Hans-Peter Lehnhoff speelde zeven jaar voor Antwerp en is nu teammanager van Bayer Leverkusen. Halverwege september verloor hij zijn oudste dochter in een auto-ongeval.

H ans-Peter Lehnhoff : “Tja ( zucht). De vraag hoe het verder met mij moet, is heel moeilijk te beantwoorden. Het leven kreeg voor mij een andere dimensie. Het is niet meer wat het voorheen was. Ik probeer natuurlijk met mijn vrouw en met Michelle, mijn andere dochter, weer alles op een rijtje te krijgen. Als er aan een tafel met vier poten één poot weg is, probeer je dat een beetje uit te balanceren. Maar het is heel moeilijk.

“Iemand die zeventien mooie jaren bij mij was, komt niet meer terug en dat betekent dat ik voor het eerst in mijn leven een groot probleem heb. Misschien is het niet op te lossen, maar je probeert het leven toch weer in andere banen te krijgen. Natuurlijk… morgen ( vorige week donderdag, nvdr)… is het… de verjaardag van mijn dochter ( buigt het hoofd, minutenlange stilte). Tja ( recht zich en veegt zijn ogen droog met een servet).

“Ik kende alleen maar de zonzijde van het leven. Financieel onafhankelijk, huis in Berlijn, stukken grond… Goed, ik werkte er hard voor, ook voor mijn familie, maar dat telt allemaal niet meer. Want mijn dochter komt niet terug. In Duitsland zegt men : die Guten sterben jung. Maar waarom ? Zij zijn het toch die ons leven beter maken ? Waarom leeft een kinderverkrachter langer ( stilte) ? Waar is bij God dan het onderscheid tussen goed en slecht ? Ik weet het allemaal niet.

“Ik had altijd het gevoel dat God op mijn drie meisjes lette, maar dat is niet gebeurd. Waarom ik ( stilte) ? Ik heb toch niemand vermoord of bestolen ? Ik heb oude mensen geholpen, kinderen met kanker gesteund, mij altijd voor alles geëngageerd. Dan heb ik liever dat men mij komt halen ! Ik ben 41 en maakte al het moois mee wat een mens kán meemaken.

“Voor mijn vrouw bestaat er geen God meer. Zij verloor met 18 jaar haar moeder en nu haar dochter. Zij wil niet meer leven en ik weet niet hoe ik dat kan oplossen. Als ik haar zeg dat er nog een dochter is om voor te leven, antwoordt ze : ‘Ik maakte al twee drama’s mee, wat wordt het derde ?’

“De jongen die reed, was een schoolvriend. Hij had drie weken zijn rijbewijs. Mijn vrouw zegt dat het een toffe gast is. Het was de eerste keer dat mijn dochter met hem meereed. Normaal komt ze met de bus of haalt mijn vrouw haar van school af. Het makkelijkste is hem de schuld te geven, wat ik in een boze bui ook wel eens doe, maar dat kan ik niet maken. Ik ben ook jong geweest, ik maakte ook fouten en soms scheelde het ook niet veel. Misschien had ik meer geluk. Maar misschien was het geluk nu opgebruikt.

“De papa en de zus van die jongen zijn bij ons geweest. Mijn vrouw wilde hen niet zien, ik sprak wel met hen. Ik dacht toen nog dat ze beiden dood waren, maar de zus zei : ‘Hij leeft nog.’ Tja ( zucht). Hij die reed, leeft en zij die ernaast zat, is dood. Dat kan je ook niet begrijpen. Je denkt : het is niet rechtvaardig. Maar ook : je kunt niet iemand extra dood wensen.

“Die vader zei dat er een getuige was die beweerde dat het zijn fout niet was en dat ik die kon bellen, maar daar begin ik niet aan. De politie zegde mij : ‘Meneer Lehnhoff, het was een fout van de bestuurder. Hij reed te snel, verloor de controle over het stuur en is over de kop gegaan. Een tweede wagen is – onvermijdelijk – op hen ingereden, aan de kant waar mijn dochter zat.

“Ze vroegen mij of ze naar de begrafenis konden komen. Ja, antwoordde ik, maar vanachter in de kerk.

“Ik vernam dat ze het die jongen nog niet zegden dat mijn dochter dood is, uit schrik voor de schok. Hij lag zes weken in coma en, hoorde ik, hij zou een hoofdletsel hebben en verlamd zijn. Ik heb het gevoel dat hij op een dag aan mijn deur zal verschijnen, maar ik weet niet wat ik dan zal doen.

