De ex-spits van Standard zet zijn carrière weer op de rails bij Bergen. ‘Hier kreeg ik de tijd om mijn vorm terug te vinden.’

Toen hij in januari 2012 van Standard naar Bergen verhuisde, hoopte Aloys Nong weer aan te knopen met zijn beste periode bij KV Mechelen. Maar het draaide anders uit voor de spits: in de tweede helft van vorig seizoen speelde hij zestien wedstrijden, maar scoorde hij geen enkele keer. Ook bij Standard gaf hij slechts zelden de indruk dat hij potten kon breken.

Hoe verklaar je dat?

Aloys Nong: “Toen ik naar Bergen kwam, zat ik zowel op het fysieke als op het mentale vlak niet goed in mijn vel. Ik zal nooit vergeten hoe goed ik het – mede dankzij de geweldige supporters – bij Standard heb gehad, maar de manier waarop ze me bij het huisvuil hebben gezet, zal ik ook niet vergeten.”

Heb je dat echt als bij ‘het huisvuil zetten’ ervaren?

“Als je drie of vier spelers verplicht om met de U18 of zelfs de U16 mee te trainen, toon je overduidelijk een gebrek aan respect. Niet dat de coaches ons aan ons lot overlieten, want ik had het gevoel dat ze wel begrepen hoe we ons voelden.”

Wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen de periode onder Roland Duchâtelet en die onder de D’Onofrio’s?

DominiqueD’Onofrio deed nooit valse beloftes. Ik had het niet altijd even makkelijk toen, maar ik voelde me wel gesteund – door Sérgio Conceição in het bijzonder. Hij zorgde ervoor dat iedereen zich bij het team betrokken voelde. En het is ook niet zo dat Dominique ooit heeft gezegd dat ik zijn eerste keuze was in de spits en dat hij me daarna een mes in de rug heeft gestoken.

“Toen het nieuwe bestuur er kwam, dacht ik dat ik gewoon verder kon gaan op mijn elan van de play-offs. Ik heb nooit een positie opgeëist, maar José Riga kwam me vertellen dat ik moest blijven omdat ik volgens hem mijn plaats bij de drie spitsen had. Op 16 oktober kregen we een pandoering ( 5-0, nvdr) van Anderlecht terwijl ik in de tribune zat. Ik heb nooit geweten waarom ik die dag niet mocht spelen… Ik weet alleen dat ik tegen Beerschot een grote kans had gemist en ik heb de indruk dat Riga dat nooit echt heeft verteerd. Berrier – die een penalty tegen Club Brugge miste – overkwam net hetzelfde. Riga zette wel een grote mond op in de kranten, maar in ons gezicht zei hij nooit wat. Het was ook duidelijk dat sommige spelers veel meer krediet kregen dan anderen. Mijn periode bij Standard was een grote teleurstelling. Ik heb het gevoel dat ik er mislukt ben, maar niet omdat ik het niveau niet aankon.”

“Ik was 28 toen ik bij Standard vertrok en ik was zogezegd te oud… Als ze me hadden gezegd: ‘Aloys, je bent niet goed genoeg’, dan had ik daar vrede mee gehad. Maar dat was dus niet het geval.”

Hoe zou je Riga omschrijven, als coach en als mens?

“Het was duidelijk dat hij goede ideeën had wat voetbal betreft. Hij hield van mooi spel en gaf erg gevarieerde trainingen. Ik merkte al snel dat hij een intelligent man is. Ook als mens liet hij aanvankelijk een goede indruk na. Hij had met elke speler van de A-kern een gesprek onder vier ogen. Maar het is nu eenmaal niet mogelijk om elke individuele belofte na te komen. Ik begon nattigheid te voelen toen ik hoorde dat hij alle spelers hetzelfde had beloofd.”

Had je verwacht dat Standard het vorig seizoen moeilijk zou hebben?

“Het nieuwe bestuur wilde alle lijnen met D’Onofrio doorknippen. Maar wanneer je na het vertrek van Witsel, Defour, Mangala en Carcela, ook nog eens Leye, Berrier, Camara en mezelf aan de kant schuift, weet je dat het moeilijk wordt. Standard haastte zich om te zeggen dat het een overgangsseizoen zou worden, maar zo ver had het niet hoeven te komen.”

