Volgende week tennist de vrouwelijke we- reldtop in Antwerpen voor de vijfde keer voor een diamanten racket. Sabine Appelmans blikt vooruit.

De voorverkoop van tickets toont dat de Proximus Diamond Games in Antwerpen ook zonder Kim Clijsters en Justine Henin een naam hebben gemaakt die garant staat voor kwaliteit. Toen Sabine Appelmans nog speelde, konden Belgische speelsters alleen maar dromen van een evenement op dat niveau in eigen land. Appelmans, die in april 34 wordt, nam na de Australian Open 2001 afscheid van het profcircuit, maar volgt sindsdien het vrouwentennis op de voet en zal ook in Antwerpen als tv-commentatrice toekijken.

Wie wint volgende week het toernooi in Antwerpen ?

Sabine Appelmans : Venus Williams is er ongelofelijk op gebrand. Het is haar laatste kans om het diamanten racket mee naar huis te nemen. Dat haar zus dit jaar komt, is een tactische zet. Serena moet proberen een aantal goeie speelsters te elimineren en zo de weg voor haar zus vrij te maken. Serena gaat Venus helpen dat racket te winnen. Zelf wint ze nooit. De grootste concurrente voor Venus wordt Amélie Mauresmo, die vorig jaar Venus klopte in de finale. Toen bleek Venus toch last te hebben van stress. In Australië was haar vorm ook niet goed. Als ze deze weken keihard traint en focust op dat racket, kan dat snel omslaan.”

Waarom sluit je winst van Serena uit ?

“Ook zij stond in Australië niet scherp. In Antwerpen speelt ze enkel om haar zus aan dat racket te helpen. Als die twee ooit de finale tegen mekaar moeten spelen, heb ik al een vaag vermoeden wie wint.”

Is Serena op de terugweg ?

“De Williamsen missen de honger van toen ze net in het circuit kwamen. Dat geldt ook voor Venus. Ze hebben veel dingen buiten het tennis. Venus heeft een designfirma. Serena acteert, loopt modeshows, is op alle feestjes. Als ze echt aan de top willen blijven, moeten ze weer alles op het tennis zetten.

Begrijp je hen ?

“Ja. Als je een aantal jaar in het circuit zit, wordt het al gauw altijd hetzelfde : trainen, wachten op luchthavens, wachten om matchen te spelen. Als je dan kansen krijgt om andere leuke dingen te doen, snap ik wel dat ze die nemen. Die kansen krijgen ze wel via hun tennisprestaties. Anders was Serena waarschijnlijk nooit gevraagd om te acteren.”

Jij hebt nooit geacteerd of iets ontworpen ?

“Toen was dat nog niet in de mode. Ik ben van de generatie van Steffi Graf, Monica Seles. Spreken over vriendjes of andere dingen buiten het tennis was toen taboe. Anna Kournikova was de eerste die dat opentrok.”

Daarom lag ze slecht bij de andere vrouwen.

“Absoluut niet. Ze kreeg daar veel respect voor. Ze maakte het tennis populairder. Dat het prijzengeld voor het vrouwentennis jaarlijks stijgt, is daar het gevolg van.”

Schaden die nevenactiviteiten van enkele toppers niet de geloofwaardigheid van de sport ? In echte topsport wordt dat toch meteen afgestraft ?

“In het vrouwentennis ook. Venus en Serena staan niet meer helemaal bovenaan. Dat is maar goed ook voor de sport, net als het feit dat Kim en Justine, die alleen maar met tennis bezig zijn, wel helemaal bovenaan staan.”

Vader Williams zegt : ‘Als het erop aankomt, zijn mijn dochters gewoon de beste.’

“Ze hebben het tennis mee veranderd, de nadruk gelegd op het fysieke aspect, maar Kim is even sterk. Kim beweegt beter op de baan dan de Williamsen. Justine en Kim hebben meer puur tennistalent dan de zusjes.”

Hoe zag je Mauresmo evolueren ?

“De laatste jaren zag ik haar vooral aan vertrouwen winnen en volwassen worden op de baan. Ze ging meer in zichzelf geloven dan vroeger, net als Justine. Ik vind haar een topper, maar wel één die meer tijd nodig had om haar potentieel helemaal te benutten. Ze is wel honderd procent bezig met het tennis, naast het veld valt ze niet zo op. Dat showgehalte is niet aan haar besteed.”

Kim Clijsters verdrong Lindsay Davenport van het nummer één. Verbaast het je dat Davenport, iemand van jouw generatie, nog altijd top is ?

