Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Kasey Keller (VS) begint straks in Duitsland zijn vierde WK met steile ambities. ‘Dat we vierde staan op de FIFA-ranking is overdreven, maar in vorm kunnen we wel elk team kloppen.’

Met luide stem roept een Amerikaan in de hal van het stadion van Borussia Mönchengladbach een kleine keffer tot de orde. Rufus ! Hier. Het is de hond van zijn vriend, Kasey Keller, doelman bij de Bundesligaploeg. Rufus blaft omdat hij zijn baasje hoort afkomen. Keller draagt nochtans sportschoenen die amper geluid maken op de pas geboende vloer, maar de hond ruikt het baasje. Toen we een paar weken eerder ook in Gladbach waren, voor WesleySonck, vonden we het al een raar zicht : een speler die tijdens de middagpauze zijn hond uitlaat. Keller : “Je treft het, want ik breng hem heus niet elke dag mee. Alleen als mijn vrouw het land uit is.” De andere Amerikaan is een vriend, ooit assistent-materiaalman op het WK. Inmiddels is hij een geregelde gast van de familie en nu tijdelijk hondensitter. Keller woont immers op een kasteeltje en voert daar een openhuispolitiek. Wie over vliegt vanuit de States mag bij hem logeren.

Dat Keller, nu 36, een topkeeper zou worden, was allerminst logisch. Als kid deed hij ongeveer alle Amerikaanse sporten. Het voetbal Europese stijl vond hij nog het leukste en uiteindelijk vroeg hij zijn ma om hem in een soccerteam in te schrijven. “Het was begin jaren tachtig en voetbal was toen lang nog niet zo populair als nu bij jonge kinderen. Vaders speelden basketbal met hun kinderen, of baseball, maar geen voetbal. Ze kenden er ook niks van.”

Wilde hij direct in doel staan ? “Neen. Net als iedereen speelde ik op verschillende posities. Ik genoot er wel van, van in doel te staan. Bij mijn ploegje werd ik wel geselecteerd als doelman. En vandaar is het allemaal vertrokken.” Niet toevallig als keeper. Omdat ze zoveel sporten met de hand beoefenen, lijken Amerikanen sowieso handiger te zijn met een bal. “Ongetwijfeld. De overgang van een Amerikaanse sport naar voetbal lijkt het gemakkelijkst voor een keeper.”

Wanneer besliste hij naar Engeland te komen ? “Rond mijn vijftiende, denk ik, toen ik al de andere sporten begon op te geven en me op voetbal ging concentreren. Ik drong ook door tot de nationale jeugdploegen en dan moet je nadenken over een keuze. De keuze voor Engeland lag voor de hand : in de States werkten verscheidene Engelse coaches, spelers die op het einde van hun carrière bij ons nog wat kwamen voetballen en daar bleven hangen als coach. Van hen kreeg ik veel lof en hoorde ik dat ik mij moest vervolmaken in Engeland.”

De Major League Soccer (MLS) bestond toen nog niet. “Neen. Dat snapte mijn vader niet, dat ik de Amerikaanse sporten opgaf om te kiezen voor eentje die in mijn land geen profcompetitie had. Wist hij veel dat voetbal big was in de rest van de wereld. Pas toen hij overvloog naar Engeland voor mijn eerste match, begreep hij het.”

Werkvergunning

Keller tekende in 1991 voor Milwall, Zuid-Londen. Keller : “Ik had heel veel geluk bij mijn verhuis naar Europa. Eén : omdat ik in Londen kon wonen – als je het daar niet leuk vindt, vind je het nergens leuk. Twee : mijn vriendinnetje van toen, ondertussen mijn vrouw, volgde me al na drie maanden. En drie : ik had geen taalproblemen.”

