‘Shit jong, wat een vent’: hoe goed is Wesley Moraes eigenlijk?

© BELGAIMAGE
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Wesley Moraes Ferreira da Silva (22) is op weg naar 20 goals en 10 assists, daarna begint The Brazilian Warrior aan een nieuw avontuur. Hoe goed is hij eigenlijk?

Ze waren met een man of vijftien, Engelse scouts die op een donderdagavond in het Jan Breydelstadion zaten. Club Brugge ontving Red Bull Salzburg, twee ploegen met enkele high potentials op de loonlijst, een zestiende finale van de Europa League als maatstaf voor het slopende voetbal in de Premier League. Ze kwamen vooral voor Die Roten Bullen, de ontwikkelingsfabriek van de Oostenrijkse miljardair Dietrich Mateschitz, waar jonge spelers hun eerste stappen kunnen zetten en met een spectaculaire meerwaarde naar topcompetities doorstromen.

De evolutie van Wesley: van bonkige bliksemafleider tot aangever.

Als het even kan met een tussenstop in Leipzig, een ander filiaal van Red Bull. Zoals Dayot Upamecano (10 miljoen), Amadou Haidara (19 miljoen) en Naby Keïta, die in 2016 voor meer dan 29 miljoen naar het voormalige Oost-Duitsland vertrok en vorige zomer voor 60 miljoen aan Liverpool werd verkocht. Veteraan Jonathan Soriano trok voor 15 miljoen naar China, Duje Caleta-Car voor 19 miljoen naar Marseille en in het elftal dat Club in de ogen keek, kan er al opnieuw worden gecasht: Munas Dabbur voetbalt volgend seizoen in Sevilla, dat 15 miljoen betaalde, Hannes Wolf wordt voor 12 miljoen in Leipzig geparkeerd. Bedragen waar het blauw-zwarte bestuur alleen maar kan van dromen.

Wesley geeft dit seizoen meer assists dan de flankspelers van Club Brugge.
Wesley geeft dit seizoen meer assists dan de flankspelers van Club Brugge.© BELGAIMAGE

Slechts twee spelers vertrokken in Brugge ooit voor dubbele cijfers – José Izquierdo (15 miljoen, Brighton & Hove, 2017) en Carlos Bacca (10 miljoen, FC Sevilla, 2013) -, de kans is groot dat daar deze zomer een derde naam bijkomt: Wesley Moraes Ferreira da Silva. En heel misschien sneuvelt zelfs het Brugse transferrecord.

Want: Wesley scoorde goede punten tegen Salzburg. Negentig minuten gevochten en geknokt. Onvermoeibaar. En hij had gescoord, met een zeldzame kopbal ( zie kaderstukje). 1m91 en beresterk lichaam, maar slechts 5 van zijn 35 Brugse doelpunten vertrokken van zijn hoofd. Dat heeft voor een deel te maken met de veldbezetting – hij als diepe spits, met daarrond een aanvaller die uit het duel wil voetballen -, waardoor er minder flankvoorzetten worden gegeven. De Braziliaan wint nochtans kopduels buiten de zestien, maar is in de box minder aanwezig.

‘Dat heeft ook vaak met positie kiezen te maken’, zegt Franky Van der Elst, assistent-trainer bij KV Oostende. ‘Vaak zie je dat hij de bal maar half met het hoofd raakt.’ Zoals tegen Die Roten Bullen, toen hij de afgeweken voorzet van Dennis voorbij doelman Alexander Walke schamperde. En wanneer de scouts al lang vertrokken waren, perste hij in de blessuretijd nog een sprintje over de lengte van het veld van een meter of zeventig uit de krachtige dijen. Indrukwekkend.

