Vrijdag staat het Carl Zeiss Jena van Roland Duchâtelet nog eens in de schijnwerpers. Ooit speelde het de finale van Europacup II, vandaag vegeteert het in vierde klasse, maar vrijdag ontvangt het in de eerste ronde van de Duitse beker Bayern München. Hoe kon een voormalige Europese topclub zo afglijden?

Een twintigtal supporters van Carl Zeiss Jena heeft de 510 kilometer vanuit Thüringen overbrugd om hun favoriete ploeg aan het werk te zien in het Limburgse Wellen, in een oefenmatch tegen STVV. Het is een wedstrijd tussen twee zusterclubs, twee clubs met dezelfde eigenaar: Roland Duchâtelet, sinds dit jaar opnieuw eigenaar van STVV, al blijft hij zelf op de achtergond en is zijn vriendin Marieke Höfte voorzitster. Ook bij Jena, waar hij begin 2014 via zijn bedrijf Staprix NV voor twee miljoen euro 49,98 procent van de aandelen kocht (een buitenlander mag niet de helft van de aandelen van Duitse profclubs kopen, tenzij hij bewezen heeft een paar decennia in de regio verankerd te zijn) blijft hij op de achtergrond. Eind juni gaf voorzitter Lutz Lindemann zijn ontslag, in afwachting van de aanstelling van een nieuwe voorzitter leidt vicevoorzitter Michael Russ voorlopig de club.

Voor de wedstrijd van STVV tegen CZJ begroet Marieke Höfte de technisch directeur van Carl Zeiss Jena in het Duits. Hij antwoordt in het Nederlands, zij kijkt verbaasd. De TD grijnst: ‘Ik ben een Vlaming, mevrouw.’

Het is Kenny Verhoene nochtans niet aan te horen wanneer hij met de technische staf, de clubmedewerkers of de spelers Duits praat. De Oost-Vlaming voetbalde in een vorig leven in de Belgische eerste klasse voor AA Gent, RC Harelbeke en … STVV. Vandaag is hij sportdirecteur van een Duitse vierdeklasser, maar wel één met een groots verleden.

Dat heeft hij allemaal aan zijn vrouw te danken.

Zij is namelijk afkomstig uit voormalig Oost-Duitsland: ‘Ze heeft dertien jaar in België gewoond, maar ze heeft het moeilijk gehad en wilde terug’, zegt Verhoene bij een kop koffie in de Wellense receptieruimte. ‘Ik zei: op één voorwaarde: dat ik ginder werk vind.’ Vervolgens stuurde Verhoene, die vlot Duits praat, mails naar alle bekende clubs in het zuiden van de voormalige DDR. Hij zat met Ralf Minge samen, TD bij Dynamo Dresden, had gesprekken met Aue en met RB Leipzig. Zijn mail belandde ook bij Carl Zeiss Jena. ‘Ik wilde met de jeugd werken en had een eerste interessant gesprek. Terwijl we aan het onderhandelen waren, geraakte bekend dat Roland Duchâtelet de club zou overnemen. Dat heeft de zaak in een stroomversnelling gebracht, maar het is niet zo dat ik via Duchâtelet met Jena in contact ben gekomen.’

Via de jeugdwerking stootte hij vorig jaar door naar de sportieve top van de club. ‘Wat me in Jena aansprak, was de goeie jeugdopleiding. We hebben een fantastisch complex met twaalf grasvelden en een kunstgrasveld. De filosofie is: een ploeg bouwen met eigen jong talent, aangevuld met een paar ervaren spelers.’

Het is ook wat Duchâtelet het liefst doet, zegt Verhoene: met jonge mensen iets opbouwen. Zo komt het dat het team dat hier de competitie voorbereidt, gemiddeld 23,8 jaar jong is en dat één derde van de kern uit de eigen opleiding komt. Jonkies gestuurd door een paar veteranen, zoals de 35-jarige René Klingbeil, die met HSV nog Europees voetbalde.

EXTRA TRIBUNES

Het zijn die jonkies die de paar tientallen Jenafans zijn komen aanmoedigen. Niet allemaal komen ze uit Thüringen. Torsten Reichmeister week uit naar Keulen, maar is wel afkomstig uit Jena, waar hij als jongeman in de jaren tachtig fan was van het team dat Jena naar de finale van de Europabeker trapte. Na die jaren tachtig is het stap voor stap minder geworden, en als uitgeweken Ossie trekt hij nog maar een paar keer per seizoen naar zijn geboortestad om er Carl Zeiss aan het werk te zien. Hij zal erbij zijn wanneer de voormalige Oost-Duitse topclub overmorgen in de eerste ronde van de beker Duits kampioen Bayern München over de vloer krijgt. Via internet geraakte hij aan tickets. Makkelijk was dat niet. Op vrijdag 8 juli begon de voorverkoop om tien uur ’s ochtends. Drie kwartier later was het stadion ausverkauft. Vorig seizoen gebeurde dat ook al eens, eveneens in de beker. Nadat Jena in de eerste ronde Hamburger SV had uitgeschakeld voor de ogen van 13.800 kijkers, liep de tent in de tweede ronde vol met 18.000 man, maar toen was VfB Stuttgart wel te sterk. Voor het duel tegen Bayern wordt de capaciteit zelfs nog opgetrokken tot 18.800 plaatsen, met de bouw van extra tribunes, waardoor de club een nieuw record vestigt.

