Manchester United klopte Leicester City, Al-Ahli versloeg Al-Hilal. Twee supercups in één stad: Londen. Sport/Voetbalmagazine was erbij, in het spoor van Jan Van Winckel, technisch directeur van de Saudische voetbalbond.

De begroeting op de trappen van het Langham Hotel is hartelijk. Stevige handdruk, warme knuffel. ‘Zo doen we dat in Saudi-Arabië’, lacht Jan Van Winckel. De 42-jarige Belg zit piekfijn in het pak. Precies een jaar geleden stapte hij op bij Olympique Marseille en werd hij technisch directeur van de Saudische voetbalbond. Zijn derde dienstverband is het in de grootste woestijnstaat van het Midden-Oosten, na eerdere passages bij Al-Hilal en Al-Ahli, uitgerekend de twee clubs die morgen om de Saudische supercup strijden. Dat duel wordt voor het tweede opeenvolgende jaar in Londen gespeeld. Toen op Queens Park Rangers, nu op Fulham. ‘Ze hadden op 5000 toeschouwers gemikt. Daagden er 12.000 op, bijna allemaal Saudi’s die in Londen leven. Een enorm succes. Nu hopen ze op 15.000 man.’

De supercup is de reden van Jan Van Winckels aanwezigheid in de Engelse hoofdstad. Een ruime Saudische delegatie heeft haar intrek genomen in het statige hotel hartje Londen. Nog steeds op de trappen kruisen we Faysal, een van de assistenten van Bert van Marwijk, de Nederlander die zich vorige zomer door Van Winckel liet overhalen om Saudisch bondscoach te worden. ‘Faysal zit altijd rechts naast Bert op de bank. Zo wilde ik het, dat heb ik Bert meteen gezegd. De hervorming van het Saudische voetbal begint bij de coaches. Dan moet er ook een op de bank bij de nationale ploeg, vind ik.’

Voorbij de draaideur botsen we op Adrie Koster, nog een assistent van Van Marwijk en een vriend van Van Winckel sinds hun samenwerking bij Club Brugge. De nooit om een kwinkslag verlegen zittende coach is geen haar veranderd, al gaat het lachen hem tijdelijk wat moeilijker af door een kleine operatieve ingreep aan de bovenlip. Buiten Koster maken nog drie Nederlanders deel uit van Van Marwijks staf, onder wie zijn schoonzoon Mark van Bommel, de enige die er niet bij is in Londen. ‘Adrie en Roel (Coumans, voorheen ook Van Marwijks assistent in Hamburg, nvdr) wonen voltijds in Riyad. Bert en de anderen pendelen tussen Nederland en Saudi-Arabië.’

RAPPORT VOOR BIELSA

Londen blaakt op deze zonnige zondagochtend. We lopen het hoekje om voor een stevig ontbijt, dat ons door de dag moet helpen. Lunchen zit er niet in vandaag. Over een paar uur vertrekken we naar Wembley, waar voor Van Winckel een warm weerzien wacht met enkele Saudische oude bekenden die hem onze kaarten voor de Community Shield tussen Engels landskampioen Leicester City en bekerwinnaar Manchester United zullen overhandigen. ‘Toch had ik er liever gisteren Liverpool-Barcelona bijgewoond, ook al was dat maar een vriendschappelijk duel’, zegt Van Winckel. ‘Maar ik wilde de olympische wegrit niet missen. Ik ben zot van de koers. Het is mijn droom om ooit een Parijs-Roubaix mee te maken.’

Van Winckel kiest voor fruit, yoghurt en havervlokken. Een jaar geleden zat hij hier ook. Drie dagen voor de start van de Franse competitie was hij opgestapt bij Olympique Marseille, waar hij dik een jaar als assistent-trainer en rechterhand van Marcelo Bielsa had gewerkt. De Argentijn, door Van Winckel bewonderend ‘de beste coach ter wereld’ genoemd, hield het vervolgens na één speeldag ook voor bekeken. ‘Ik volg hem al lang. Mijn eindwerk voor de Pro License ging over hem. Nooit eerder heb ik met iemand samengewerkt die zo veeleisend is als hij. Ik heb afgezien, maar werken voor Bielsa is de beste beslissing uit mijn leven geweest.’

