Van invaller bij de duiveltjes van provincialer Ternesse tot loyale bank- of tribunezitter op Anderlecht. Portret van Michaël Heylen, de ideale dertiende man bij de Belgische recordkampioen.

Flashback naar 20 december jongstleden. Anderhalf uur voor de clash met Club Brugge komt de imposante spelersbus van Anderlecht onder politie-escorte het parkeerterrein aan de bezoekerskant van het Jan Breydelstadion opgereden. Grote afwezige in de bus is Kara Mbodj, die geschorst is na zijn twee gele kaarten tegen Oostende een week eerder. Zijn stand-in Michaël Heylen is er wel bij. Hij staart onverschrokken door het raam, terwijl zijn koptelefoon harde hiphop- en rhythm-and-bluesbeats uitspuwt. Heylen weet dan al een dag dat hij om halfdrie aan de aftrap zal staan tegen de Bruggelingen. Pittig detail: de 21-jarige Antwerpenaar heeft nog geen minuut gespeeld in de competitie. Toch is er van zenuwachtigheid geen spoor bij Heylen. ‘Ik heb hem nooit nerveus gezien. Michaël heeft stalen zenuwen’, zo getuigt een ploegmaat.

In Brugge geeft Heylen zijn visitekaartje af. Ondanks een manifest gebrek aan wedstrijdritme steekt hij met sprekend gemak Jelle Vossen in zijn achterzak. Zelfs na een paar lichte opstoten van krampen is de grote rechthoek zijn speeltuin. Na de match stromen de sms’en binnen op de gsm van Heylen. Zijn ploegmaats – Silvio Proto voorop – staan in de rij om hem te feliciteren. Roger Vanden Stock pakt hem stevig vast, even verderop wordt hij bijna doodgeknuffeld door Herman Van Holsbeeck. Drie dagen later tegen Lokeren neemt Heylen zonder morren opnieuw plaats op de bank. De Wommelgemnaar kan leven met een plaats in de schaduw net achter Deschacht en Kara.

MOUWEN OPSTROPEN

Bij de duiveltjes van K. Ternesse V.V. moet Heylen ook al eens op de bank zitten. Al had dat niet meteen iets met zijn voetbalkwaliteiten te maken. ‘Michaël kwam vaak te laat op de wedstrijden’, herinnert Dirk Somers zich, zijn eerste trainer bij de Antwerpse provincialer. ‘De spelers moesten anderhalf uur voor de wedstrijd op de afspraak zijn. Maar zijn papa had een eigen zaak en organisatorisch was het voor zijn moeder Chantal moeilijk om hem op tijd af te zetten. Ze was ook in de weer met haar twee andere kinderen. Ik heb vaak met haar in de clinch gelegen. Ze kon maar niet begrijpen waarom Michaël moest boeten omdat zij te laat was. Maar ik kon het tegenover de andere spelers niet maken om hem toch aan de aftrap te brengen.’

Rond zijn negende komt GBA aankloppen. Hij wordt tijdens een toernooi in Herentals opgemerkt door Urbain Haesaert en Koen Michiels, respectievelijk scout en trainer van GBA. Samen met zijn maatje Olivier Somers, zoon van zijn trainer bij Ternesse, maakt Heylen de overstap naar de Wilrijkse pleinen. Bij de Ratten wordt hij al snel de onbetwiste leider. ‘Hij moest de andere jongens in toom houden’, lacht vader Daniël Heylen. ‘Tijdens buitenlandse jeugdtoernooien lag Michaël dikwijls in de kamer met een gast die buiten de lijnen kleurde. De trainer dacht: met Michaël in de buurt gebeurt er niets.’

Op technisch vlak is Heylen op dat moment niet erg onderlegd. Hij stroopt zijn mouwen op en intimideert de tegenstander met zijn power. Somers: ‘Eigenlijk was hij een kopie van zijn vader Daniël, met wie ik in tweede en derde provinciale heb gevoetbald bij Ternesse. Zijn papa was ook een centrale verdediger. Beenhard.’

DURE MEDICATIE

Op zijn dertiende verhuist de verdediger naar Anderlecht. Tijdens de eindejaarsfeesten van 2008 stort de wereld van Heylen deels in. Heylen moet dan nog vijftien jaar worden en speelt intussen de pannen van het dak bij Anderlecht. Zijn broer Christophe en zus Valérie zien echter hoe Michaël in ijltempo vermagert. De kloeke puber van 60 kilogram verschrompelt tot een ventje van net geen 45 kilogram. Daniël Heylen: ‘Hij hield geen eten binnen. We wisten niet wat er scheelde tot we de diagnose kregen: Michaël leed aan de ziekte van Crohn, een darmaandoening. Het heeft maanden geduurd om de juiste medicatie te vinden. Daarna begon ons tweede gevecht: de dure behandeling terugbetaald krijgen door het ziekenfonds. Nu heeft hij de ziekte helemaal onder controle. Hij neemt voedingssupplementen die door de dokter van Anderlecht worden voorgeschreven en om de zes weken moet hij aan een infuus liggen.’

Wat als zijn zoon niet ziek was geworden? Die vraag spookt al jaren door het hoofd van Daniël. ‘Soms denk ik dat zijn carrière er anders had uitgezien. In die periode waren er ploegen uit Nederland geïnteresseerd. Gesprekken zijn er nooit geweest omdat Michaël doodziek was. Maar zonder Anderlecht was Michaël er ook niet bovenop geraakt. Hij heeft een jaar niet kunnen voetballen en het heeft hem twee jaar gekost om zijn fysieke achterstand in te halen. Veel clubs zouden hem als een baksteen hebben laten vallen, bij Anderlecht hebben ze geduldig op zijn terugkeer gewacht. De club is hem altijd zeer genegen geweest, omgekeerd is hij ook héél graag op Anderlecht.’

LAATBLOEIER

Onder John van den Brom mag Heylen – aanvoerder bij de beloften – vanaf januari 2013 proeven van de A-kern. Maar hij wordt er al snel voorbij gehold door raspaardjes als Tielemans, Praet en Dendoncker.

Hein Vanhaezebrouck is gecharmeerd en haalt hem in het seizoen 2013/14 naar Kortrijk. Meestal wanen jonge huurlingen van topclubs zich onaantastbaar, maar bij Heylen was dat niet het geval. ‘Hij had geen nek van hier tot in Brussel’, vertelt Patrick Deman, op dat moment keeperstrainer bij Kortrijk. ‘Hij straalde wel iets uit: kijk, hier ben ik.’ In het Guldensporenstadion krijgt Heylen geen cadeaus, maar hij verovert er snel een basisplaats. Op dat moment is hij een van de jongste centrale verdedigers in eerste klasse. ‘Positioneel was er werk aan Michaël, dat zeker. Maar hij heeft gestalte en hij was verstandig genoeg om te snappen waar Hein naartoe wilde.’

Na 32 competitiewedstrijden in het Guldensporenstadion keert de dan 20-jarige Antwerpenaar terug naar Anderlecht. Zijn debuut voor paars-wit komt er tegen Cercle op 21 september 2014. Zaakwaarnemer Evert Maeschalck omschrijft zijn poulain als een laatbloeier. ‘Maar hij compenseert dat met een immense drive en een uitstekende mentaliteit. Ik heb hem nog nooit op de vingers moeten tikken.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Anderlecht heeft geduldig op zijn terugkeer gewacht.’ VADER DANIËL HEYLEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content