Van een scheidsrechterlijke dwaling kan er alleen sprake zijn bij een spelherneming. Een spelherneming hebben we wanneer de bal buiten de lijnen is geweest of wanneer de scheidsrechter heeft gefloten zodat het spel onderbroken is. Gebeurtenissen tijdens het spel waarover de scheidrechter een beslissing neemt (of niet neemt), worden in de reglementen beschouwd als feiten. Ter verduidelijking enkele voorbeelden van feiten die in geen enkel geval kunnen leiden tot het herspelen van een wedstrijd.

Ooit scoorde Maradona op een WK met de “hand van God” en versloeg zo Engeland. Heel de wereld was getuige, maar de referee had niets gezien en de wedstrijd is nooit herspeeld. Tijdens een WK-duel tussen Duitsland en Italië floot de Belgische referee Goethals een penalty tegen de Duitse keeper, die hij de rode kaart had moeten geven en uitsluiten, maar hij gaf slechts geel. Toppunt was dat de Duitse keeper de penalty stopte en zijn ploeg daardoor de overwinning behaalde. Ondanks de vergissing van onze landgenoot is de wedstrijd niet herspeeld (kwestie van feiten). In een Europacupwedstrijd keurde onze landgenoot Van Langenhove ooit een doelpunt goed tegen Marseille, dat met de hand was gemaakt. Dat was duidelijk te zien op de televisie. Marseille werd uit de beker gewipt, maar het handspel was geen aanleiding om de wedstrijd te herspelen (feiten).

De klacht van Charleroi tegen Cercle Brugge, waar de scheidsrechter een fase beoordeelde als een terugspeelbal, kan zelfs bij bekentenis van de scheidsrechter dat hij zich heeft vergist, niet leiden tot het herspelen van de wedstrijd, omdat het een feit betreft. In Beveren – Anderlecht ving Zitka de bal en bracht hem in het veld. Door de felle wind keerde de bal terug naar Zitka, die hem opving en weer het veld intrapte. Was de terugkerende bal in het doel beland, dan was het een geldig doelpunt geweest. Had de scheidsrechter in dat geval het doelpunt afgekeurd, dan had de wedstrijd toch niet herspeeld kunnen worden, omdat het gaat over een feit.

Nu enkele voorbeelden van spelhernemingen met een kans tot herspelen van de wedstrijd. Een inworp wordt rechtstreeks in doel geworpen en de referee valideert het doelpunt (fout). Een onrechtstreekse vrijschop wordt rechtstreeks binnengetrapt en de referee kent het doelpunt toe (fout). Bij een hoekschop gaat de bal rechtstreeks binnen, de referee keurt het doelpunt af (fout). Bij het trappen van een doelschop trapt de keeper in de grond, de bal rolt toch vooruit maar een tegenstander loopt naar de bal en scoort vooraleer de bal het strafschopgebied heeft verlaten : de referee kent het doelpunt toe (fout).

Joseph Geschier, Brugge

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content