“Ik had die middag net mijn vrouw afgehaald, we wilden naar huis rijden en er was file, omdat er op die weg een ongeval was gebeurd. We waren op vijfhonderd meter van haar, maar we wisten het niet. Toen we thuis waren, kwam de politie. Ik zag het aan zijn gezicht, zo bleek.

“In het ziekenhuis wou de dokter mij spreken. Hij had de foto’s bekeken en zei : ‘Er is niets meer aan te doen. Je kon het zien aan haar pupillen, als je haar ogen opentrok : da war nichts mehr. Je kunt het niet begrijpen. Dan zie je je dochter… Geen schrammetje, alsof ze aan het slapen is… Haar handen en haar gezicht waren warm… Dan kan je niet begrijpen dat ze niet meer terugkomt. Mijn vrouw zei : ‘Neen, we moeten nog iets doen, er is nog iets mogelijk. Maar er was niets meer mogelijk. Ons was meteen gezegd : ‘Van zodra we haar hoofd opendoen, explodeert het.’

“Drie dagen bleef ik bij haar terwijl ze aan de machines lag. Dat waren de mooiste momenten, al was haar hoofd de tweede dag dubbeldik gezwollen. De zondag kwamen twee van elkaar onafhankelijke dokters haar elk om beurt onderzoeken en maakte elk afzonderlijk een attest op. Uiteindelijk kwam de vraag voor orgaanschenking. Michelle zei meteen neen, maar thuis vertelde mijn vrouw dat ze het daar anderhalf jaar geleden naar aanleiding van een tv-programma eens met Saskia over had gehad. Saskia had toen gezegd dat ze dat graag wou doen, mocht er ooit iets gebeuren. Het maakte de keuze gemakkelijker. Maar gemakkelijk is het niet natuurlijk, bij iemand van zeventien jaar er alles uit te laten halen.

“Waar in Europa de organen naartoe zijn, weet ik niet, maar ik vroeg wel een foto van de persoon die dat grote en lieve hart van mijn dochter heeft gekregen. Voor mij is het belangrijk dat die er lang mee leeft. Dan weten we dat er nog een stukje van Saskia verder leeft.

“We namen afscheid ervoor, erna wilden we haar niet meer zien. Ze is ook begraven in haar lievelingskleren. Die jeans, die lievelingsschoenen, dat topje, dat shirt van Roque Santa Cruz van Bayern München. Hij was haar favoriet. Ik had hem twee shirtjes gevraagd en hij had erop geschreven : voor Saskia. Ze was er fier op. Hij was haar grote liefde.

“De begrafenis was heel moeilijk, want je wist : daar ligt je dochter in. Ik heb het zelf niet gezien, maar er is mij gezegd dat men nog nooit zoveel mannen heeft zien wenen op een begrafenis. Toni Schumacher, Rudi Völler… Allemaal grote mensen, die zelf kinderen hebben – ook grote meisjes.

“Je geeft je dochter wat ze verdient, de mooiste begrafenis die er bestaat. Mooie mis, haar favoriete songs, witte kist, rozen… De mensen zeggen : ‘Het was fantastisch.’ Je denkt : dan is het afgesloten. Maar dan ga je elke dag naar het kerkhof en denk je : wat gebeurt er nu ? Je denkt gewoon veel meer aan haar dan voorheen. Je kijkt naar de sterren, je praat met haar. Maar je krijgt geen antwoord.

“De dag voor het ongeval waren we op haar vraag nog samen iets gaan eten. Ze had een beetje geholpen met de ticketverkoop voor de ChampionsLeaguewedstrijd tegen Real Madrid. Na het eten heb ik haar een kus gegeven en is ze gegaan. ’s Avonds belde ze mij nog om te vragen of ze naar de training van Real Madrid kon gaan kijken. En toen ze thuiskwam, was ze zeer blij : ze had Beckham gezien en hij had naar haar gewuifd. ’s Anderendaags zag ik ze nog naar school vertrekken… ‘Tot vanavond’ ( stilte)…

“Haar beroep was Sport & Fitness Kauffrau. Volgende zomer zou ze in dienst van de club treden. Ze was daar zeer fier op. En voor mij was het ook heel mooi natuurlijk, iedere ochtend met mijn dochter naar het werk gaan. Tja ( stilte).

