Samuel Bastien: pass en impasse

© BELGAIMAGE

Een bal die van de ene grote rechthoek naar de andere gaat en via de middencirkel moet passeren, waant zich vaak in de avondspits. In deze bijzondere omstandigheden, waar de ruimte schaars is en de zenuwen gespannen staan, heeft iedereen zo zijn eigen manier om zijn plaats te vinden. Er zijn er die een kepie opzetten en midden in de opstopping postvatten om het verkeer met verfijnde passes op gang te brengen. Er zijn er ook die liever in een botsauto kruipen en eerder denken aan het hinderen van de anderen dan aan wegkomen uit de trechter.

Samuel Bastien van zijn kant is iemand die eerder met gebogen hoofd de straat oversteekt en daarbij altijd wel dat onverwachte gaatje in het verkeer vindt. Op voetbalschoenen heet dat dan: een neus voor infiltratie. Dat is een erg waardevolle kwaliteit in het zicht van de vijandelijke backlijn of wanneer de linies moeten opengetrokken worden met een dieptepass. Het voetbal van de vicekapitein van de Rouches is een spel van ruimte. De ruimte die hij creëert met zijn loopacties en de ruimtes waar hij zelf kan induiken met zijn snelheid, die al lof kreeg van Ralf Rangnick, de inspirator van het Red Bullvoetbal, toen Bastien nog het shirt van Anderlecht droeg in de Youth League.

Het nieuwe systeem van Standard is niet afgestemd op zijn kwaliteiten.

Hij kwam in de spotlight te staan toen Michel Preud’homme zijn driehoek op het middenveld aanpaste: van een driehoek met de punt naar voren maakte de coach er, na het vertrek van Razvan Marin, een met de punt naar achteren (alleen Gojko Cimirot). De nummer 28 van Sclessin kon zo de regie van het spel achterwege laten en zich richten op het creëren van kansen. Hij deed dat met schoten vanop de rand van de rechthoek en met loopacties naar de flanken om verwarring te stichten in de defensie. In de aanvankelijke 4-1-4-1 van Philippe Montanier wist hij twee keer te scoren, maar hij kende een terugval in het nieuwe systeem, toen de Franse coach leek over te schakelen naar een 3-4-3.

De nieuwe Luikse spelopbouw is niet goed afgestemd op de kwaliteiten van de Naamse middenvelder. Als deel van het duo vóór de verdediging worden zijn passes belangrijker dan zijn neus voor ruimte. Zijn zwakke punten worden belicht en zijn sterke punten komen in de schaduw te staan. Want Bastien desorganiseert een verdediging beter dan dat hij zijn eigen team organiseert. Zijn passes liggen zelden in de lijn van het spel en wanneer hij zo laag staat, geraakt hij snel in een impasse en weet hij niet goed wat te doen. Zijn infiltraties kan hij dan amper benutten.

Cijfers

0,54

Qua progressive runs was de middenvelder vorig jaar de referentie (1,08 per match). Dat zijn loopacties met de bal aan de voet waarmee de ploeg meters wint. Dit seizoen zit hij maar aan de helft (0,54).

2

Sinds zijn terugkeer uit blessure heeft de Namenaar het moeilijk in de 3-4-3 van Montanier. Hij schoot in vijf matchen maar twee keer naar het doel, geen enkele keer binnen het kader.

7%

Men dacht dat hij op een meer achteruitgeschoven positie beter uit de verf zou komen, maar dat is niet zo: tegen STVV en Oostende kwam slechts 7 procent van de Luikse passes van zijn voet.

26,9

Het aantal passes per match dat hij dit seizoen al gaf. Vorig seizoen waren dat er 34,9.

40%

Hij onderneemt nog even vaak dribbelpogingen als vorig seizoen, maar boette in aan efficiëntie: vorig seizoen slaagde 68,5 procent van zijn dribbels, nu nog maar 40.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content