Scifo

Je maakte niet meteen indruk toen je in januari naar Bergen kwam. Vooral niet omdat hier een zekere Perbet aan de lopende band liep te scoren…

“Ik was blij dat Jérémy toen zo vaak scoorde. Dat nam de druk van mijn schouders weg. Al heeft het bestuur wel van in het begin duidelijk gemaakt dat het me met het oog op volgend seizoen had gekocht. Ik weet dat ik in 2011/12 niet bepaald goed heb gespeeld, maar als het in het kopje niet goed zit, volgen de benen niet. Toen Enzo Scifo het roer in handen nam, zei hij me meteen dat ik me op volgend seizoen moest richten.”

Wat was je eerste indruk van Scifo?

“Het viel me meteen op dat hij alle spelers een kans heeft gegeven. Hij maakte duidelijk dat elke speler belangrijk is. Dat gaf de groep vertrouwen. Zeker toen bleek dat Scifo echt wel een man van zijn woord is. Dat is een van de redenen waarom we zo goed presteerden in de play-offs. Men zegt me vaak dat ik heel emotioneel ben, maar ik denk dat iedereen zich graag betrokken voelt. Ik was overigens ook heel erg onder de indruk van zijn professionalisme. Als je ziet hoe goed hij zelf nog in vorm is, weet je genoeg. Hij zit er heel kort op, zeker wat recuperatie en voeding betreft. Hij zegt wel honderd keer per dag dat ons lichaam ons werkinstrument is.”

Bestaat er zoiets als de methode Scifo?

“Zeker weten. We oefenen onze aan- valspatronen heel vaak. We moeten alles perfect beheersen. Voor Scifo bestaat toeval niet. Elke pass moet zijn nut hebben. Hij focust enorm op de reactiviteit van zijn spelers en hij vindt ook steeds de juiste woorden om ons te motiveren. Hij zei me dat ik bij de vijf beste spitsen van België hoor als ik in topvorm ben. Als zo iemand zoiets tegen je zegt, geeft dat echt een serieuze boost. Je voelt dat hij met jou naar de oorlog zou gaan.

“Scifo hoeft ook niet regelmatig uit te vliegen om gerespecteerd te worden. Hij is een man van de dialoog. Dennis van Wijk was – net zoals Peter Maes trouwens – eerder een man van de monoloog.”

Waarom koos je voor Bergen terwijl je ook naar RC Genk of het buitenland kon?

“In januari was Bergen de enige ploeg die een Nong in die vorm kon aanvaarden. Hier kreeg ik de tijd om mijn vorm terug te vinden. Ik denk niet dat dat bij Genk het geval zou zijn geweest.”

Scoren

Heb je na al die jaren in de Jupiler Pro League geen zin om het eens in het buitenland te proberen?

“Ik wil hier niet langs de achterdeur wegglippen. België is toch mijn tweede vaderland. Ik ben getrouwd met een Belgische, mijn kind is hier geboren,… Ik ben ondertussen al 29, dus ook het financiële plaatje wordt steeds belangrijker. Als ik het goed doe bij Bergen, kan het niet anders dan dat dat wordt beloond. Het is ook daarom dat scoren zo belangrijk is.”

Weegt die obsessie voor het scoren na verloop van tijd niet enorm door?

“Het voelde echt als een bevrijding toen ik op de eerste speeldag al scoorde. Eén doelpunt kan een seizoen maken of kraken. Toen ik tegen OHL een grote kans miste, dacht ik bij mezelf: lap, het is weer van dat. Maar dat ene doelpunt moet me vertrouwen geven voor de rest van de competitie.”

Wat zeg je tegen de criticasters die beweren dat je wel erg veel kansen nodig hebt vooraleer je tot scoren komt?

“Dat ze gelijk hebben. (lacht) Maar ook dat ik er alles aan doe om efficiënter te worden zodat ik op een dag hun ongelijk kan bewijzen.”

DOOR THOMAS BRICMONT

“Eén doelpunt kan een seizoen maken of kraken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content