“Ook al was ze verlamd geweest, ik had haar liever nog bij mij gehad. Zodat ik elke dag haar handje kon strelen en kussen, zodat ik nog altijd drie keer per dag naar het ziekenhuis zou kunnen gaan en haar hand vasthouden en tegen haar spreken. Sommigen zeggen : ‘Zo is het beter, als je niet meer kunt bewegen.’ Maar ik heb het moeilijk om dat te beweren, als iemand van zeventien jaar er niet meer is. Je slaapt daarmee in, je staat daarmee op, je gaat daarmee werken en je komt daarmee thuis. Soms heb ik de indruk dat ze voor mij staat, maar… je weet niet of je droomt of dat het werkelijkheid is. Als ik kinderen van haar leeftijd naar school zie gaan, kijk ik altijd. Sommigen zien er langs achteren uit als mijn dochter. Dan…

“Het mag eigenlijk niet, maar ik ga altijd ’s avonds naar het kerkhof. Dan zie ik ze baden in het licht. Ze ligt boven op een berg, met haar blik naar mij thuis. Toeval natuurlijk, dat we pas naar ginder verhuisd waren. Ik was veel liever gebleven waar we waren en dat mijn dochter dan nu nog leefde.

“Voor mij was Saskia een engel op aarde. Nooit iemand kwaad gedaan, altijd geholpen. Het was het perfecte meisje, maar dat zie je pas als ze er niet meer is. Natuurlijk was ik af en toe niet tevreden als ze op school niet had opgelet, maar nu denk je : dat is peanuts. Had ik het op voorhand geweten… Maar ik wil ook niet dat het nu zo is dat Michelle kan doen wat ze wil. Dat is ook fout. Je zit tussen twee stoelen. Je wil de perfecte vader zijn, maar dat bestaat niet. Ze wordt zestien en ik wil dat ze naar mijn begrafenis kan komen. Zo is het leven : de kinderen begraven hun ouders en niet andersom.

“Was het niet dat ik nog een vrouw en een kind heb, dan zou ik bij Saskia willen zijn. Ooit zie ik haar terug. Ik vergeet nooit wat ik een jaar of vier geleden voelde in de Sint-Pieter in Rome. Dat was : er is iets.

“Mijn vrouw zei al : ‘Saskia zal voor de eerste keer oma kunnen zien.’ Oma was veertig toen ze stierf en vernam op haar sterfbed dat mijn vrouw, haar dochter, zwanger was. Dan denk je : dat is wel mooi.

“Nu mijn dochter er niet meer is, zie ik haar heel anders. Voor het eerst zie ik haar als een vrouw. Voorheen zag ik haar nog altijd als dat kleine meisje dat ik zo vaak knuffelde. Als je zo vaak weg bent voor het voetbal gaat de tijd veel te snel voorbij. Voor mij was het ook moeilijk toen ze zei : ‘Ik heb een vriend’ ( lacht).

“Haar gezicht wil ik nooit vergeten. Dat heldere beeld dat ik nu nog van haar heb, wil ik voor altijd bewaren. Daarom heb ik altijd een foto van haar bij mij. In de auto, hier ( toont haar foto op zijn gsm). Saskia was een mooi meisje dat altijd vriendelijk was en graag lachte.

“Veel mensen die ik niet ken, schreven mij dat Saskia hun zoon of dochter met problemen heeft geholpen. Ik wist dat niet. Ik ben er trots op. Saskia heeft veel van mijn vrouw, merk ik nu ik haar via haar vrienden nog beter leer kennen.

“Je moet het zelf meemaken om te weten wat het is. Als het nu op televisie, in de krant of op de radio gaat over kinderen die iets overkomen is, dan beleef je dat helemaal anders dan voorheen. Het enige positieve is dat mijn dochter niet vermoord of verkracht is geworden. Ik denk niet dat ik dat overleefd had.

“Voetbal is voor mij altijd nummer één geweest. Voor het eerst in mijn leven zeg ik nu : ‘Het is niet belangrijk, wat ik presteerde noch wat ik ermee verdiende.’ Allemaal bijzaak. Ik ben er mij door deze ervaring van bewust geworden dat de essentie liefde is. Er is een stuk liefde weggegaan. Er is een stuk van mijn hart weggesneden, maar er blijft nog wat over en daarvan moet ik zoveel mogelijk aan die twee anderen proberen te geven. Maar het is heel moeilijk (stilte).

