Winnaar van de Copa América én de Confederations Cup, leider in de kwalificaties voor het WK en tóch bekritiseerd worden: het lot van een Braziliaanse bondscoach is hard.

Zo, zo, het zit erop, de generale repetitie voor het WK in Zuid-Afrika. Wat leerde de Confederations Cup? Dat de vuvuzela een irritant lawaai maakt. Dat het ’s avonds bitterkoud kan zijn in de Zuid-Afrikaanse winter, Oguchi Onyewu kon er zijn handschoentjes goed gebruiken. Dat je voorzichtig moet zijn met je geld, zo werd de Egyptische ploeg in zijn hotel van behoorlijk wat dollars beroofd. Dat Italië, volgend jaar titelverdediger op het WK, keuzes moet maken. Verjongen lijkt het devies. Zambrotta, Cannavaro, Toni, zijn dat nog de mannen waar Lippi op moet bouwen?

Dan lijkt Europees kampioen Spanje met meer hoop te mogen afreizen. Op de ongelukkige uitschuiver in de halve finale tegen de VS na zat het na een lang seizoen voor de ‘Engelsen’ en de ‘Barcelonezen’ nog heel goed. Niet dat we iets tegen de VS hebben, maar eigenlijk was het jammer dat Spanje niet voor een droomfinale tegen Brazilië kon zorgen. De clash van stijlen, het moderne vooruit verdedigen, druk zetten en toque van de Iberiërs versus het wat afwachtende, inzakkende Italiaanse spel van Brazilië, dat vervolgens razendsnel uitbreekt en rekent op stilstaande fases om het verschil te maken. Dat was tactisch allicht een boeiender kijkstuk geweest dan een finale tegen de VS.

Twee jaar geleden won Brazilië de Copa América, na een 3-0 tegen Argentinië. Een eerste succes voor Dunga, die in augustus 2006, na het WK in Duitsland, Carlos Alberto Parreira kwam vervangen. Een tweede succes waren de WK-kwalificatiewedstrijden. Voor Brazilië, met al zijn sterren in Europa, is dat traditioneel geen makkie. Maar ook die klip nam Dunga, Brazilië leidt na 14 matchen de groep met 27 punten. Chili heeft er 26, Paraguay 24 en Argentinië ‘slechts’ 22. Ecuador staat op een barrageplaats met 20 punten. Met nog vier wedstrijden te gaan is de kwalificatie haast binnen.

Ook afspraak nummer drie miste Dunga niet: de Confedera- tions Cup, weliswaar met alleen Italië als echte topper qua tegenstand, want de VS (twee keer), Egypte en Zuid-Afrika zijn straks geen kandidaat-wereldkampioenen. Brazilië speelde dan ook maar twee keer één helft in een hoog tempo. Tegen Italië stond het dan 3-0, en zondag werd de VS in 45 minuten opgerold. In alle andere wedstrijden lag het baltempo laag.

Italiaans

Toch krijgt bondscoach Dunga kritiek. Brazilië speelt te afwachtend, vinden ze thuis. Te Italiaans, waarbij wordt verwezen naar de Italiaanse spelersperiode van de bondscoach, middenvelder bij Pisa, Fiorentina en Pescara, voor hij halverwege de jaren negentig naar Stuttgart verhuisde. Vier man achterin, twee schokbrekers voor de verdediging en dan vier offensieve mensen. Geen 4-2-2-2 zoals op de voorbije toernooien, maar een 4-2-3-1, met tweede spits Robinho vanaf links om Kaká ruimte te geven. Geen toque, zoals Spanje of Argentinië, maar snel uitbrekend, vaak via de flankverdedigers.

Vooral op rechts heeft Dunga ongekende weelde. Met Maicon (27, Inter) en Dani Alves (26, Barcelona) beschikt hij over wellicht de beste twee rechtsachters van de wereld. Leeftijdsgenoten, vervelend, want eigenlijk kan je geen van beiden aan de kant laten. Misschien is Maicon verdedigend iets completer, Italië, alweer. Maar Dani Alves schoot de Seleção wel naar de finale in Zuid-Afrika.

Op de linksachter zagen we een debutant: André Santos (26, Corinthians). Ramires, rechtsmidden van Cruzeiro, had voor afreizen al één interland gespeeld (én een voorcontract met Benfica getekend), Santos had nog nul interlands. De rijzende ster in het elftal is Felipe Melo, 26 en ook nog maar aan het begin van zijn interlandcarrière. Nu nog bij Fiorentina (alweer Italië), maar gewild door heel wat échte topclubs. Bijwijlen nog driest en wild, vorig seizoen dertien keer geel en twee keer rood in de competitie, maar hier sterk naast Gilberto Silva (bijna 33, Panathinaikos).

Is Brazilië, in Duitsland ‘slechts’ kwartfinalist na 1-0-verlies tegen de latere finalist Frankrijk, straks kandidaat-wereldkampioen? Brazilië is áltijd kandidaat, vindt Jan Boskamp. Maar met de nodige reserves, eerder een outsider. Centraal achterin zijn er twijfels rond het – al wat oudere – duo Lúcio (31)- Juan (30). Houdt Gilberto Silva het? Hoe lang kan Dunga Pato (nu nog Milan, maar genoemd in een recordtransfer naar Chelsea) nog op de bank houden en waar zet hij hem dan? En is Luis Fabiano, na het afhaken van Adriano en het met gemengd resultaat uittesten van onder meer Vagner Love of Jo, sterk genoeg om op een toptoernooi de rol van diepe spits aan te kunnen? De topschutter (5 goals) in Zuid-Afrika is geen kaatsende spits, maar past wel in het counterspel van Dunga.

In eigen land houdt dikkerdje Ronaldo, 33 komende zomer, alvast de druk op de ketel: hij wil nog eens schitteren op een WK en werkt bij Corinthians aan zijn terugkeer. Het zou zijn vijfde toernooi zijn. Hij maakt geen kans, noteert de omgeving van Dunga, maar zorgt wel voor veel persheisa. En wat met Ronaldinho?

U bent in ieder geval gewaarschuwd: verwacht straks van Brazilië niet dat flitsende combinatiespel. Daarvoor moet u bij Spanje zijn.

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content