Alleen de papierwinkel baarde hem zorgen. Het krijgen van een werkvergunning bleek niet zo eenvoudig. “Daar begon mijn haar van uit te vallen. Ik raakte in Engeland, werkte met succes een trial af, kreeg een ploeg zo ver dat ze een jonge Amerikaan een profcontract wilde geven, maar verloor het dan door een stom administratief detail. Het bezorgde mij veel stress. Uiteindelijk kreeg ik een voorlopige werkvergunning van anderhalf jaar. In die periode moest ik een vaste plaats in het team afdwingen. Anders werd die vergunning niet verlengd en moest ik terug naar huis.”

Keller vindt het dan ook geen fair systeem om de grenzen dicht te houden. Hij stelt een andere regeling voor. “Nu is er geen uniformiteit binnen Europa. Ik zeg dus : laat alle Europese landen toe pakweg vier niet-Europese buitenlanders onder contract te nemen. Maar laat ze die wel zelf kiezen. Hoe kan je nu als klein Engels team een grote internationale ster, die de voorbije twee seizoenen 75 procent van de interlands met zijn land speelde, onder contract nemen ? De groten tekenen wie ze willen, zonder beperkingen, de kleintjes sukkelen. Zo trek je verhoudingen scheef. In 1999 ben ik voor twee jaar naar Spanje verhuisd. Tot eenieders tevredenheid, maar na twee jaar moest ik er weg. Weet je waarom ? In het begin mocht je vijf niet-Europeanen onder contract hebben, op het einde maar drie meer. En omdat ik de eerste was van wie het contract afliep, werd ik verzocht te vertrekken. Dat heeft niks meer met sportieve criteria te maken.”

Millwall is geen onbesproken blad qua supportersgeweld. Dat moet bij een Amerikaan heel vreemd overkomen. “Reken maar. Bij ons is er absoluut geen cultuur van geweld in de sport. Hoogstens gaan tijdens een wedstrijd twee vrienden of familieleden met elkaar op de vuist als ze dronken zijn ( tot zijn vriend) Zo is het toch ? Mekaar wat plagen, iets te ver gaan, duwen en trekken en misschien nog een mep of een stoot. Als Amerikaan sta ik te kijken naar de emoties die het voetbal in Engeland kan losmaken. Dan denk ik : vind in godsnaam een evenwicht en laat je passie niet overvloeien in iets dat de rede vér voorbij is !”

Typisch voor Amerikaanse sporten zijn ook salary caps en drafts uit de amateurcompetities, in een poging om de competitie zo spannend mogelijk te houden. “Elk jaar leveren die amateurcompetities een nieuwe generatie spelers af die je zonder kosten kan aantrekken.”

Wat zou hij overhevelen naar het Europese sportsysteem ? “Het eerste wat ik zou doen en wat de zaak financieel ontzettend zou stabiliseren, is het stijgen en dalen afschaffen. Jullie grootste probleem ! Ik ben hier inmiddels lang genoeg om te weten dat zoiets voor veel spanning en passie zorgt, maar bekijk het eens vanuit het standpunt van een ploeg. Eén slecht seizoen kan drastische consequenties hebben. Dat remt kandidaat-investeerders af. Als ik zou investeren, wil ik er zeker van zijn dat ik een Bundesligafranchise of een Premier Leagueclub koop. Zie Keulen. Grote stad, prachtig stadion, veel potentieel. Maar de tegenstander heet straks Unterhaching of Alemannia Aachen. Stap daarmee naar investeerders en die zeggen terecht : waar zijn Bayern, Schalke, Bremen ? Leg die maar eens uit dat je dit seizoen helaas niet tegen die ploegen mag spelen. Businessgewijs is het Europese sportsysteem niet te vatten voor een Amerikaan. Degradatie draagt bij tot een zeker eindeseizoensdrama, maar financieel weet ik het niet.”

Gelooft hij in een regulering van bovenaf, een salarisplafond ? “Als speler zou ik het nooit willen. Elke voetballer wil dat zijn ploeg door een Russische miljonair wordt opgekocht zodat hij twee keer meer kan verdienen dan voordien. Maar als fan kan ik het begrijpen. Net als het systeem van revenue sharing, inkomstendeling, dat het Amerikaanse voetbal (NFL) hanteert. Op die manier kunnen kleinere ploegen competitiever worden. Salary caps alleen zijn onvoldoende, want een beetje creatieve sportleider omzeilt die, ook in de States. Betalingen stellen ze uit, in een poging om succes te hebben, goed wetende dat ze twee, drie jaar later de boel kapot zullen moeten laten gaan om, desnoods elders, opnieuw te beginnen. Het is een gevaarlijk systeem, maar het stopt wel de drie, vier groten, zodat ze niet nog honderd jaar de competitie domineren zoals hier het geval lijkt.”

