Geboorteplaats en -datum?

Leuven, 15 december 1959.

Welke sporten beoefen je zelf?

Het is in periodes bij mij: vorig jaar ben ik in mei intensief beginnen te lopen om in vorm te zijn tegen dat ik naar Afghanistan trok, zodat ik zeker mee zou kunnen met onze troepen daar. ( lacht) Nee serieus, ik probeer geregeld te sporten, maar als ik in het buitenland zit, staat dat uiteraard op een laag pitje. Werken als buitenlandverslaggever is gelukkig geen zittend bestaan.

En in je jeugd?

In het lager onderwijs deed ik aan veldlopen en ik heb ook nog een jaar of drie gevoetbald. Ik was een eigenzinnige linksbuiten, maar verder dan de scholieren ben ik niet geraakt. Ik speelde bij SK Winksele-Delle, maar toen we verhuisden naar Wilsele kregen we mijn aansluiting bij de lokale ploeg niet meteen geregeld, omdat jonge voetballers niet zomaar van club mochten veranderen. Dan hoefde het voor mij niet meer. Plus: in die periode begon ik ook het uitgaan te ontdekken. ( lacht)

Welke sporten volg je passief?

Ik ben een supporter van Standard, maar ga zelden of nooit naar Sclessin. Deels uit tijdsgebrek, deels uit bijgeloof. Tijdens de laatste twee seizoenen waarin ze kampioen zijn geworden ben ik er twee of drie keer geweest en telkens verloren ze die wedstrijd. Ik zat ook in de tribune bij de kwalificatiewedstrijd voor de Champions League tegen Liverpool. Het was sinds de vorige glorieperiode begin jaren tachtig geleden dat ik nog zo’n talentvolle generatie had gezien: Defour, Fellaini, Witsel

En het wielrennen?

Dat volg ik ook met veel interesse. Een cameraploeg waarmee ik in het buitenland heb gewerkt, is er ooit in geslaagd om mij eens één dag mee te smokkelen met de Tourkaravaan. Het was die dag een bergetappe, een fantastische ervaring. En vooral grappig hoe de helft van de Lottoploeg ’s morgens nog met veel poeha aan de start stond om uiteindelijk buiten tijd binnen te komen aan de finish. Waar ter wereld ik ook gestationeerd ben, ik probeer altijd de koers te volgen. Zo heb ik tijdens de tweede Intifada de Ronde van Vlaanderen bekeken in Ramallah. En tijdens Parijs-Roubaix 2005, de eerste die Boonen won, was ik in Rome voor de pausverkiezing. Toch heb ik ook die koers kunnen volgen.

Naar welke sportmensen kijk je op?

Op dat vlak ben ik schaamteloos chauvinistisch: Justine Henin, Philippe Gilbert, Frederik Deburghgraeve … Maar, in tegenstelling tot al mijn generatiegenoten, ben ik geen Merckxist, maar een Verbeeckiaan! ( lacht) Frans Verbeeck was immers een neef van mijn grootvader, dus supporterden we in de jaren zeventig vooral voor hem.

DOOR BREGT VERMEULEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content