“Je hebt schrik dat je vrouw of je dochter iets zal overkomen. Want je weet nu dat er ieder moment iets kan gebeuren. Je wil je familie beschermen, maar dat kan je niet. Anders moet je ze opsluiten. Ik wil Michelle ook liever zeggen : ‘Kom, blijf thuis.’ Maar het is een meisje dat zestien wordt en wil leven. Als ze haar schoolvriendinnen naar een discotheek ziet gaan, wil ze dat ook doen. Dan kan ik ze een beetje beschermen door ze af te halen, maar dat wil ze niet. Want die anderen worden ook niet door moeder of vader afgehaald. De angst is nog sterker geworden, denk ik.

“Het leven moet verder gaan, maar anders. Hoe weet ik ook niet. Ik probeer ergens een weg te vinden waarvan je zegt : het is niet gebeurd. Maar die weg bestaat niet.

“Mijn vrouw was twaalf dagen met Michelle in Spanje en dat was goed. Maar als je dan terugkeert, val je automatisch weer in… Je gaat naar het kerkhof, je ziet alles terug van voorheen… Het liefst wil ik alles verkopen en verhuizen. Het hoeft de andere kant van de wereld niet te zijn, tien kilometer verder kan volstaan om dit hoofdstuk af te sluiten, denk ik. Of België. Ik verloor een stuk familie, maar ik weet dat ik nog een grote familie in België heb. Ik moet iedereen van harte bedanken die er met mij meeleefde. Alle Antwerpfans, het bestuur, Eddy Wauters en zijn vrouw, Karel Vertongen. Het is nog wat te vroeg, maar ik kom zeker eens af. Ik hoop dat ze snel naar eerste klasse kunnen terugkeren.

“Het probleem is dat mijn vrouw hier niet kan vertrekken. Zij kan het niet loslaten. Een moeder, die rouwt ook anders. Misschien wíllen sommigen die pijn ook wel hebben. Een moeder draagt een kind negen maanden onder het hart, kent de pijn bij de geboorte… Die relatie is helemaal anders dan van een man. Zij vroeg mij ook om bij het afscheid in het ziekenhuis twee minuten met haar alleen te zijn. Ik heb haar geantwoord : ‘Doe dat, dat is jouw vriendin.

“Haar kamer is sindsdien niet veranderd. Ik heb mijn vrouw gezegd : ‘Als jij dat zo wilt, laat ik het zo.’ Maar voor mij is dat moeilijk, omdat ik dan zelf ook af en toe die kamer binnenga. We hebben ook nog de kleren van het ongeval. Ik wou ze niet, mijn vrouw wou ze wel.

“Ik denk dat mijn vrouw hier nooit zal kunnen vertrekken, omdat mijn dochter hier op het kerkhof ligt. Ik denk dat het ook een beetje te maken heeft met Michelle en met de vriend van Saskia. Hij is bij mij thuis. Ze was twee jaar met hem samen. Een jongen die het wat moeilijk had en die zij weer op de been had geholpen. Hij rookte een beetje gras en zo. Zij stelde hem voor de keuze : of ermee stoppen of breken met haar. Ik bezorgde hem nu een job als kok in de club. Ik heb hem gezegd : ‘Ik doe het voor Saskia.’ Omdat hij labiel is en zij fier zou zijn als hij er definitief van afgeraakt.

“Willen we het ritme van ons leven veranderen, dan moeten we echt die stap naar voren zetten. Maar we moeten het samen doen. Als speler kon ik zelf de beslissing nemen naar welke club ik ging. Nu niet, nu kan ik voor het eerst in mijn leven niet zelf beslissen.

“Mijn gevoel zegt mij dat deze situatie heel moeilijk is voor de familie. Het is een zware beproeving ( stilte).

“Soms betrap ik er mij erop dat ik een slecht geweten heb als ik eens lach. Dan kom je eens een beetje hoger en val je weer in een put.

“Voor mij is het gemakkelijker dan voor mijn vrouw, omdat ik werk. Daarom wil ik dat ze weer tussen de mensen komt. Dan kunnen we die stap verder misschien doen.

“We zullen als familie compromissen moeten maken, denk ik. Elk zijn eigen manier van rouwen. Want we moeten opletten dat we elkaar niet naar beneden trekken. Dat is heel gevaarlijk.

“Tja. Waarschijnlijk zal ik pas begrijpen wat er nu gebeurd is op het moment dat ik zelf sterf of op sterven lig. Pas dan zal ik alle antwoorden kennen, denk ik.”

door Christian Vandenabeele

‘Mijn dochter is begraven met het shirt van Roque Santa Cruz.’

‘Toen ze de avond voordien thuiskwam, was ze zeer blij : ze had Beckham gezien en hij had naar haar gewuifd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content