‘Hij incarneert de terugkeer naar het traditionele Braziliaanse voetbal.’ De Brazilianen van de Belgische eerste klasse over Ronaldinho : een lofzang.

Bij allemaal beginnen de ogen te blinken wanneer ze vertellen over hun illustere landgenoot Ronaldinho, 25 jaar en winnaar van de Gouden Bal. Voor de Brazilianen uit de Belgische eerste klasse is de vedette van FC Barcelona een inspiratiebron, een model, een idool. “Ik denk dat we deze keer echt wel terecht kunnen zeggen : het is Ronaldinho die het dichtst in de buurt komt van Pelé, de beste voetballer aller tijden,” stelt Wamberto (31, Standard). “Met deze uitspraak sprongen we in het verleden nogal eens lichtzinnig om. Maar ditmaal is het amper overdreven. Als hij Brazilië straks in Duitsland nogmaals aan de wereldtitel helpt, vier jaar nadat we in Yokohama wereldkampioen werden na een 2-0-zege in de finale tegen Duitsland, dan installeert Ronaldinho zich in de legende van het voetbal. Ik heb nog nooit een voetballer gezien die zoals hij de bal behandelt. De bal is zijn beste vriend, hij doet ermee wat hij wil. Hij is een unieke speler, ik zie momenteel nergens een tweede Ronaldinho rondlopen.”

Ronaldinho, vervolgt Wamberto, “is opgegroeid in een familie waar het voetbal centraal stond. Dat maak je dikwijls mee in Brazilië. We hebben voetbal nodig zoals brood. Zonder voetbal zou het leven niet interessant zijn. De vader van Ronaldinho voetbalde op amateurniveau, maar men vergeet soms dat zijn broer Roberto, die ook zijn raadgever is, het tot international heeft geschopt. De dramatische dood van hun vader, die omkwam bij een ongeval, heeft de band tussen de broers nog verstevigd. Samen hebben ze vaak goede keuzes gemaakt.”

Want : “Ronaldinho had bij Grêmio Porto Alegre kunnen blijven. Hij had zijn weg in Brazilië kunnen maken, hij was wereldkampioen geworden met de min 17-jarigen. Grêmio had werkelijk een genie in wording in handen. Ik kan me voorstellen dat het voor Ronaldino niet altijd makkelijke carrièrekeuzes waren.”

Ideaal voetballand

Wamberto : “Voor hem hadden Romario en Ronaldo al voor PSV gekozen en dat behoorde ook voor Ronaldinho tot de mogelijkheden. Maar hij opteerde uiteindelijk voor Parijs en PSG. Het was een weldoordachte keuze en het bleek een goede keuze. Volgens mij mikte hij toen al op Spanje. Frankrijk was slechts een soort van transitzone. En Frankrijk was goed voor zijn ontwikkeling, al deed de keuze voor Frankrijk in Brazilië veel inkt vloeien. Robinho bijvoorbeeld had het niet nuttig geoordeeld om een periode van aanpassing in te bouwen en vertrok rechtstreeks naar Real Madrid. Die vergissing heeft Ronaldinho niet begaan. Grêmio wilde hem niet lossen en zijn vertrek heeft tal van polemieken ontketend. In Parijs werd Ronaldinho vervolgens geconfronteerd met de realiteit van het Europese voetbal. Hij beleefde er niet altijd vrolijke tijden. Soms heeft hij er afgezien. Iedereen verwachtte in elke match technische hoogstandjes van hem. Die druk heeft een betere voetballer van hem gemaakt.

Maar, vindt Wamberto, “de grote klik is er toch gekomen bij FC Barcelona. Het is een club naar zijn maat. Een club ook die naadloos aansluit bij het soort voetbal dat Ronaldinho beoefent. Uiteraard zou hij zich overal hebben onderscheiden. Maar het voetbal in Spanje, dat is toch nog wat anders dan wat je ziet in Engeland, Duitsland en zelfs Italië. De Liga is het koninkrijk van het technische voetbal. Het ideale voetballand voor Ronaldinho.

“Hij kende ook het geluk om te mogen samenwerken met een schitterende Nederlandse coach, een privilege dat voordien ook al Romario en Ronaldo in Eindhoven te beurt was gevallen. Het is een niet te onderschatten voordeel. Frank Rijkaard maakte in zijn loopbaan als speler Braziliaanse voetballers mee. Hij kent onze mentaliteit. Weliswaar is het tactische bewustzijn van de doorsnee Braziliaanse voetballer veel sterker ontwikkeld dan vroeger, maar als men hem niet met de bal laat spelen, zal het niet gaan. Zelf heb ik bij Ajax Amsterdam gespeeld. De Nederlanders zijn ware competitiebeesten maar ze praktiseren een uitgesproken offensief voetbal. Dat past de Braziliaanse voetballers als een handschoen. Omringd door Nederlanders kunnen Braziliaanse voetballers hun beste voetbal produceren. Rijkaard huldigt dezelfde filosofie. Bij Barcelona zit Ronaldinho op precies dezelfde golflengte als zijn trainer. Rijkaard begrijpt Ronaldinho perfect.”