Het zijn toeschouwersaantallen waar Carl Zeiss Jena in competitieverband ver van verwijderd blijft. Vorig jaar lokte de topper tegen de latere kampioen FC Zwickau, nog zo’n vergane glorie uit DDR-tijden, nog 5400 man, maar tegen Babbelsberg daagden er dan weer maar 2690 op. Een jaar eerder bedroeg het gemiddelde 3600 toeschouwers. Dat was het jaar waarin FC Magdeburg de titel pakte, de enige Oost-Duitse club die ooit een Europabeker won, met name in 1975. Dat seizoen lokte de komst van Magdeburg wel 8500 man, maar op het einde van het seizoen bleef Jena weer met een kater over, terwijl Magdeburg feest vierde. In Jena zijn ze er inmiddels aan gewend geraakt dat andere voormalige DDR-concurrenten de club uit de lichtstad voorbijsteken. Voor Zwickau en Magdeburg was het in 2012/13 Red Bull Leipzig dat de eerste plaats pakte die recht gaf op een eindronde met de andere kampioenen van de Regionalliga. Carl Zeiss Jena eindigde toen als tweede, waardoor het verzuimde meteen terug te keren naar de derde klasse. Sindsdien gaat het jaar na jaar bergaf. Eerst tweede, een jaar later derde, vervolgens vierde en afgelopen seizoen slechts zevende in de vierde Duitse klasse. Niet meteen waar je spontaan aan denkt bij een voormalige Europabekerfinalist die bij het afsluiten van de Ewige Tabelle van de DDR-voetbalgeschiedenis op de eerste plaats stond, met drie landstitels, vier DDR-bekers en 87 Europese wedstrijden.

5000 MAN

Met 108.000 inwoners is Jena zowat te vergelijken met Brugge. Een middeleeuwse stad, met een universiteit uit de zestiende eeuw. Maar de glorieperiode ving aan met de bouw van een fabriek voor optische producten voor microscopen en fototoestellen door Carl Zeiss in 1846. Tijdens de periode van de DDR was Carl Zeiss AG qua omvang en aantal werknemers hét grootste bedrijf in het land. Zoals in Nederland PSV begon als arbeidersploeg van Philips, zo startte Jena in 1903 als een voetbalploeg voor werknemers van het bedrijf, maar het werd al na een paar jaar opengesteld voor alle spelers. Zoals zo veel Oost-Duitse ploegen onderging het tijdens de DDR-periode een paar naamsveranderingen tot het in januari 1966 definitief de naam Carl Zeiss Jena kreeg, samen met het statuut van ‘zelfstandige voetbalclub’, een voorrecht dat maar tien clubs in de DDR te beurt viel. Naast een vaste structuur betekende de vaste koppeling aan de naam van het bedrijf ook dat de geldkranen richting voetbalclub vanuit Carl Zeiss AG werden opengedraaid. Niet dat Jena op dat moment niets voorstelde. Het was al eens kampioen geworden in de DDR (1963) en in 1962 zelfs doorgestoten tot de halve finale van Europabaker II, waarin het verloor van Atlético Madrid. Vanaf 1966 werden de betere voetbaltalenten in de DDR naar Jena gehaald, waar ze een sportloopbaan konden combineren met een universitaire opleiding en hun sport konden beoefenen in ideale omstandigheden (tenzij ze later door de chef van de Stasi, de geheime politie, naar zijn favoriete club Dynamo Berlin werden gestuurd). Nog steeds geniet de opleiding van Jena een goeie faam, al zijn de werkingsmiddelen en de voordelen in natura na de val van de Muur tot een minimum herleid.

Dé prestatie leverde Jena in het seizoen 1980/81, waarin het in de Beker voor bekerwinnaars achtereenvolgens bekerhouder Valencia, het AS Roma van toenmalig middenvelder Carlo Ancelotti, het bescheiden Newport County uit Wales en Benfica elimineerde. Daardoor stond het plots in de finale, tegen Dinamo Tbilisi, uit wat vandaag de hoofdstad van Georgië is en dat toen de bekerwinnaar uit de USSR was.

Jena juichte, maar kon dat enthousiasme niet aan de buitenwereld tonen, want de finale was op het grondgebied van de aartsvijand West-Duitsland gepland. Amper Oost-Duitse burgers en fans kregen een uitreisvisum voor die match, uit vrees dat velen in het Westen zouden blijven. Omdat ook Tbilisi, nog zo’n Oostblokclub, uit het verre Georgië kwam en nauwelijks fans meebracht, werd de finale op 13 mei 1981 voor amper 5000 toeschouwers gespeeld. Het laagterecord voor een Europese finale. Tot overmaat van ramp verloor het team van trainer Hans Meyer, later nog aan de slag bij onder meer FC Twente en Borussia Mönchengladbach, de match nog met 1-2. Jena kwam 1-0 voor, maar ging te enthousiast op zoek naar nog een goal, een enthousiasme waar het cash voor betaalde.