Van Winkel vloog van Marseille naar Riyad, waar een contract als technisch directeur van de Saudische bond voor hem klaar lag. Een job met verantwoordelijkheid en aanzien, die niet zomaar uit de lucht kwam vallen. Hij kende het land en het land kende hem. Van 2002 tot 2004 was Van Winckel assistent van Aad de Mos bij Al-Hilal, van 2012 tot zijn aanstelling bij Marseille technisch directeur bij Al-Ahli. Toen Bielsa begin 2015 werd benaderd voor de job van Saudisch bondscoach, wilde hij dat pas overwegen als er eerst een doorlichting van het Saudische voetbal voor hem werd gemaakt. Van Winckel werd bij de gesprekken betrokken en stelde een team van landgenoten samen met wie hij eerder bij Al-Ahli samenwerkte, onder wie Bart De Roover en Pieter Jacobs (vandaag nog altijd revalidatiecoach bij Marseille). ‘Het resultaat was een rapport van 1300 pagina’s. Daaruit heb ik na mijn aanstelling een masterplan ter hervorming van het Saudische voetbal gedistilleerd. Er staan nu 147 projecten in de steigers.’

BELGISCHE DIMENSIE

Een halfjaar na het contact tussen Bielsa en de Saudische bond bereikte niet de Argentijn maar Van Winckel een akkoord met de reus op lemen voeten. Saudi-Arabië telt 25 miljoen inwoners, voor het overgrote deel jongeren, en slechts 170 multisportclubs. Van Winckel: ‘Dat betekent dat veel jongeren niet in competitieverband kunnen uitkomen. Mede doordat er onder de zestien jaar niets wordt georganiseerd. Clubs worden zwaar gesubsidieerd, maar leveren amper return. Daarnaast heb je een heleboel privéacademies. Die mikken op de rijke kinderen, incasseren het lidgeld, en klaar. Zo krijg je een model dat simpelweg niet werkt. Het hele sportlandschap moet worden hertekend. Vandaar dat men mij ook heeft gevraagd toe te treden tot het Olympisch Comité.’

Het eerste wat Van Winckel deed, was de 170 clubs prikken op een landkaart van Saudi-Arabië. ‘Daar heb ik vervolgens de Belgische dimensie op ingesteld. Met andere woorden: clusters van 200 kilometer gemaakt. Dan zie je in het zuiden een club zonder andere club binnen zo’n straal. Begin dan maar eens iets te organiseren.’

Van Winckel bevroeg alle clubs en coaches met die ene, cruciale vraag: waaruit bestaat het Saudische voetbal-DNA? ‘Dat resulteerde in een boekje over hoe we de volgende twintig jaar in Saudi-Arabië gaan opleiden. Ik zet het mee in de steigers en na een paar jaar moet ik mezelf overbodig hebben gemaakt. Op ons eerste grote coachescongres heb ik de microfoon genomen en gezegd: ‘Ik hoor hier eigenlijk niet thuis, jullie technisch directeur moet een Saudi zijn.’ Voor mij zat er een Spanjaard op deze stoel, daarvoor Gérard Houllier, en zo veranderde het beleid zowat elke twee jaar.’

ONDER EEN BRUG

Van Winckel deelde het land op in 24 districten en trok met financiële steun van de FIFA en de UEFA evenveel districtmanagers aan. Daarboven plaatste hij vier regiomanagers. Die mensen schakelde hij in in een nieuw selectiesysteem dat de grootste talenten bij de beste clubs moet brengen. Hij voerde jeugdcompetities onder de zestien jaar in, met als gulden regel: elke vader moet in staat zijn om z’n zoon te bekijken. ‘Nu is dat niet het geval. Jeugdselecties vliegen urenlang over dit onmetelijke land om een wedstrijd te spelen en verblijven dan in vijfsterrenhotels.’

Maar lui en verwend, zoals wel eens wordt beweerd van de jeugd in de andere golfstaten, zijn de Saudi’s niet. Van Winckel rakelt een jeugdwedstrijd op van een Saudische selectie tegen hun rijke Qatarese leeftijdsgenoten: 7-0 werd het. ‘Dat vat het goed samen. In Qatar en de Emiraten is alles perfect geregeld, met synthetische velden en zo. In Saudi-Arabië gaat het nog om het pure voetbal. Twee goaltjes onder een brug en ze voetballen. Dit land heeft dezelfde goede mix tussen rijke en arme jongens zoals België met z’n blanke en zwarte voetballers. Dat maakt je alleen maar sterker.’

