Bijna had Milan Ronaldinho afgeschreven, maar met het WK in zicht is er beterschap. Vanavond is de winnaar van de Golden Foot te bewonderen in de Champions Leaguematch tegen Olympique Marseille.

Het is maandag 12 oktober, drie uur in de namiddag, en Ronaldinho (29) wandelt op de Boulevard des Champions in Monaco. Het nieuws doet snel de ronde en een aantal bezoekers van de sport- en televisiebeurs verlaten het Grimaldi-auditorium waar de beurs plaatsvindt, op zoek naar een handtekening van de Braziliaanse ster.

Wat doet Ronaldinho hier op een maandagavond, vragen ze zich af? Boven het Grimaldi Forum prijkt wel het immense logo van de Golden Foot, maar de trofee is pas aan haar zevende uitgave toe en heeft niet de uitstraling van de Gouden Bal of de FIFA-Speler van het Jaar. De Golden Foot bekroont een voetballer die minstens 29 jaar is, niet alleen omwille van zijn individuele en ploegprestaties, maar ook omwille van de uitstraling die hij geniet en de fair play die hij tentoonspreidt.

Ronaldinho vindt het fijn om hier wat rond te kuieren en op deze manier aangeklampt te worden, maar hij moet naar binnen. Het is tijd voor een babbel met de Monegaskische prins Albert, gevolgd door de officiële prijsoverhandiging. Bij de stemming voor de Golden Foot kreeg de Braziliaan 42.755 stemmen van de 158.470. Omdat Raúl met 31.762 stemmen eindigt, volgt Ronaldinho op de ranglijst Roberto Carlos op.

Veel van de aanwezigen in de zaal, vooraanstaanden uit het Europese voetbal, hebben zo hun bedenkingen bij de uitslag. Zij zijn een andere mening toegedaan dan de meerderheid van de internetstemmers die voor Ronaldinho kozen. Luciano D’Onofrio bijvoorbeeld applaudisseert beleefd bij de prijsuitreiking, maar merkt spontaan op: “Hij heeft al drie jaar niets meer getoond.” Wanneer een trui van Ronaldinho bij veiling slechts de helft oplevert van wat die van ex-Intervedette en vicevoorzitter van Bayern Karl-Heinz Rummenigge op-brengt, zegt Der Kalle laconiek: “Normaal toch? Ronaldinho is al half dood.” Om er meteen aan toe te voegen: ” I’m joking!

Ook bij de afsluitende videobeelden met de hoogtepunten uit de carrière van Ronaldinho valt op dat 2009 voor de Braziliaan geen topjaar is. Negentig procent van de voetbalbeelden dateert effectief van voor 2006. Op de valreep is er toch nog één beeld van de spits in de trui van Milan. Het dateert van de dag voordien. Die zondag scoorde Ronaldinho de gelijkmaker voor Milan in de uitwedstrijd bij Atalanta Bergamo (1-1), waardoor hij nog met een goed gevoel naar Monaco kon afreizen. Anderhalf uur eerder voelde Ronaldinho zich een stuk minder goed, toen trainer Leonardo Klaas-Jan Huntelaar in de basis zette ten koste van hemzelf.

Best betaald

Twee en een half jaar geleden haalde de interesse van Milan voor Ronaldinho de voorpagina’s van de Italiaanse kranten. Vooral Silvio Berlusconi, een man die houdt van mooie dingen, en dus ook een zwak heeft voor aantrekkelijk voetballende spelers, drong daarop aan. Op dat moment kon Milan Ronaldinho niet losweken. De financiële kloof tussen Spanje en Italië was te diep voor een speler op wie Barcelona (toen) nog rekende. Sinds 2003 genieten topvoetballers in Spanje in het kader van de zogenaamde wet- Beckham van een fiscale regeling waarbij wie 600.000 euro of meer per jaar verdient, slechts 23 procent belasting op dat loon afgehouden wordt, tegenover 43 procent voor gewone Spanjaarden, terwijl in Italië 30 procent belasting wordt geheven, waardoor clubs spelers die netto evenveel willen verdienen als in Spanje bruto een stuk meer moeten betalen. De Spaanse wet – die vanaf januari niet meer geldt – was bedoeld om topwetenschappers en professoren naar Spanje te halen, maar bevoordeelde uiteindelijk vooral de Spaanse topsportclubs.