Ronaldinho, aldus Wamberto, “incarneert ergens een terugkeer naar het traditionele Braziliaanse voetbal. Ronaldo is vanzelfsprekend ook een bijzonder begaafde voetballer, maar hij is totaal anders dan Ronaldinho. Ronaldo is een puncher, een bom. Ronaldino is veeleer de pure artiest. Hij moet het niet hebben van kracht, kracht is zijn ding niet. Dat heeft Ronaldinho ook niet nodig. Je zal hem op een voetbalveld nooit horen brullen, zoals bijvoorbeeld Dunga dat deed. Wat niet wil zeggen dat Ronaldinho niet tot een leidersfiguur kan uitgroeien.”

Wamberto besluit : “De carrière van Ronaldinho is een bron van inspiratie voor iedere Braziliaanse voetballer die zijn vaderland verlaat om zijn kans te wagen in Europa. Zelf ben ik via Seraing en zelfs de tweede klasse moeten passeren alvorens een zekere reputatie te kunnen vestigen. Wanneer ik Ronaldinho zie voetballen, ben ik er trots op dat ik een Braziliaan ben. Zijn succes is een geweldige zaak voor ons allemaal. Wie Ronaldino aan het werk ziet, kan alleen maar houden van het Braziliaanse voetbal.”

Goochelen

“Ik heb er geen seconde aan getwijfeld dat hij de Gouden Bal zou winnen”, zegt Jaja Coelho (19, Westerlo). “Soms zijn er meerdere kandidaten, nu was het voor iedereen duidelijk wie zou worden verkozen. Het is zowel logisch als verdiend, Ronaldinho is de beste voetballer van het moment. Zijn technische kunstjes verbazen de hele wereld, mezelf inbegrepen. Mijn favoriete Ronaldinhodribbel is wanneer hij de bal te ver voor zich uit schijnt te spelen. De verdediger denkt dat de bal hem niet meer kan ontsnappen. Maar op het moment dat hij reageert, is het al te laat. Het is een dribbel gebaseerd op zowel behendigheid als snelheid. Het heeft iets van goochelen.

“Als ik een verdediger was,” fantaseert Coelho, “zou ik tegenover Ronaldinho nooit proberen te anticiperen. Ik zou hem afwachtend benaderen, hem proberen te verplichten tot een laterale voorzet of, beter nog, hem op zijn stappen doen terugkeren. Maar een verdediger die bijt, is eraan voor zijn moeite. Ronaldinho heeft niet leren dribbelen op een voetbalveld en zelfs niet op straat. Hij heeft zijn dribbels thuis geleerd, in huis tussen de meubelen. Nu, dat hebben we in Brazilië allemaal wel min of meer gedaan. Onze moeders mochten kwaad zijn zoveel ze wilden, het was sterker dan onszelf. Ronaldinho heeft zelfs tegen zijn hond gevoetbald. Helaas hadden wij thuis geen huisdier.”

Coelho ziet niet goed in hoe Ronaldinho zich nog zou kunnen verbeteren. “Volgens mij moet hij vooral proberen zijn kwaliteiten te bewaren. En de aanslagen op zijn ledematen vermijden. Met het ouder worden zullen zijn bewegingen natuurlijk vertragen. Dat is ook Zinédine Zidane overkomen. Met alle respect voor de Fransman, en zijn kwaliteiten zijn onbetwistbaar, maar ik vind Ronaldinho beter.”

Beter dan Pelé ? Coelho : “Ik denk niet dat er nog ooit een polemiek komt zoals toen Pelé en Maradona tegen elkaar werden uitgespeeld. Nu, we hebben allemaal gezien wie dat duel over de generaties heen heeft gewonnen : Pelé. Daar leren we best voor eens en voor altijd uit dat Pelé altijd de beste voetballer ter wereld zal blijven. Alle anderen strijden voor de tweede plaats. Zelfs Ronaldinho.”

Superseizoen

Tailson (30, Moeskroen) heeft in Brazilië nog tegen Ronaldinho gespeeld. “Ik zat toen bij Sporting, hij voetbalde voor Grêmio. Toen al was hij een schitterende voetballer. Hij is de beste speler ter wereld. En daarbovenop een bijzonder bescheiden jongen. Als ik hem vandaag zie, met zijn jongenslach om zijn lippen, denk ik altijd : hij is door het succes niet veranderd.”