Met Van Winckels masterplan ambieert Saudi-Arabië een duurzame plaats in de top 35 van de FIFA-ranking. Hij nodigde Bob Browaeys en Kris Van der Haegen uit om het Belgische model uit de doeken te komen doen, zette zijn rechterhand Sander Van Praet naast zich en gaf Bart De Roover vijf maanden om alle jeugdacademies door te lichten en van een label te voorzien. Ook de privéacademies, want zij zullen in de toekomst kunnen deelnemen aan de door de bond georganiseerde competities. Een eerste vorm van erkenning is het, die nu al haar vruchten afwerpt. Sinds drie weken kunnen clubs en academies zich online registreren. ‘Kijk, ‘ zegt Van Winckel met een blik op zijn smartphone, ‘weer zes inschrijvingen. De aanmeldingen stromen binnen.’

LOKALE COACHES

Van Winckel deed nog meer. Hij verzamelde een groepje jonge Saudi’s (‘van de nieuwe generatie, allemaal harde werkers’) rond zich in een technisch comité. Samen werkten ze een nieuw jeugdtransfersysteem en solidariteitsmechanisme uit. Zijn idee om jeugdwedstrijden zonder scheidsrechters te laten verlopen, slikte hij weer in. Howard Webb was er niet zo voor. De voormalige Britse topref is scheidsrechtersbaas van de Saudische bond en vond dat ook de arbitrage zich moet kunnen ontwikkelen, en dan was dit een slecht idee. Een topsportschool naar Belgisch model komt er dan weer wel: volgende maand gaat ze van start met 28 leerlingen.

Cruciaal is de opleiding van coaches. ‘Toen ik hier aankwam, waren er over het hele land slechts 200 gediplomeerde trainers en één FIFA-instructeur om nieuwe coaches op te leiden. Alleen al in 2016 hebben we het aantal coaches verdubbeld. Er komt een C-cursus in elk district en we starten een Pro License op, waarvoor we achttien coaches hebben toegelaten. De bedoeling is dat over drie, vier jaar al die cursussen door Saudi’s worden gegeven. Het is mijn overtuiging dat een land zich alleen kan ontwikkelen met lokale coaches. Na mij moet de volgende technisch directeur ook een Saudi zijn.’

‘Saudi-Arabië is een sleeping giant‘, besluit hij met een verwijzing naar een bericht van Erik Abrams, de Belgische technisch directeur van de Australische voetbalbond, die eerder ook bij Al-Ahli werkzaam was. ‘Hij was jaloers op mij. Weet je, hier was niets. Dan heeft alles wat je doet direct impact. Ik ben best fier op wat ik in één jaar heb bereikt. In oktober teken ik normaal bij voor drie jaar. Daarna neem ik een sabbatical en ga ik weer studeren.’

AAN DE KAARTTAFEL

Tijd voor een taxi. Praten over zichzelf is niet het liefste wat hij doet, maar tijdens de rit naar Wembley gebeurt het toch. ‘Ik heb drie keer met Aad de Mos gewerkt, twee keer met Jacky Mathijssen, drie keer bij KV Mechelen: ondanks dat ik niet de makkelijkste ben om mee samen te werken, word ik toch vaak teruggevraagd. Ik ben nog nooit ergens ontslagen en als ik vertrek, betaal ik zelf mijn ontslagvergoeding. Mensen noemen me soms sec, rationeel of ‘de professor’, maar dat is niet helemaal wie ik ben.’

Bedachtzaam en respectvol vertelt hij over het gezin waarin hij opgroeide. Vader arbeider in een aluminiumfabriek, moeder een hardwerkende huisvrouw, vier zonen. Een arbeidersgezin met de juiste waarden. Hij studeerde Latijn-Grieks aan ‘een streng college’ in Duffel en bracht zijn woensdagmiddagen door in het café van zijn grootmoeder. ‘Ik zette de kaarttafels mee in gang. Dat is óók een stuk van mijn leven.’

Een leven dat als tiener helemaal in het teken stond van de sport. Inmiddels zit Van Winckel ruim twintig jaar in het trainersvak. ‘Door een blessure. Ik was twintig en kreeg last van pubalgie. Overbelasting, ik sportte te veel. Dat was mijn grote geluk, want zo werd ik al jong trainer. Heerlijke tijden beleefd bij Stade Leuven met jongens als Dries Mertens, Denis Odoi en Dennis Praet. Er is aan mij zeker geen topper verloren gegaan, al stond ik wel in de universitaire ploeg. Ik was vooral een goeie zaalvoetballer. Daarin haalde ik wel de nationale ploeg. Maar laat ons eerlijk zijn: in die tijd was zaalvoetbal nog een cafésport.’