Lunch in de zon

Na Milwall (1991-1996) en Leicester (1996-2000) week hij uit naar Spanje, waar hij twee seizoenen voor Rayo Vallecano ging voetballen. Wat was het leukste aan Spanje ? Keller : “Het leven. Madrid was een fantastische stad. Mijn pa kwam begin februari voor drie weken langs en ik denk dat we het overgrote deel van de tijd buiten lunchten. ’s Nachts was het koud, maar tegen één uur, halftwee kon het vijftien, zestien graden zijn in de zon. Je trok een licht jasje aan en uit de wind was het goed te doen. Vergeleken met Londen was Madrid ook nog eens spotgoedkoop. Bovendien waren de twee jaar dat ik er voetbalde ook nog eens de beste van Rayo Vallecano. We speelden de kwartfinales van de UEFA-beker, stonden in mijn eerste seizoen na zestien speeldagen eerste met één punt voorsprong op Barcelona…”

Alleen de derby’s vielen tegen. “Dat waren geen derby’s, maar wedstrijdjes als een ander. Eerste speeldag : Atletico-Rayo. Rayo was net gepromoveerd en speelde zes kilometer verder zijn eerste wedstrijd. Ik kon niet geloven wat ik zag : 75 fans ! Toen ik met Leicester City tegen Atletico Madrid speelde voor de UEFA-beker hadden we er 4.000 mee. Dat is Spaans voetbal, geen supporters mee op verplaatsing.”

Na twee jaar keerde hij terug naar Londen en ging hij voor Tottenham spelen. “Iets meer dan drie jaar voetbalde ik er, drie jaar van drama. Vier trainers, altijd alles half. Een pak geld investeren in een halve ploeg en besparen op de andere helft. Het ontslag van een manager houdt in Engeland ook in dat de hele technische staf mee vertrekt en in hun kielzog tien spelers. In Engeland heb je bij alle ploegen veel ongelukkige spelers. Immense profkernen, makkelijk 45 spelers. Veel blessures, veel gedoe. Meer dan twee seizoenen speelde ik elke minuut, persoonlijk verliep het heel goed. Maar toen kwam de zoveelste wissel, gekoppeld aan een nieuwe eigenaar en toen werd de leidraad plots : jong en Brits. ( grijns) Ik was geen van beide. Het ergste vond ik dat ze het niet openlijk durfden te zeggen. Altijd rond de pot draaien. Ik had Tottenham met een veel beter gevoel kunnen verlaten dan nu het geval was.”

In januari 2005 tekende hij voor Gladbach. “Toen ik weet kreeg van hun belangstelling, belde ik mijn ex-ploegmaat Christian Ziege. Hij deed vrij lovend over de mogelijkheden van Borussia. Dat hier in 2006 het WK werd gespeeld, was ook iets wat me motiveerde. Dit is mijn derde grote competitie, een keer naar München gaan, Berlijn, of Gelsenkirchen… Wonen op het Europese vasteland en wat makkelijker kunnen reizen, dat hielp allemaal. We hebben ook wel wat trips gemaakt, misschien niet voldoende, maar voor de kinderen was het leuk.”

Bezocht hij België ? “Ja hoor. Ik voetbalde er tegen jullie met Amerika en was als toerist ook in Brussel. Leuke stad.”