Een krijger

Enkele dagen erna hoopte Ivan Leko dat hij ook tegen KRC Genk ‘de Europese Wesley’ zou zien, alsof de spits alleen op het hoogste podium wil schitteren. Liever een avondje beuken tegen Dortmund of Atlético, dan freewheelend voorbij Oostende of Eupen te gaan. Menselijk, maar de T1 zou het liever anders zien. ‘Wij proberen altijd het beste in hem naar boven te halen. Maar dat lukt beter in wedstrijden waar scouts uit half Europa meekijken.’

En wat zien die talentenjagers? Een scout, die liever niet genoemd wil worden, omschrijft hem als ‘ The Brazilian Warrior‘. Een krijger. Een speler die oorlog maakt en zijn ploegmaats beter laat renderen, geen spits die met doelpunten of assists zélf het verschil zal maken. Nog niet. Want: zeven jaar geleden had de 22-jarige Braziliaan nog geen minuut veldvoetbal gespeeld en liep hij verloren in de grote ruimte. Looplijnen? Nog nooit van gehoord.

Van zaalvoetballer tot targetspits, een moeilijke transformatie. Diep gaan als hij in de bal moet komen. Of terugzakken in plaats van de ruimte in de rug van de verdedigers te zoeken. Michel Preud’homme werd er horendol van toen de Braziliaan in januari 2016 in Brugge arriveerde. Een ruwe diamant, het was zowat het meest gebruikte cliché na weer eens een foute keuze. Maar na aanhoudend slijpwerk van zijn (assistent-)trainers fonkelde de diamant maand na maand feller.

Vorige zomer, na 2,5 seizoenen België, toonde Lazio Roma belangstelling. Wesley, vonden ze bij de Biancocelesti, was de gedroomde doublure voor de diepste man ( Ciro Immobile) of de schaduwspits ( Felipe Caicedo/ Joaquín Correa). Maar de Braziliaan verlengde tot 2023 in Brugge om élke week op het veld te staan en van de Champions League te proeven. Fiorentina volgt hem ook al een tijdje, maar de vraag is: matcht de Serie A met zijn kwaliteiten? ‘Heel tactisch, weinig ruimte. Een moeilijke competitie, zeker voor spitsen. Zelfs Cristiano Ronaldo had het in zijn eerste wedstrijden niet gemakkelijk. En dan hebben we het over Ronaldo’, zegt Van der Elst, die de voorbije jaren voor Proximus de Europese topcompetities volgde.

'Shit jong, wat een vent': hoe goed is Wesley Moraes eigenlijk?

‘De eerste keer dat we op Club speelden en ik hem van zo dicht, en niet van uit de tribune, zag, dacht ik: shit jong, wat een vent. Met zo’n lichaam zal hij ook verdedigers in Italië kunnen afhouden en ze zullen daar ongetwijfeld intensief met hem aan de slag aan om hem nog sluwer, slimmer en dus ook beter te maken. Daarom waren die matchen in de Champions League, tegen onder anderen Diego Godín en José Giménez – de meester en zijn leerling – goede leermomenten. Als jonge gast is het goed om tegen verschillende types te spelen.’

Verder schaven

Een pure killer zal hij nooit worden, maar de progressie is duidelijk. In zijn eerste volledige seizoen 6 goals (32 matchen) in alle competities, vorig seizoen 13 (44) en met nog 12 matchen te gaan, staat de teller nu al op 14 stuks (36). Maar hij is wisselvallig. Niet altijd ‘de Europese Wesley’. En spitsen die niet scoren, worden kregelig. Een jonge Braziliaan des te meer.

Na 9 speeldagen (met een hattrick in Gent als uitschieter) stond de teller op 6 goals, thuis tegen KV Oostende (speeldag 13) pikte hij in de 4-0 ook zijn goaltje mee en tussenin had hij voor zijn eerste twee goals in de Champions League getekend. Toen hij in de competitie 9 matchen droog stond, gooide hij de teamorders overboord en zette in Oostende zelf de strafschop voor de 1-2 om. De bal ging binnen, de woede van Leko werd onder mat van het resultaat geveegd en hij kreeg een spits terug die blaakte van vertrouwen.

