Huizenhoge clichés de laatste jaren, over de Formule 1. En toch blijft het de meest bekeken sport ter wereld. Aan commentator Philip Verellen om ze te ontkrachten, de clichés. Of te bevestigen.

Het bekendst van al is hij de laatste vijf jaar geworden door zijn gewaardeerd commentaar bij de Formule 1-uitzendingen op televisie. Hij kreeg er maar één grote kritiek : dat hij te veel Schumacherfan zou zijn. Onterecht, blijkt uit zijn antwoord op het eerste cliché.

Cliché 1 : Schumacher is de beste.

Philip Verellen : “Van zijn generatie zeker wel. Maar je kan nooit vergelijken : was Schumacher beter dan Senna, was Senna beter dan Stewart ? Wie zal het zeggen ? Maar in de huidige generatie is Schumacher zeker uitzonderlijk. Om te beginnen al qua pure snelheid : al zijn teamgenoten geven toe dat hij iets kan met een auto, dat je niet terugvindt in telemetrie, data-logging of andere electronica.

“Wat ingenieurs wél kunnen vaststellen : hij gaat na de bochten net iets vroeger op het gas dan de rest, hij snijdt zijn bochten ook ietsje anders aan. Als in een kart : karters sturen hun machine met hun achterwerk, als het ware. Welnu, Schumacher is de enige die dat ook met een Formule 1-auto kan. Hij hoeft ook niet noodzakelijk de allersnelste te zijn, want hij kan ongelooflijk goed een ritme aanhouden : laat hem dertig ronden lang bij wijze van spreken een kwalificatietijd rijden en hij doet het. Anderen kunnen dat één rondje, dan is hun kaars uit.

“Anderzijds weet hij ook op een erg speciale manier een team rond zich te bouwen. Hoe je ’t ook bekijkt en hoe Barrichello ook roept dat hij bij Ferrari ook zijn verdienste heeft : Ferrari draait rond Schumacher. Die hele entourage : teamchef Jean Todt, hoofdingenieur Ross Brawn heeft hij samengebracht. Mensen rond u scharen is ook een kunst, en die beheerst Schumacher perfect. Ik ben geen fan van Schumacher, maar ik moet wel toegeven : van zijn generatie is hij de beste.”

Wat steekt je dan tegen bij Schumacher ?

“Er steekt mij niets tegen. Maar er is ook niks dat mij aantrekt. Schumacher heeft geen charisma. Senna had dat wél, dat was mister Charisma. Die hoefde niet eens met zijn wagen te rijden, die kwam gewoon ergens binnen en die stónd daar. Da’s natuurlijk ook de zware erfenis voor Schumacher : van hem werd verwacht dat hij die rol van Senna overnam. Pas nu hij wat ouder wordt en alles gewonnen heeft wat er te winnen valt, begint hij wat los te komen. Geef mij maar een piloot die ook als mens iets uitstraalt.

Montoya ? Ja, die heeft charisma. Misschien in de slechte zin, misschien is het wel een rotzak, een slecht karakter, maar hij hééft iets Damon Hill, indertijd : veel te braaf en te beleefd voor de Formule 1, maar hij had tenminste dàt.”

Van wie moet dit jaar dan de concurrentie komen ? Van zijn eigen broer Ralf ?

( Schudt het hoofd) “Van een McLaren of een Williams, dat is wel duidelijk. Maar ik denk dat zijn broer het heel lastig zal krijgen in zijn eigen team, met die Montoya. Je zag dat al vorig jaar : bij het begin van het seizoen leek Montoya nog op zoek naar die specifieke Formule 1-kennis. Maar halverwege het seizoen was hij vertrokken, en heeft hij Ralf elke keer geklopt. Denk maar aan Francorchamps : moeilijk circuit, motregen en Montoya pakte de pole. Anderhalve seconde sneller dan Ralf Schumacher !

“Montoya is ook een van de weinige rijders op dit ogenblik die titelverdediger Michael Schumacher zenuwachtig kan maken. Omdat hij vorig seizoen een paar zaken gerealiseerd heeft, die Schumacher in geen jaren had meegemaakt. De rest liet hem altijd gerust, Montoya niet.