Misschien, denkt Tailson, “komt dat wel omdat zijn leven niet altijd even gemakkelijk was. Bij PSG had hij tijd nodig om zich aan te passen. Hij is sterker en beter uit die aanpassingsperiode tevoorschijn gekomen. Je mag niet vergeten dat hij eigenlijk nog een kind was toen hij vanuit Brazilië naar Europa overstak. Dit is een totaal ander verhaal dan dat van Robinho, die met het statuut van halfgod bij Real Madrid belandde.”

In principe is Ronaldinho geen aanvaller, vindt Tailson. “Al belet hem dat niet om zich als een prijsschutter te ontpoppen. Vooral bij FC Barcelona manifesteert hij zich als dusdanig, omdat hij bij een ploeg speelt die voortdurend zelf het spel maakt. Maar liefst voetbalt Ronaldinho ver van het doel van de tegenstander. Het liefst krijgt hij de bal op veertig meter van het doel. Daar al kan hij het verschil maken.”

Wat is zijn geheim ? Tailson : “Dat hij geen seconde nadenkt. Hij krijgt de bal en hij stelt zich geen enkele vraag. Hij controleert de bal en hij trapt. Met de linkervoet of de rechtervoet, dat maakt niet uit. Hij is iets beter met rechts, maar dat heeft geen belang. Zijn kopspel haalt geen niveau, maar dat hindert niet. Het is niet aan Ronaldinho dat ze zullen vragen om zich in de zestien meter op te stellen om ter hoogte van de penaltystip luchtduels uit te vechten. Een ander sterk punt : zijn vrijschoppen. En iedereen weet hoe belangrijk stilstaande fasen in het moderne voetbal zijn geworden.

“Hij is bij Barcelona bezig aan een superseizoen, maar ik hoop dat hij nog beter zal zijn op het WK in Duitsland. Als bondscoach van Brazilië gooide ik Robinho en Ronaldo in de spits met daarachter Ronaldinho en Kaká. Zé Roberto en Emerson zijn mans genoeg om de bressen te dichten. Vooral omdat bij Brazilië de flankverdedigers ook redelijk hoog spelen.”

Hoe zou Tailson hem proberen af te stoppen ? “Met een zeer strakke, individuele bewaking. De enige manier om hem te beletten gevaarlijk te zijn is door te verhinderen dat hij in het bezit van de bal komt. Want zodra hij de bal heeft, wordt hij onstuitbaar.”

Buitenaards wezen

“Natuurlijk kan hij niet koppen”, lacht Igor De Camargo (22, FC Brussels). “Dat laat hij dan ook over aan Samuel Eto’o. Wat een duo ! Voor mij is Ronaldinho als een buitenaards wezen. We hebben er hier in Europa geen idee van hoe grenzeloos populair hij in Brazilië is. Ik heb dat met mijn eigen ogen gezien op een Braziliaanse luchthaven. Aan het aantal handtekeningen dat Ronaldinho moest uitdelen, kwam geen einde. En hij deed dat met een hartveroverende eenvoud. Hij blijft zeer toegankelijk, dicht bij de mensen, totaal niet losgekoppeld van het alledaagse leven. Zijn vriendelijkheid is een plezier om te zien. Voor Ronaldinho blijft voetbal een feest. Voetbal is zijn grote geluk en dat wil hij delen met zijn ploegmaats en met de toeschouwers. Hij heeft op een voetbalveld maar één doel voor ogen : zich amuseren. De mensen voelen dat en daarom stromen de stadions vol om hem bezig te zien.”

En hij is helemaal niet egoïstisch, vervolgt De Camargo. “Nochtans, wie zou hem dat kunnen verwijten ? Maar hij stelt zichzelf en zijn voetbal ten dienste van de groep. Hij helpt bij de verdeling van het spel, hij zoekt niet zoals Ronaldo of Romario de diepte op.”

De Camargo slaakt een zucht van bewondering. “Hij heeft alles. Nu al behoort hij tot de categorie van Pelé, Maradona en noem maar op. En hij is nog maar 25 jaar. Ik denk niet dat hij van het succes oververzadigd zal raken. Hij is wijs genoeg om de valkuilen van de glorie te vermijden. Volgens mij maken we nog maar het begin van zijn heerschappij mee.” l

PIERRE BILIC EN PATRICE SINTZEN

‘DE BAL IS ZIJN BESTE VRIEND, HIJ DOET ERMEE WAT HIJ WIL.’ WAMBERTO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content