Bij de terugkeer was een groot volksfeest gepland met een banket in het Volkshaus, maar omdat de ploeg verloor, annuleerde Wolfgang Biermann, toen de grote man van het bedrijf Carl Zeiss, dat. Bij hun terugkeer mochten de spelers van Hans Meyer in plaats van gevierd te worden een extra trainingssessie afwerken. Zo ging dat in die tijd in Oost-Duitsland. Kort na de verloren finale werd Jena nog vicekampioen, maar de gloriejaren waren voorbij. De laatste DDR-titel dateert al uit 1970, de laatste beker, meteen ook de laatste hoofdprijs, won het in 1980.

ZUINIGE EIGENAAR

Er zijn een paar kantelmomenten geweest waarop het anders had kunnen lopen, na dat vermaledijde seizoen 1990/91, het allerlaatste uit de DDR-Oberliga. Vooraf was beslist dat bij de Duitse eenmaking alleen de eerste twee van de Oberliga tot de Bundesliga zouden toegelaten worden. Dat werden Hansa Rostock en Dynamo Dresden. De nummers drie tot zes mochten in de 2. Bundesliga aantreden. Jena haalde het met de hakken over de sloot, door op de slotspeeldag met 0-2 bij Energie Cottbus te winnen en zo nipt over Stahl Brandenburg te wippen en als zesde te eindigen. De andere clubs, waaronder voormalig recordkampioen in de DDR, FC Berlin, Europabekerwinnaar Magdeburg en Europabekerfinalist (tegen Ajax) Lokomotiv Leipzig werden naar de derde klasse verbannen.

‘In 1991/92 en 1992/93 wedijverden we met Mainz en Frankfurt om naar de Bundesliga terug te keren’, blikt Torsten Reichmeister terug. ‘Zij haalden het, wij bleven achter. Ook in 2008 hadden we een ploeg die goed genoeg was om uit de tweede Bundesliga te promoveren. Maar wat gebeurde er? In plaats van te promoveren naar eerste zakten we naar derde.’ Het klopt. In dat seizoen bereikte Carl Zeiss Jena de halve finale van de Duitse beker met het team dat naar derde zou degraderen. Het verloor die halve finale in Dortmund voor meer dan 80.000 toeschouwers. Na 2008 werd er geen tweedeklassevoetbal meer gespeeld in Jena en zakte de club steeds verder af.

Reichmeister heeft zo zijn idee wat meespeelt. ‘Het probleem is’, zegt hij, ‘dat Carl Zeiss al decennia lang op de truitjes staat, maar ze investeren allang geen cent meer in de club. Na de Wende stopte de samenwerking met het concern dat zijn naam gaf aan de ploeg. Maar omdat de naam nog steeds op de truitjes staat, is investeren voor andere sponsors niet zo interessant. Want Carl Zeiss loopt nog steeds met alle naamsbekendheid weg.’ Ook de overname door Duchâtelet heeft de club niet uit het sportieve moeras kunnen halen. Sportief is de club er niet beter van geworden. Veel supporters zijn ook ontgoocheld in Duchâtelet, maar Reichmeister is realistisch: ‘Duchâtelet is een garantie tegen schulden. Met hem gaan we tenminste niet failliet, wat net voor de overname wel dreigde te gebeuren. Maar hij investeert evenmin.’

Het maakt dat de vierdeklasser een budget hanteert van net geen miljoen euro. Daarmee geraak je moeilijk weg uit die vierde klasse. ‘Je moet eerst kampioen worden en dan nog eens een eindronde afwerken met andere kampioenen uit vierde klasse’, zucht Verhoene. Je hoort hem dan ook niet van de daken schreeuwen dat de club kampioen moet worden: ‘Ons doel is bovenaan meedraaien, jonge spelers opleiden en mooi, enthousiast voetbal brengen. Als dat lukt, zien we wel waar we uitkomen.’ Is Jena, met zijn groots verleden maar zijn beperkte middelen in het heden, nog een club die mag dromen om op een dag nog eens in de Bundesliga te spelen? Verhoene denkt lang na. ‘Qua potentieel zijn we zeker derde klasse waard. Misschien tweede. Maar je moet realistisch zijn.’

Om succesvol te zijn is ook een zekere mate van stabiliteit nodig, die in Thüringen allang zoek is. Sinds de Wende in 1991 is de club aan haar 38e trainer toe en straks, gezien het aftreden van Lutz Lindemann, aan haar veertiende voorzitter. De laatste jaren zit er weinig beterschap in. Marc Zimmerman is inmiddels al de dertiende trainer sinds de laatste degradatie uit de tweede Bundesliga in 2008.

Een volgende Europabekerfinale lijkt in die context wel heel ver weg.

DOOR GEERT FOUTRE – FOTO’S BELGAIMAGE – ERIC LALMAND

Slechts enkele Oost-Duitse burgers en fans kregen een uitreisvisum voor de finale.

‘Qua potentieel zijn we zeker derde klasse waard. Misschien tweede.’ – KENNY VERHOENE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content