De afdaling naar Genua is, via de snelweg vanuit het noorden, bochtenwerk met een risicogehalte, door de heuvels waartussen de stad geprangd ligt, tot aan de Ligurische Zee. De autoweg mondt uit in een gigantische haven, de grootste van Italië, de tweede van de Middellandse zee. Ooit was dit het vertrekpunt van waaruit stoutmoedige zeelui de wereld verkenden, later de vaste standplaats van Britse zakenmensen.

Zij importeerden hier eind vorige eeuw het voetbal, en stichtten in 1983 de oudste club van Italië, Genoa Cricket and Football Club. Zonder te weten lagen ze daarmee aan de basis van de hevige rivaliteit tussen Genoa en Sampdoria, het resultaat van een fusie in 1946 tussen Sampierdarenese en Andrea Doria, de club die genoemd werd naar een machtige Genuese krijgsheer uit de zestiende eeuw.

Sinds die tijd is de ‘derby van de lantaarn’ een hot item, tenminste wanneer beide clubs in dezelfde reeks uitkomen (wat niet altijd het geval was). De naam komt van het symbool van de stad, de ’torre de la lanterna’, een vuurtoren van 76 meter hoog, die de stad aan de Ligurische kust verlicht. “Geen enkele derby heeft het parfum van de lantaarn, hij is minder giftig qua sfeer dan andere derby’s, waarschijnlijk is hij daarom zo mooi”, vond Marcello Lippi ooit. Een paar jaar later werd dat anders, toen in 2011 de derby bepalend was voor het lot van een van beide ploegen. Winst van Genoa zou Sampdoria terugzetten naar tweede klasse.

Heel lang lijkt de beruchte wedstrijd op een gelijkspel te eindigen, tot in de slotminuut de Argentijnse aanvaller Boselli de zege voor de Grifoni vastlegt. Sampdoria zakt en ’s anderendaags trekken 30.000 aanhangers van de rossoblu door de stad om de begrafenis van Sampdoria te vieren. Sindsdien is de rivaliteit groot tussen de club die zijn aanhang haalt uit de periferie (Sampdoria) en de stadsclub (Genoa).

Vandaag vegeteren beide clubs in de grijze middenmoot van het Italiaanse topvoetbal. Genoa wacht al bijna 90 jaar op zijn tiende landstitel, die hen zou toelaten een ster (toegekend voor tien titels) op het blazoen te dragen. In de jaren negentig leefde Genoa in de schaduw van de aartsrivalen, die toen met het aanvalsduo Vialli-Mancini een hoofdrol speelden en de enige landstitel uit de geschiedenis behaalden.

“Maar wij waren eerst, en wij voelen ons dé ploeg van de stad, terwijl zij niet meer zijn dan een wijkploeg”, sneerde Andrea d’Angelo, vicevoorzitter van Genoa in de jaren tachtig. Sindsdien is Sampdoria terug op het hoogste niveau, maar een hoofdrol zit er ook dit seizoen voor geen van beide in.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content