Bruno Govers

Het nummer 10 van Congo was de beste speler van zijn land tijdens de Africa Cup. Ook in ons land wil hij schitteren.

Dat hij slechts 162 centimeter boven de grond uitsteekt, belet niet dat Pitshou Zola Matumona alles heeft van een grote voetballer. Dat het nummer 10 van de Democratische Republiek Congo tijdens de Afrikaanse landenbeker van 2006 de enige speler was die in drie wedstrijden werd uitgeroepen tot man van de match, illustreert dat ten volle.

“Alleen in het duel tegen Kameroen kreeg ik die onderscheiding niet”, zegt hij. “Maar zowel in de poulewedstrijden als in de kwartfinale tegen Egypte, dat naderhand het toernooi zou winnen, werd die eer me wel toebedeeld. Vooral voor die laatste match ben ik daar enorm fier op, want bij de Farao’s spelen toch een aantal jongens met een grote naam.”

Zijn prestaties tijdens de 25ste editie van de Afrikaanse landenbeker waren de scouts uiteraard niet ontgaan en heel wat clubs toonden belangstelling voor hem : eerst Olympique Marseille, daarna ook Palermo en Stoke City. Maar een transfer naar die clubs zat er om uiteenlopende redenen niet in.

L’OM was erg geïnteresseerd, maar voorzitter Pape Diouf vond het door mijn club, AS Vita Club Kinshasa, gevraagde transferbedrag veel te hoog”, vervolgt de Congolees. “De ploeg uit Sicilië vond het dan weer een probleem dat ik geen speler uit de Europese Unie ben. En in Engeland krijg je alleen een arbeidsvergunning als je een aantal nationale selecties achter je naam hebt, en dat aantal is groter naarmate het betrokken land lager staat op de FIFA-ranking. Spelers uit Congo moeten dus een groter aantal caps hebben verzameld dan de voetballers uit Kameroen of Ivoorkust.”

Een en ander leidde ertoe dat Pitshou Zola Matumona uiteindelijk bij de fusieclub uit de Belgische hoofdstad terechtkwam. De manager van FC Brussels, Dimitri Mbuyu, die zelf Congolese roots heeft, had op Eurosport immers de wedstrijden van de Simbas goed gevolgd en de naam van het nummer 10 in het vet onderstreept, zonder op dat ogenblik echter al te veel te geloven in de gelukkige afloop van een eventuele transfer.

“Voor een club als FC Brussels was de recentste uitgave van de Africa Cup erg interessant”, stipt voorzitter Johan Vermeersch aan. “Verscheidene landen traden er immers aan met een groot aantal spelers die nog actief waren in eigen land. De kans bestond dus dat we een Angolees of Congolees talent zouden kunnen overtuigen om bij ons te komen voetballen. Op jongens uit Kameroen of Nigeria moeten wij onze zinnen niet zetten, want die voetballen allemaal al in Europa en zijn voor ons budget hoe dan ook te hoog gegrepen. Door kort op de bal te spelen en toch het nodige geduld aan de dag te leggen, zijn we er uiteindelijk in geslaagd om een speler vast te leggen die ons bijzonder interesseerde.”

Europa boven

Matumona, geboren op 26 november 1983, debuteerde op 13-jarige leeftijd in het eerste elftal van Ami Luanga, een Congolese derdeklasser. Na amper één seizoen maakte hij al de overstap naar Style du Congo, een wat rijkere club uit Kinshasa. Maar in 2001 ging voor hem een droom in vervulling toen hij een contract tekende bij het groen-zwarte AS Vita Club. Hij speelde er drie seizoenen, maar was tussendoor in 2003/2004 ook actief voor FC Lupopo uit Lubumbashi.

“Samen met Tout Puissant Mazembe Lumumbashi en Motema Pembe, zijn FC Lupopo en AS Vita Club de vier belangrijkste teams van Congo”, zegt hij. “Dat ik eventjes naar Katanga verhuisde, komt gewoon omdat ik daar iets meer kon verdienen. Maar na enkele maanden had ik al zin om naar de hoofdstad terug te keren, want daar voel ik me beter. Bij FC Lupopo speelde ik in de Afrikaanse Champions League tegen US Nziami uit Gabon en tegen Canon Yaounde uit Kameroen. En voor mijn club uit Kinshasa trad ik in dezelfde competitie aan tegen het bekende Marokkaanse WAC Casablanca en tegen het Zuid-Afrikaanse Supersport United. In Zuid-Afrika speelden we in 2005 ook een vierhoekstoernooi tegen de plaatselijke Kaizer Chiefs en de Mamelodi Sundonws en tegen het Burundese Vital’O. De twee lokale clubs deden me meteen daarna een aanbieding, maar ik had geen zin om te gaan voetballen in een land waar het voetbal niet hoger stond aangeschreven dan bij ons. Gelukkig heb ik nog enkele maanden gewacht, zodat ik nu in Europa zit, wat uiteindelijk toch de ambitie van elke Afrikaanse voetballer is.”

Overal speelde de Afrikaanse Zola als spelverdeler, maar hij pikte ook overal vijf à tien goals per seizoen mee, zowel via vrije trappen als afstandsschoten. Dankzij dat scorend vermogen bedachten de fans van AS Vita Club hem met de originele bijnaam Rum, een verwijzing naar de vroegere goalgetter van de Mannschaft, Bayern Munchen en Inter Milaan Karl-Heinz Rummenigge.

“Ik speel het liefst achter de spitsen”, geeft hij nog mee. “Maar ik ben niet kieskeurig. Als de trainer me ergens anders posteert, probeer ik er ook het beste van te maken. Ik hoop te kunnen doorbreken bij Molenbeek, waar ik een contract tekende voor drie jaar. Misschien is het een springplank naar een nog grotere club. Bij de nationale ploeg speel ik samen met jongens die actief zijn in Engeland, Duitsland en zelfs Spanje. Van hun verhalen krijg ik soms het water in de mond. Ik zou dan ook heel graag in hun voetsporen treden.”

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content