“Outsiders zijn er natuurlijk ook altijd : de Jordans, Sauber dat goed bezig is. Coulthard, nu Hakkinen definitief weg is ? Pas op, Coulthard was vorig jaar al goed, hé. Zet hem in een goede auto en hij kan winnen. Maar het wordt wel tijd natuurlijk dàt hij eens wint. Slaagt hij er niet in, zou het wel eens zijn laatste jaar bij McLaren kunnen zijn, denk ik. Er staan er genoeg klaar om hem te vervangen. Ik denk dan aan Nick Heidfeld. Die heeft volgens mij vorig jaar al fantastische dingen gedaan. En hij ligt nog altijd onder contract bij Mercedes.

“Veel zal natuurlijk ook afhangen van de bandenstrijd : McLaren gaat nu met Michelin rijden. Een band is zo belangrijk ! Men kan honderden miljoenen spenderen aan de ontwikkeling van motor en chassis, maar een band – die relatief goedkoop is – kan soms een seconde verschil maken. Een band bepaalt finaal of een combinatie lukt of niet. Terwijl hij in heel die ketting die het sucses in de Formule 1 uitmaakt, bijna het goedkoopste onderdeel is. Vorig jaar waren de Bridgestone-banden nog duidelijk beter, maar naar verluidt heeft Michelin zich fel ontwikkeld. In zoverre dat de insiders al zeggen : gelukkig rijdt Schumacher niét op Michelins. Anders zou hij onklopbaar zijn.”

Cliché 2 : de norm voor een Formule 1-auto is een Ferrari.

Philip Verellen : “Ferrari neemt risico’s dit jaar. Een nieuw technisch concept, een nieuwe versnellingsbak. Dezelfde onderdelen, maar allemaal veel kleiner en compacter, waardoor ze enorme aërodynamische voordelen creëren in het chassis. Maar het grote risico is natuurlijk de betrouwbaarheid van zo’n nieuwe combinatie. Tot nog toe kenden ze bij testen erg veel problemen. Eens het systeem op punt zal staan, zal het een enorm voordeel opleveren, maar het zou hen in het begin wel eens een paar races kunnen kosten. Maar ze hebben tenminste de verdienste dat ze het aandurven. Andere teams nemen dat risico niet. Ook al wordt het voor Mc Laren tijd dàt ze iets doen : Ferrari al twee keer kampioen bij de constructeurs, Williams-BMW dat staat te dringen… Maar voorlopig kiezen zij dus nog voor zekerheid.”

Opvallend : tot nog toe was Ferrari het enige team dat zowel chassis als motor bouwde.

Volgend seizoen heb je er drie : Ferrari, Toyota en Renault. En eigenlijk is Jaguar ook een onderdeel van Ford, dus. Bij Renault kan je trouwens ook nog opmerken dat het chassis wel gebouwd zal worden door de mensen van het vroegere Benetton. Die twee moet je dus enigszins relativeren. Maar voor Toyota gaat het gewoon om een kwestie van marketing, zeggen ze zelf : zij willen zich niet binden aan een onafhankelijke constructeur.

“Ik vind dat voor de Formule 1 een gevaarlijke situatie. Als automerken in de Formule 1 stappen, doen ze dat puur uit marketingoverwegingen : plannen met een looptijd van twee, drie, zes jaar. Maar eens dat plan uitgewerkt, stoppen ze ook. Terwijl een téam – bijvoorbeeld McLaren – dat zich associeert met een motorenbouwer, op zoek gaat naar een alternatief, zodra het voelt dat zijn motorenleverancier er de brui wil aan geven. Als Mercedes tegen McLaren zegt : wij stoppen, houdt McLaren nog niet op te bestaan. Dus, hoe meer constructeurs hun eigen auto gaan bouwen, hoe gevaarlijker. Stel dat ze er allemaal tegelijk mee ophouden, is het gedaan met de Formule 1.

Weinig veranderingen ook in het technische reglement dit jaar.