“Niet helemaal. Davenport heeft haar school afgemaakt. Dat wil zeggen dat ze haar lichaam niet zo afmatte als meisjes die vanaf hun vijftiende jaar dertig weken per jaar op de baan staan, zoals Sharapova nu. Als je er op prille leeftijd al voluit voor gaat, tellen de jaren van 15 tot 18 bijna dubbel. Davenport had ook een lange blessure, haar carrière was bijna over. Je ziet bij veel speelsters dat ze dan pas het tennis echt gaan missen en nadien sterk terugkomen. Capriati deed dat, Hingis nu ook.”

Jij hebt dat nooit overwogen.

“Ik had nooit de drang om terug te komen omdat ik meteen zwanger was en kort na het eerste kind al een tweede kreeg. Gebeurt dat niet, dan had ik een jaar of twee na mijn afscheid misschien wel een comeback overwogen. Ik kan me dat nu beter voorstellen dan vroeger. Vroeger vond ik dat vooral heel zielig, meisjes die op hun dertigste nog op de baan stonden of op latere leeftijd een comeback maakten.”

Hingis gaat wel meteen ver door in een toptoernooi.

“Ze was zich wel al meer dan een jaar aan het voorbereiden, trainde harder dan ooit. Ze is sterker geworden, haar lichaam ziet er goed uit. Ook mentaal staat ze fris, nu pas beseft ze wat ze gemist heeft. Dat is een voordeel tegenover meisjes die moe of geblesseerd zijn. Als je drie jaar niet meer getennist hebt, ben je zo blij dat je weer op die baan staat dat alles vanzelf gaat. Vergeet ook niet dat ze vijf jaar nummer één was. De echte top komt altijd terug.”

Wat mag Hingis nog beogen ?

“Voor het eind van het jaar staat ze volgens mij weer in de top tien. Hoger wordt moeilijk, omdat ze het met dat krachttennis moeilijk blijft hebben.”

Wat heeft ze gemist ? Ze won alles wat er te winnen viel, stond jarenlang nummer één en verdiende bakken geld.

“Ze miste de uitdagingen. Niemand keek nog naar haar om, zei ze onlangs, behalve de koeien in de wei. De uitdaging om voor iets te gaan, de voldoening dat beloond te zien, die stress voor een wedstrijd, de adrenaline, dat voel je na je afscheid allemaal niet meer.”

Is de top breder dan toen jij nog speelde ?

“De top is breder maar vooral beter dan vroeger. De subtop niet. De toppers slaan veel harder en kunnen dat langer volhouden. Dat verdedigende tennis is er helemaal uit. Iedereen past zich aan. Zo atletisch en zo snel als Kim beweegt op de baan, zag ik vroeger nooit iemand bewegen.”

Waren toptennisspeelsters toen geen atletes ? Werkten ze toen niet aan hun lichamelijke ontwikkeling en nu wel ?

“Dat klopt. Alleen spelen in het tennis zoveel factoren mee dat iemand met een hoger vetpercentage dan in topsport toch goede resultaten kan neerzetten. Hingis bewoog ook niet als de beste, maar ze zag het zo goed, ze kon het spel beter lezen dan anderen. Dat compenseerde.”

Jij flirtte jarenlang met de top twintig, met een zeventiende plaats in november 1997 als beste ranking. Wat zou je niveau zijn als je vandaag nog speelde ?

“Top vijftig misschien nog wel, top twintig niet meer. Hoewel : tot vorig jaar stond Elia Farina nog in de top twintig. Dat was een speelster van mijn niveau. Mijn doel was altijd de top twintig halen. Het enige wat ik me wel eens afvraag, is of ik ook hoger was geraakt als ik mijn doel toen hoger had gesteld. Je kunt maar waar je in gelooft. Op voorwaarde dat je enige aanleg hebt. Waarschijnlijk had ik mijn manier van werken ook aangepast. Er is de laatste jaren op wetenschappelijk gebied zo veel werk geleverd dat je daar niet meer buiten kan. Wij waren eigenlijk nog proefkonijnen. In mijn tijd moesten ze nog buitenlandse trainers halen om hier te komen zeggen hoe het moest. Nu staat de Belgische tennisopleiding op wereldniveau.”

Er komen negen of tien speelsters uit de top twintig naar Antwerpen. Je bent zelf ontdekt op een internationaal toernooi, de Ladies Open in Knokke. Hoeveel wereldtoppers waren daar toen ?