Anderhalf jaar geleden vrijde Milan opnieuw Ronaldinho op, toen die bij Barcelona steeds minder aan bod kwam. In een column in februari 2008 vroeg analist en ex-Milantrainer Arrigo Sacchi zich af of de rossoneri wel iemand als de Braziliaanse dribbelaar nodig hadden. Beter investeren in een jong, onbekend, maar veelbelovend talent als Pato dan in een speler die bulkte van het talent, maar al twee jaar niets meer bewezen had en de ploeg niet beter maakte.

Uiteindelijk liet Barcelona de speler toch gaan, omdat die niet meer in de plannen van trainer Pep Guardiola paste, en Barcelona wilde vermijden dat hij een jaar later wegens einde contract transfervrij zou vertrekken. Milan betaalde in juli 2008 21 miljoen euro voor de spits, een lagere transfersom dan Manchester City wilde geven, maar Ronaldinho had zijn keus al gemaakt.

Veel plezier hebben de fans aan de dribbelkont nog niet gehad. Op geen enkel moment kon de kleine Ronaldo de hooggespannen verwachtingen inlossen. Niet alleen is hij met een nettojaarloon van 7,5 miljoen euro Milans best betaalde voetballer, in de hele Serie A verdient alleen Samuel Eto’o (10,5 miljoen euro netto per jaar) meer.

Voor zijn toploon bood Ronaldinho gewoon te weinig. Aan een prijs kon hij zijn club vorig jaar niet helpen. Zijn statistieken (8 competitiegoals in 29 wedstrijden) zijn zwak. Hij compenseerde ze niet met een ongebreidelde inzet op het veld en een flink aandeel in het verdedigende werk. Trainer Carlo Ancelotti zette hem in januari zelfs op de bank, en aan het einde van het seizoen moest hij steeds vaker als invaller het veld in. Zelfs zijn grootste fan bij de club, Silvio Berlusconi, merkte op een bepaald moment op dat hij wel wat meer zijn best mocht doen. Toch was het diezelfde Berlusconi die hem redde. Toen duidelijk werd dat Carlo Ancelotti na acht jaar zou opstappen als trainer, liet de premier zich ontvallen dat hij bij de nieuwe trainer op meer speelkansen hoopte voor zijn favoriet.

WK 2010

Toen Ronaldinho op de eerste speeldag van dit seizoen met een goal Milan aan de zege hielp, leek de kentering ingezet, maar vervolgens gleed hij met de week samen met heel Milan steeds dieper weg. Hij presteerde zo onopvallend dat het opviel. De kritieken waren striemend. Zijn befaamde dribbels lukten niet, hij scoorde te weinig, hielp niet meeverdedigen en leek niet meer vooruit te branden. Misschien was hij wel verzadigd, na twee Spaanse landstitels met Barcelona, het winnen van de Champions League en een dubbele uitverkiezing tot FIFA’s Speler van het Jaar?

Toen Ronaldinho op 12 oktober naar Monaco afreisde, was Milan weggezakt naar de twaalfde plaats. Na een gelijkspel thuis tegen Bari en een Europese thuisnederlaag tegen het bescheiden FC Zürich van Hannu Tihinen moest vicevoorzitter Adriano Galliani een sterk statement afleveren om de totale crisis te vermijden: aan debuterend trainer Leonardo zou niet geraakt worden, en de spelerskern bevatte voldoende kwaliteit om zich te herpakken.

Een dikke week na de Golden Foot verraste Milan de wereld met een uitzege bij Real in de Champions League. Nog geen maand later schoof Milan op van plaats twaalf naar plaats drie. Het offensieve voetbal waar Leonardo aan vasthield, wierp vruchten af. Daar profiteert ook Ronaldinho van. Hij is weer basisspeler en zijn prestaties gaan erop vooruit.

De Braziliaan weet dat hij bij Milan meer moet tonen, wil hij een plaats afdwingen in de Seleção voor het WK 2010. Van de zeventien interlands die Brazilië dit jaar speelde, was hij er maar drie keer bij. Voor de Confederations Cup van afgelopen zomer liet bondscoach Carlos Dunga hem thuis.

Gelukkig ligt hij goed bij vooraanstaande politici. Vorige week sprak de Braziliaanse president Lula da Silva in een interview met de Italiaanse Gazzetta dello Sport de hoop uit dat Ronaldinho op het WK 2010 Braziliës beste wapen kon worden. “Hij moet zijn oude vorm terugvinden, de voetbalmagie kan nog niet uit hem weg zijn.”

door geert foutré en nicolas ribaudo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content