Kan hij de drie competities vergelijken ? “Engeland heeft een pak sterren en een hele hoge snelheid. Spanje is technisch, op dat vlak veruit de beste competitie ter wereld. Duitsland zit ergens tussenin. Het tv-contract is wat minder dan de andere twee, maar ik zie perspectief, als ze dat nog wat optrekken, als het volk blijft komen en als ze kunnen afraken van wat speciale regeltjes… Als je hier meer dan veertig dagen geblesseerd bent, moet de club je niet meer betalen. Je moet dus zorgen dat je als speler zelf een verzekering afsluit ter waarde van je contract…”

Vrouwen

Dit had niet zijn vierde maar vijfde wereldbeker kunnen zijn. Keller : “Correctie : moeten zijn. Waarom ik werd thuisgelaten van het WK in 1994 zal ik nooit begrijpen. Ik was destijds de enige Amerikaanse doelman met een profcontract. Bora Milutinovic stelde me de hele tijd gerust : blijf maar waar je bent, ik volg je, maar nu roep ik even andere doelmannen op om te zien of zij wel het niveau halen. Uiteindelijk bleef ik helemaal aan de kant. In 1990 was ik 20 jaar zonder profervaring, toen kon ik de concurrentie met Tony Meola niet aan. Dat WK was een schitterende leerschool om te ontdekken hoe het niet moest. Ons WK in Italië was één groot fiasco. We waren vijftig jaar niet geplaatst, het hele team zat vol amateurs, op alle niveaus. We namen deel aan het belangrijkste voetbaltoernooi, maar sliepen in de slaapzaal van een school en aten in het cafetaria. Was dat top ? Was dat het beste van het beste ? Neen, dat was shit, een hoop rotzooi.”

In 1998 vielen ze sportief opnieuw door de mand. “Een jaar te vroeg gepiekt en vervolgens als groep geïmplodeerd. Een beetje zoals Portugal op het vorige WK. We hadden een goeie ploeg, maar met te veel discussies, op alle niveaus. We klopten Argentinië in de Copa America met 3-0, de MLS kwam van de grond, we klopten Brazilië in de Gold Cup, maar Frankrijk was een afknapper. Opnieuw een verkeerde set up. Ons hotel was een kasteel in het midden van een wijngaard. Nice voor welgeteld twee dagen, daarna boring. Niks te doen, niks te zien, iedereen verveelde zich rot. Ons succes in 2002 ( toen Amerika de kwartfinales bereikte, nvdr) had veel te maken met de correcties die de staf en de federatie maakten na Frankrijk.”

En die was : doe maar losjes. “De dresscode is : draag niks van textiel dat tegen de belangen van Nike, de sponsor, ingaat. Voor de rest zijn er geen regels, iedereen komt aan tafel hoe, waar en wanneer hij wil. Er zijn geen teammaaltijden, tenzij de avond voor de wedstrijd. Vrouwen mogen mee op elk trainingskamp en we gaan in groepjes eten. Dat werkt. Bruce Arena, onze coach, zegt : ‘Wat voor mij telt, is dat het team de dag van de wedstrijd op het veld voor mekaar vecht. De rest is niet belangrijk. ‘”

Met die mentaliteit zou hij nooit in Italië passen, waar ze van afzondering naar afzondering trekken. ” No way. Heb je ooit een Italiaans team van nabij gevolgd ? Vanaf het moment dat de coach naar bed gaat, gaan er drie naar ginder en drie naar daar en komen de prostituees naar boven…”

Brengen hun vrouwen of vriendinnen dan niet te veel afleiding ? “Hoe zouden ze ? Je leeft toch elke dag met hen ? Als je een prof bent en je hebt de relatie met je vrouw of je vriendin die je zou moeten hebben, is het gewoon een kwestie van timemanagement. Als dat voor de competitie kan, waarom ook niet voor een WK ?”

Ze logeren straks in hartje Hamburg. De vrouwen zullen tevreden zijn, maar zijn de veiligheidsdiensten dat ook ? “Wacht tot je onze security ziet… Het veiligste is ongetwijfeld dat ze ons opbergen in een gevangenis, maar of dat zo great is… Er zijn veiligheidsniveaus, beperkingen aan onze bewegingsvrijheid die we accepteren, maar binnen die lijnen kunnen we leven.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content