De Rode Duivels kunnen niet meer winnen. Maar na de nederlaag tegen Turkije is er toch weer enige hoop.

Mogen alle kanttekeningen die vorige week werden gezet bij de zin en onzin van een oefencampagne tegen sterke Europese landen even de vuilnismand in ? Jaren hebben we vanaf de zijlijn zitten kankeren op oefenwedstrijden tegen landen van het kaliber van Zambia, Algerije, Luxemburg, Cyprus of de VS, omdat de spelers tussen hun drukke bezigheden door weinig trek hadden in dat soort verplichte uitjes die een aanslag vormden op hun concentratievermogen. Maar uitgerekend nu er een paar sterke tegenstanders werden aangetrokken om de nationale ploeg eens flink te testen, is het weer niet goed.

Zelfs Walter Meeuws, wiens kop als bondscoach in 1990 rolde, na een vriendschappelijke 1 op 6 tegen meelopers Griekenland en Zweden, voelde zich vorige week geroepen om luid de kalendersamenstelling te hekelen. Onder het mom dat een technisch sterke ploeg beter eens een minder speeltje had getroffen om zijn ding te doen en dat altijd verliezen schadelijk is voor de mentale weerbaarheid van de Rode Duivels. Alsof deze generatie spelers, waarvan de boegbeelden Sonck, Goor, Clement, De Vlieger of Simons kunnen relativeren als geen ander, zelf niet voldoende kan inzien welke lessen uit deze wedstrijden moeten worden getrokken. En die lessen worden nu eenmaal duidelijker gegeven door landen uit de toptien van de Fifaranking dan door landen die ergens rond plaats vijftig bengelen. Dus ja, laat maar komen, straks de Nederlanders, en nu dus de Turken, duidelijk één van de belangrijkste afwezigen op het EK straks.

Vergeleken met wat Kroatië en Bulgarije twee keer tegen de Rode Duivels lieten zien, was dit toch nog andere koek. Modern voetbal, met veel snelheid, infiltratie en veel technisch vermogen. Verbazend dat dit elftal een dwerg als Letland niet van de mat kon vegen. Akkoord, de Belgische verdediging ging misschien in de fout bij de gelijkmaker van Bastürk, maar de manier waarop de speler van Bayer Leverkusen in volle ren de bal doodmaakte, vervolgens perfect voor zichzelf klaarlegde én in één beweging snoeihard afwerkte, mag straks hopelijk ook voor Belgische jongeren tot navolging strekken.

Eén van Belgiës voornaamste voetbalwatchers, wiens inzicht wij zeker niet in twijfel willen trekken, had het vorige week over “ronduit afschaffen van dit soort oefenmatchen.” Dat kan misschien gelden voor overbelaste toppers in de grote landen, maar op een moment dat de meeste Belgische internationals verstoken blijven van het Europese topvoetbal, zijn dit niet te missen kansen. Of zou Eric Deflandre, toch ook maar een gewone rechtsachter toen hij achtereenvolgens bij Club Luik, Germinal of Club Brugge voetbalde, zoveel vooruitgang geboekt hebben als hij niet naar Lyon was gegaan ?

Voor deze derde test op weg naar september, wanneer het in het Stade du Pays de Charleroi gaat om de eerste WK-punten tegen Litouwen, koos Aimé Anthuenis voor meer zekerheid en min of meer de ploeg die vorig najaar op een hausse de EK-campagne beëindigde. Walter Baseggio was er terecht niet bij, die mocht wel eens opnieuw worden geprikkeld, maar met de 31-jarige Sven Vermant stond niet bepaald een nieuwkomer te bibberen van de zenuwen. Achterin mocht Kompany de geblesseerde Van Buyten vervangen, maar is dat een verzwakking ? De enige twijfelplaats in het elftal blijft nog steeds die van linksachter. Daar werd dit keer Olivier Deschacht, die off the record al geruime tijd om een ernstige kans smeekte, getest. Defensief was het globaal gezien goed, op één (fataal) foutje na, maar na de rust scoorde concurrent VanDamme (uitstekend tegen Frankrijk, zwak tegen Duitsland) opnieuw punten, zeker in de offensieve samenwerking met Bart Goor.