Van Winckel zette mee zijn schouders onder de groei van het zaalvoetbal in België en doet dat nu ook in Saudi-Arabië, waar hij Antwerpenaar Yves Heremans aanstelde als bondscoach van het Saudische futsalteam. ‘Ik geloof erg in futsal als instrument in de ontwikkeling van voetballers’, zegt hij, terwijl de iconische boog boven Wembley voor ons opdoemt.

FLATER FELLAINI

De Community Shield is de eerste wedstrijd met inzet namens Manchester United met José Mourinho en Zlatan Ibrahimovic als de nieuwe blikvangers. Man U heeft de bal, maar doet er weinig mee. ‘Ze hebben balbezit, maar dertig meter lager dan de ploegen van Pep Guardiola‘, stelt Van Winckel vast. Leicester speculeert even voorspelbaar op de snelheid van Jamie Vardy. De verrassende landskampioen counterde zich vorig seizoen naar de landstitel met een opvallend laag percentage balbezit. ‘Maar kwam dat omdat het achter een ongrijpbare aanholde, of omdat het bewust voor snelle diepgang koos?’, werpt Van Winckel op. ‘Vardy was in heel de Premier League de man met de meeste balrecuperaties in het laatste derde van het veld. Dat betekent dat je hoog druk zet. Kortom, statistieken zeggen niet alles.’

In de rust – Man U leidt gevleid met 1-0 – botst Van Winckel op een van zijn oud-medewerkers bij Al-Ahli. Twee jaar werkte hij bij de club uit Djedda, na Riyad de grootste stad van Saudi-Arabië. Herinneringen worden opgehaald en tanden bloot gelachen. De joviale man heet Abubadr, wat zoveel betekent als vader van Badr, de Arabische naam ook van Van Winckels in Djedda geboren zoon Bente. ‘Die twee jaar waren de mooiste uit mijn leven’, bekent hij.

De tweede helft is al begonnen wanneer de bierbekers in onze handen nog gevuld zijn en we op de tv-schermen in de machtige ruimte onder de tribunes Marouane Fellaini ondoordacht zien terugspelen op zijn doelman en zo Vardy op weg zetten naar de gelijkmaker. Recuperatie van Vardy, in het hoogste derde van het veld: wat zei Van Winckel ook alweer? Ibrahimovic bezorgt Mourinho uiteindelijk nog de zege met zijn enige opvallende actie van de middag.

Later die avond treffen we Van Marwijk en Koster bij de Japanner. Zij hebben de wedstrijd op een scherm in de pub gevolgd. Flessen witte wijn komen op tafel en bij de sushi gaat het nu over hun voetballersknieën, wat daar allemaal niet meer in zit en de pijn die ze elke dag veroorzaken. Maar spijt? Neen, dat niet. ‘Het is het allemaal waard geweest.’

RUZIE IS TABOE

Saudische hoogdag in Londen. Aan het ontbijt een handvol bondsleden, onder wie een legergeneraal in het dagelijks leven. Niet één die niet ooit blijkt te hebben gevoetbald en daar trots het bewijs van wil laten zien op z’n smartphone. Korrelige zwart-witfoto’s, uit kranten waarvan het Arabisch geen geheim meer is voor Van Winckel: na zes jaar leven en werken in de regio kent hij de taal.

‘Ik voel me goed in Saudische cultuur’, zegt Jan Van Winckel, er onmiddellijk aan toevoegend dat hij niet over geopolitiek wil praten. Daarvoor voelt hij zich te onwetend. ‘Ik heb niet op alles een antwoord. Maar ik heb in Marseille gewoond: daar kom je na zonsondergang niet meer buiten. In Saudi-Arabië voel ik me veilig met mijn familie. Ik woon er nu toch alles samen zes jaar en heb er nooit enige agressie ervaren. Daarom stoor ik me ook zo aan de eenzijdige berichtgeving in Europa. Saudi’s zijn rustige mensen, die nooit hun stem verheffen: ik heb hen graag.’

In de Arabische praatcultuur is ruzie maken taboe. ‘Alles wordt uitgepraat. Aanvaard je dat niet, dan lig je eruit’, zegt hij, ondertussen zelf een rust uitstralend die niet helemaal aansluit bij de gejaagdheid die onder zijn vel zit. Hij parafraseert een wijsheid die hem is aangereikt door een Arabier en die hij geleerd heeft ter harte te nemen: ‘Europeanen zijn jagers: die gaan recht op hun doel af. Arabieren gaan met hun geweer in de schaduw van een boom zitten en wachten tot de prooi zich aandient.’