Een listig hakballetje tegen Cercle Brugge, zijn derde Europees doelpunt tegen Salzburg en een echte spitsengoal op Anderlecht: voor Kara naar de eerste paal komen en een moeilijke bal binnenduwen. Van der Elst: ‘Positie kiezen voor het doel kan over het algemeen beter. Dat is voor een deel intuïtie of gevoel, maar ook trainbaar. En, hij is een spits met wie je graag voetbalt of samenspeelt.’

Maar ook daar is schaafwerk, bewijzen de Europese statistieken. In Dortmund slechts 65 procent geslaagde passes en in Monaco amper 69 procent – in die twee matchen deed niemand slechter -, waarbij vooral de foutenmarge op de korte passes opvallend was: 17 op 26 en 9 op 13. Voor een groot deel nonchalance of te veel op het sterke lichaam rekenen, want wie tot zijn vijftiende in zaal voetbalde moet een meer dan behoorlijke techniek hebben.

En toch: tegen Cercle twee keer een matige controle en twee tegengoals. Niemand die achteraf, ook niet in de ontgoocheling na de 2-2, over die bewuste fases sprak. Ook de trainer niet. Want, zei de Kroaat eerder al: ‘Hij is ontzettend belangrijk voor onze manier van spelen.’ Hetzelfde geluid bij Hans Vanaken: ‘De beste spits met wie ik ooit speelde.’

Logisch, zegt Van der Elst. ‘Ondanks het feit dat de bal wel eens van zijn voet springt, is hij met zijn sterke lichaam het perfecte aanspeelpunt. Zoals die goal tegen AA Gent van Loïs Openda, toen Wesley de bal op vijf meter van het doel kreeg. Als verdediger kom je daar niet meer aan, hé. Er zijn nog onvolmaaktheden, ja, maar als je de matchen van Club analyseert, merk je pas hoeveel ballen naar hem gaan.’

Ook zonder spitsentrainer op de Brugse oefenvelden heeft hij grote stappen gezet. En, ook opvallend: meer assists. In zijn eerste twee volledige seizoenen telkens 8, inclusief 2 op hem veroorzaakte strafschoppen. Vanaken (14) staat op eenzame hoogte, maar de Braziliaan die eigenlijk zou moeten afwerken, geeft meer assists dan Ruud Vormer (6), Mats Rits (4), Siebe Schrijvers (4) of de flankspelers – Arnaut Danjuma (4), Krépin Diatta (4), Emmanuel Dennis (1) -, die hem eigenlijk zouden moeten voeden. Van bonkige bliksemafleider tot aangever, ook dat is nieuw.

En een extra troefkaart op de volgende transfermarkt, waar hij tot 20 miljoen euro zou kunnen opbrengen, zei ook zijn manager Paulo Nehmy aan CalcioMercato. ‘Hij wordt door verschillende clubs gevolgd en PSG is er daar één van.’ Nóg een naam, nadat hij eerder al aan Lazio, Everton, Fiorentina, Guangzhou Evergrande, CSKA Moskou en… Arsenal werd gelinkt. Van de JPL naar een topclub in de Premier League? Ivan Leko: ‘Hij kan dat niveau aan.’

Is dat zo? ‘Met zijn profiel zal hij altijd nuttig zijn voor een ploeg’, zegt Van der Elst. ‘Maar zo’n speler heeft ook nood aan specifieke trainingen. Techniek onder druk, kaatsen, positie kiezen, oorlog maken in de box… Daar moet aan gewerkt worden, want ook in Engeland zijn de ruimtes beperkt, maar een grote en stevige spits kan in veel topcompetities terecht.’ Of, zoals Antoine Vanhove – de oude Brugse directeur/koopman – het zou samenvatten. ‘Eentje van wie we geld zullen maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content