Op die ene positie na – maar is dat echt een probleem ? – heeft Anthuenis bij leven en welzijn min of meer een vaste ploeg, dat bleek ook woensdag weer. Goor erbij op links scheelde een ferme slok op een borrel. Zolang de Kempenaar het fysiek kon bolwerken (min of meer een uur), draaide de ploeg en toonden de Belgen zich geregeld gevaarlijk. Aanvallend was het allemaal veel compacter dan in de vorige wedstrijden, met Clement eerder dan Vermant die offensief nu en dan voor aansluiting kon zorgen. Beter omringd kwam Thomas Buffel meer tot zijn recht en ook WesleySonck onderstreepte dat hij, ondanks amper wedstrijdritme, de onbetwiste aanvalsleider van België blijft. Hij was al de beste schutter uit de voorronde en draaide er woensdag ook weer een mooie binnen. Echte zwakke schakels in het geheel waren er aan de rust niet, vergeleken met de voorbije interlands een verademing. Maar anderzijds mocht dat dus ook worden verwacht, gezien de samenstelling van de ploeg.

België speelde een uur compact, de spelers coachten elkaar beter, wervelden aanvallend door elkaar en verdedigend zat het min of meer snor, al haalde aanvoerder Goor op de eerste corner van de Turken wel een bal achter de lijn weg. Dat blijft een heikel punt bij de Belgen, aandacht hebben bij spelhervattingen, nog andere keren werden ze uit verband gepakt als de tegenstander het snel speelde.

Een uur lang toonden de Belgen zich de gelijke van hun tegenstander, derde op het voorbije WK, maar nu aan de heropbouw van een team. Na dat uur brokkelden met de vervangingen de fundamenten van het team af : Goor zakte geleidelijk verder weg, Mbo Mpenza bracht minder verrassing en snelheid, Sonck hield minder goed een bal bij, Buffel tastte naar de knie en verdween uit het spel. De Belgen verloren van de weeromstuit het middenveld aan het met de rust half vernieuwde Turkije.

In de slotfase ging uiteindelijk de wedstrijd nog verloren, omdat het cadeau dat Aimé Anthuenis de 16-jarige Anthony Vanden Borre wilde geven, een eerste selectie, als een boemerang in zijn gezicht terugkeerde. Vanden Borre, zo weten ze op Anderlecht, stapt slecht in een match. Vincent Kompany, die maandag aandoenlijk als een oude rat zijn ploegmaat wegwijs maakte in de omgeving van de Rode Duivels alsof hij er al jaar en dag deel van uitmaakt, beging ook een foutje en voor de Belgen volledig van hun euforie na de late gelijkmaker door Dufer bekomen waren, lag de 2-3 al in het mandje.

Concentratiestoornissen, kleine foutjes, wissels, de tol van de jeugd, vermijdbare goals, het klopt allemaal. Maar dat Aimé Anthuenis het seizoen 2005/06 aan het voorbereiden is en dus misschien werkt voor zijn opvolger, klopt niet. Anthuenis kijkt, probeert en haalt er jongeren bij, maar de basisploeg die tegen Turkije tot het uur gelijke tred kon houden, telde vijf dertigers en was gemiddeld zevenentwintig jaar. In september zal de ploeg er wel staan, om op zijn waarde geklopt te worden, dan wel punten te pakken. September 2004, niet september 2006. Want Aimé Anthuenis is geen zelfmoordpiloot, verre van, al lag zijn coaching in de slotminuut helaas dit keer wel mee aan de basis van de onverdiende nederlaag. Een schot in eigen voet was het, maar het kan de beste overkomen.

In september zal moeten blijken of zijn kern van veertien, vijftien ervaren jongens gekoppeld aan vijf, zes jonge talenten klaar is voor de strijd om een WK-ticket, waarin concentratie en duelkracht gekoppeld aan realisme, zowel voorin als achteraan, (drieën)negentig minuten aanwezig moeten zijn. Geen zestig.

door Peter T’Kint

Anthuenis is geen zelfmoordpiloot, al lag zijn coaching mee aan de basis van de nederlaag.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content