“Alleen het feit dat telemetrie ( overdracht van gegevens van wagen naar pits, nvdr) eindelijk wordt toegelaten. In de twee richtingen zelfs, dus ook van de pits naar de wagen, in zoverre dat al niet bestond de voorgaande jaren. Renault bijvoorbeeld beweert dat het vorig jaar al over de apparatuur beschikte om het toerental van àndere, voorbijrijdende wagens te onderscheppen. Typisch autosportfederatie trouwens : van zodra ze zaken toch niet meer kan controleren, laat ze die vrij.

“Maar het feit dat er weinig verandert, vind ik een goede zaak. Hoe langer het reglement stabiel blijft, hoe dichter de teams bij elkaar komen. Topteams hebben toch altijd de meeste middelen om hun voordeel te puren uit nieuwe regels, kleinere teams hinken maar wat achterop, en het kost tijd die achterstand in te halen.”

Cliché 3 : “Binnenkort kan een aap een Formule 1 besturen” (Niki Lauda).

Philip Verellen : “Het is duidelijk dat de huidige wagens makkelijker te besturen zijn dan vroeger. Als je ziet dat Raikkonen rechtstreeks uit de Formule Renault komt ! Da’s een klein wagentje, twee liter, echt een klein koersautooke. En die stapt in een Formule 1-auto en gaat onmiddellijk snel, sneller dan Heidfeld met zijn ervaring.

“Het is in elk geval makkelijker dan vroeger : toen had je méér pk’s, geen tractiecontrole, moest je schakelen met de hand. Dat gaat nu allemaal automatisch, je kan daarin al geen fouten meer maken. Het moét gewoon makkelijker zijn. Alain Prost zei het al : we moeten terug in de tijd, terug met de hand schakelen bijvoorbeeld. Neem die tractiecontrole : het maakt niet meer uit of je over 100 dan wel over 800 pk beschikt. Als je gas geeft, en je weet dat er met je wagen toch niets kan gebeuren, ja, dan geef je gewoon gas, hé. Voor mij mogen ze gerust meer rudimentaire auto’s bouwen, moeilijker te besturen.”

Cliché 4 : Belgen geraken niet meer in de Formule 1.

Philip Verellen : “Als morgen een Belg genoeg geld meebrengt, rijdt hij Formule 1. Zo simpel is het. Ik ben ervan overtuigd dat er in België piloten zijn die in de Formule 1 mee aan de top zouden kunnen draaien. Maar zij waren gewoon altijd op het verkeerde moment, op de verkeerde plaats, omringd door de verkeerde mensen.

“Had men indertijd Bertrand Gachot niet in den bak gestoken, had Schumacher misschien nooit met die Jordan gereden, en hadden we misschien nooit van hem gehoord. Stel dat Montoya zijn carrière had moeten beginnen bij Arrows. Teamchef Tom Walkinshaw is iemand die zijn voeten veegt aan contracten. Was er dan iemand gekomen met méér geld, lag Montoya misschien na een half jaar terug buiten.

“Pas op : eerste vereiste is dat je goed bent, hé. Maar je moet ook perfect omringd en begeleid zijn. In België hebben wij bovendien geen autosportcultuur. Onze kleine markt en het feit dat wij te weining industriële impact vertegenwoordigen, wordt altijd als excuus aangehaald. En Finland dan ? Vijf miljoen inwoners, maar ze hebben wel iemand bij McLaren én iemand bij Toyota. Om van de rally maar te zwijgen. Daar domineren ze alles. Maar ja, indertijd kocht Eric Van de Poele zich nog in met 30 miljoen frank, dat is nog te overzien. Nu heb je 100 miljoen nodig.

Marc Goossens, Bas Leinders, David Saelens : die gasten hébben talent, er zitten er in de Formule 1 met een pak minder kwaliteiten. Maar geld vinden is zo moeilijk. Alhoewel het theoretisch mogelijk is : Belgacom sponsort een reusachtige zeilboot, sponsert het tennistoernooi in Antwerpen en wat weet ik allemaal. Laat ze al dat geld in één pot gooien en aan een Belgische rijder geven, dan rijdt er een Belg Formule 1. Maar de bereidwilligheid moet er zijn. En dat zie ik nog niet direct gebeuren.”

door Kris Croonen,

Michael Schumacher heeft geen charisma.

Een band kan soms een verschil van een honderdste maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content