KLEINE STOELENDANS

Rond Craven Cottage, het charmante stadionnetje van Fulham FC aan de boorden van de Theems, heerst een aangename drukte. Het blauw van Al-Hilal, de koninklijke club uit Riyad, en het groen van Al-Ahli domineren het straatbeeld. Nergens hangt ook maar een zweem van agressie. Een blik in de tribunes laat er geen twijfel over bestaan: de kaap van 15.000 toeschouwers is gerond. ‘Jammer dat prins Abdullah er niet is’, zegt Van Winckel over de minister van Sport, die in Rio is voor de Olympische Spelen. De prins, sinds 2013 meerderheidsaandeelhouder bij de Engelse derdeklasser Sheffield United, was voorzitter van Al-Hilal in de periode dat Van Winckel er met Aad de Mos aan de slag was. ‘Dit was een ideale gelegenheid om hem in een ontspannen sfeer te ontmoeten.’

Voor ons zit Van Marwijk met zijn Nederlandse staf. Nog een paar rijen lager ontstaat een kleine stoelendans wanneer kort voor de aftrap de gouverneur van Riyad arriveert. Hij is degene die na afloop de trofee zal overhandigen aan de winnaar. Op het veld herkennen we plots de Belgische scheidsrechter Sébastien Delferière. Van Winckel herkent uiteraard nog meer gezichten en wijst op de aanvoerder van Al-Hilal tijdens de toss. ‘Zie je die nummer 10? Die heb ik nog getraind, kun je nagaan.’

Er blijkt nóg een bekende tussen de lijnen te staan: Osama Hawsawi, het nummer 33 bij Al-Hilal en in 2012 enkele maanden op de loonlijst bij Anderlecht. De centrale verdediger speelde één wedstrijd voor paars-wit en maakte daarbij geen onvergetelijke indruk. Bij Bert van Marwijk is hij een zekerheid. Van Winckel maakt ons attent op het centrale verdedigingsduo bij Al-Ahli: ‘Die speelden nog bij de U19 onder Bart De Roover. Zij zouden allebei mee kunnen in Europa, makkelijk.’ Op de kleine televisie boven onze hoofden herkennen we de blonde analist in de tv-studio: Christian Wilhelmsson, ook al ex-Anderlecht en op het eind van zijn carrière nog vier jaar in het shirt van Al-Hilal gespeeld.

ONDER DE KANAALTUNNEL

Na een uur verlaat Van Winckel discreet de tribune. Hij rijdt vannacht nog met de huurwagen naar België, waar hij morgenochtend op een meeting wordt verwacht. Tijd om zijn vrouw en zoon te zien, beiden met vakantie in België, is er wellicht niet. De reizen volgen elkaar nu snel op. Slovenië, Maleisië, Qatar, Indië en tussendoor twee WK-kwalificatieduels, thuis tegen Thailand en uit tegen Irak: de wereld is zijn thuis, maar zijn gezin zal hem in drie maanden amper zien. ‘Tien jaar geleden kochten we een huis in België. Ik schat dat ik er alles samen zes maanden heb gewoond. Vanaf oktober zullen we weer min of meer een gezinnetje zijn.’

Terwijl hij van de trappen afdaalt, klimt Al-Hilal op voorsprong. Het stadion ontploft. Wanneer Van Winckel in Folkestone de laatste shuttle aan de Kanaaltunnel op rijdt, is de wedstrijd op 1-1 geëindigd. Strafschoppen beslissen over winst en verlies en Hawsawi mist als eerste de zijne. Het is uiteindelijk de Syrische spits van Al-Ahli die, nadat hij eerder de gelijkmaker aantekende, ook de beslissende elfmeter omzet. Outsider Al-Ahli wint na de landstitel ook de Saudische supercup. Op Craven Cottage vloeit geen druppel alcohol om dat te vieren.

DOOR JAN HAUSPIE IN LONDEN – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik ben best fier op wat ik in één jaar in Saudi-Arabië heb bereikt.’ – JAN VAN WINCKEL

‘Europeanen zijn jagers: die gaan recht op hun doel af. Arabieren gaan zitten wachten tot de prooi zich aandient.’ – JAN VAN WINCKEL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content