“Geen. De normen liggen anders. Toen ik begon was ons doel deelnemen aan Roland Garros. Nu heeft België de nummers één en twee van de wereld. Kinderen die nu in België beginnen tennissen, nemen dat als norm. Haalt morgen een jonge Belgische speelster de top twintig, dan is dat een fantastische prestatie, maar niemand gaat daar ’s nachts nog voor opstaan zoals nu voor de Australian Open met Kim en Justine. Toen Dominique Monami en ik kwartfinales haalden in Australië, stond heel het land daar ’s nachts nog voor op.

“Ik hoor nu ook dat de Belgische tennismannen het niet goed doen. Terwijl ze het de laatste decennia nooit beter hebben gedaan dan nu. Alleen verzinkt dat in het niets bij wat de vrouwen doen.”

Justine Henin komt niet naar Antwerpen. Wat mogen we dit jaar van haar verwachten ?

“Bij haar speelt stress een grotere rol dan bij Kim, omdat ze een perfectioniste is. Om nummer één te worden is ze bijna over haar limiet gegaan. Tegenover de Williamsen moest ze haar kleinere gestalte en mindere spieren compenseren. De handicap waar Hingis op afhaakte, werkte zij weg. Doordat ze fysiek sterker werd, is ze meer in zichzelf gaan geloven. Dat virus was een waarschuwing van haar lichaam. Daar is maar één remedie voor : een afgeslankt programma volgen. Ik zag al in haar eerste wedstrijd in Australië dat ze naar haar schouder greep. Dat werd alleen maar erger. Hetzelfde voor Kim. Die beet door de pijn heen, verlegde de pijngrens. Tot dat lichaam het begeeft.”

Is Kim versleten ?

“Haar lichaam heeft zwaar afgezien. Vroeger wilde ze aan één stuk door reizen en spelen. Enkel en dubbel, het maakte niet uit. Ze zat acht weken onafgebroken in Amerika zonder één moment heimwee. Ze is nu 22, maar ze reist al volop mee sinds haar vijftiende. Ze heeft maar plezier als ze op de baan voluit kan gaan, maar de intensiteit die ze in haar spel stopt, eist veel van haar lichaam. Turners zijn ook versleten op die leeftijd. Als ze beslist om een beperkt programma af te werken, de grand slam en nog een paar belangrijke toernooien, kan ze nog een paar jaar mee op dit niveau. Uiteindelijk beslis je zelf hoeveel toernooien je speelt. Je ranking wordt gedeeld door zeventien. In principe kan je je dus tot zeventien toernooien per jaar beperken. Wie er meer dan twintig afwerkt, moet dat zelf weten. In Antwerpen speelt vermoeidheid nog geen rol. In februari zijn de meesten nog enorm gemotiveerd.”

Een paar jaar geleden won Kim met de Proximus Diamond Games haar eerste toernooi in eigen land. Jij had het moeilijk in eigen land.

“Ik bewonder Kim om de manier waarop ze telkens weer met de druk en de kritiek om kan en om het gemak waarmee ze in België speelt. Ik kon dat niet, ik wilde het voor iedereen goed doen en trok me te veel aan wat men tegen me zei of van me verwachtte. Ik voelde me al schuldig als ik bij de opwarming niet genoeg gestretcht had. Tijdens mijn loopbaan heb ik nooit een glas alcohol gedronken.”

Excuseer ?

“Als men mij een glas champagne in de hand duwde, nipte ik daar uit beleefdheid eens van, maar ik dronk nooit meer dan die ene slok. Wijn kende ik niet. Vorig jaar pas heb ik mijn eerste pintje gedronken. We waren op een concert en ik had vreselijk dorst, maar ze hadden alleen maar bier. Het smaakte me nog ook.”

Waar kijk je dit jaar naar uit ?

“Bij de Russische meisjes is Sharapova echt een topper. De andere meisjes werken hard, zijn goed in hun sterke punten, maar hebben nog hiaten in hun spel. Ik ben ook benieuwd naar wat de Chinese meisjes gaan tonen, er staan er nu toch een paar in de top honderd. Al die nieuwe invloeden kunnen de sport alleen maar verrijken. Het is ook een waardemeter voor de mogelijkheden die vrouwen in een continent krijgen. Sinds hoelang kan iedereen in België, niet alleen de rijken, al studeren wat hij of zij wil ? Het is ook nog niet zo lang dat vrouwen een eigen carrière kunnen uitstippelen. Toen ik jong was en men me vroeg wat ik deed, snapten velen het niet als ik ’tennissen’ antwoordde. Wat ik daarnaast nog deed, wilden ze weten. Nu beschouwt men het wel als een volwaardig beroep.”

GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content