brengen, is voor een stuk ook te wijten aan de keuzes van Joachim Löw. Anders had de bondscoach immers wel Rolls Reus, zoals Reus in de internationale pers genoemd werd, in de basis gezet tijdens de halve finale tegen Italië, zo luidt het. Heel wat waarnemers menen dat het team met Reus erbij dan niet had verloren.

Opstapclausule

Ondertussen reageert men bij Dortmund behoorlijk positief op de nieuwkomer. “Hij heeft ons spelsysteem steeds beter onder de knie”, zegt teamgenoot Ilkay Gündogan joviaal. Misschien willen ze Marco Reus in Dortmund niet voor de tweede keer onderschatten. Van zijn achtste tot zijn zestiende droeg hij immers al de geel-zwarte kleuren, maar bij de B-jeugd vond men op zijn zestiende dat hij niet stevig genoeg was. Te klein en te spichtig.

Hoe dan ook, het steekt bij Dortmund wel dat de club meer dan 17 miljoen moest uitgeven om een speler aan te trekken die zeven jaar geleden de club verliet. Dat was nu eenmaal het bedrag dat als opstapclausule in zijn contract bij Mönchengladbach stond. Vandaar dat de club zich nu indekt voor mogelijke belangstelling van andere topclubs: als Reus Dortmund zou verlaten vóór het einde van zijn contract, dat tot 2017 loopt, moet hij minstens 34 miljoen euro opbrengen.

Dortmund is hoe dan ook de lievelingsclub van Reus. Hij verklaarde dat hij, toen hij de club verliet, voelde dat die voor altijd in zijn hart zat. Hij heeft nu een omweg moeten nemen om dat te bewijzen. Als alleen Bayern München belangstelling had getoond om hem aan te trekken, dan zou hij volgens ingewijden zeker bij Mönchengladbach zijn gebleven. Maar voor de lokroep van de geel-zwarte landskampioen, waar hij als kleine jongen ooit aan de hand van Tomas Rosicky het veld op kwam, kon hij niet anders dan bezwijken. In deze stad wonen ook zijn ouders, zijn vrienden en zijn vriendin, met wie hij sinds kort samenwoont. Alleen af en toe rijdt hij nog eens een goede honderd kilometer verder naar Mönchengladbach. Voor een bezoekje aan… zijn kapper.

DOOR JÖRG KRAMER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Een kunststukje van de bovenste plank, pretentieloos uitgevoerd. Typisch Reus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content