Na een jaar om snel te vergeten bij Germinal Beerschot trok Marc Brys over de taalgrens naar Moeskroen. Daar klikt het nog tussen Vlamingen en Walen, zo blijkt. De Antwerpse trainer tien uur volgen is rustgevend, tenzij je hem met een auto moet bijhouden.

In tijden van communautair gebakkelei is de verleiding haast onweerstaanbaar om, zittend voor dat televisiescherm, toe te geven aan de neiging om mee te roepen met de groep die – al dan niet expliciet – scandeert : “Wij zijn goed en zij zijn slecht.” Maar de praktijk blijft dat Nederlandstaligen en Franstaligen het op verscheidene plaatsen in dit land nog altijd prima met elkaar kunnen vinden. Op Le Canonnier bijvoorbeeld, waar Marc Brys zich als een vis in het water voelt, zo bleek na een dag in zijn spoor. Een dag die vroeg was begonnen.

6 u. 10 Koffie met mail

Om kwart voor zes rolt Brys elke dag uit bed. Dan blijven er nog 45 minuten over vooraleer hij vanuit Zandhoven aan zijn dagelijkse, ochtendlijke autorit van 130 km begint. Die tijd gebruikt hij voor een verfrissende douche, een verkwikkende kop koffie en vooral : een rustige babbel met zijn vrouw. Vaak laat de rest van de dag daar amper tijd voor over. Ondertussen neemt hij ook zijn laptop ter hand om eventueel mailverkeer in goede banen te leiden.

Halfzeven is steevast het moment waarop Brys in zijn wagen springt. Wie in het zog van de Renault Vel Satis van Brys wil blijven, de wagen van de club waarmee hij rondrijdt, moet zijn tenen uitkuisen. De ex-agent weet het gaspedaal staan.

Rond kwart voor zeven pikt hij aan de afrit van Zwijndrecht steevast zijn assistent-trainer Gilbert Van Den Brempt op, die hij van bij Berchem en Germinal Beerschot kende en meenam naar Moeskroen. Vandaag niet. Zondag wacht de thuismatch tegen Anderlecht en dus gaat Brys vanavond naar de wedstrijd van de kampioen tegen Fenerbahçe. De hulptrainer moet per uitzondering alleen richting Franse grens.

In de wagen van Brys heerst de rust, iets wat de trainer overigens meestal zelf ook uitstraalt. De radio speelt zacht. Een Franstalige zender. Brys vertelt dat hij zich goed voelt bij Moeskroen. Bestempelt die club verscheidene keren als “warm” en “familiaal”. Die termen passen ook bij hem. Bovendien is het principe van voorzitter Philippe Dufermont dat een woord heilig is, nog zoiets waar Brys pal achter staat. “Neem nu deze auto”, zegt hij. “De voorzitter had mij beloofd dat ik er een zou hebben tegen de eerste trainingsdag. Maar dat gaat via leasing en neemt wat tijd in beslag. Het zag ernaar uit dat het niet zou lukken. Toen heeft hij er persóónlijk voor gezorgd dat het toch in orde kwam.”

7 u. 45 Aankomst op de club

Brys installeert zich in zijn kantoortje. Vanaf twintig over acht sijpelen de spelers binnen. ” Bonjour, coach.” Handdruk. Ze worden allemaal verwacht tussen halfnegen en negen uur, kunnen dan ontbijten wanneer ze willen en zich klaarmaken voor de training. Enkel Adolph Tohoua passeert niet zomaar. Brys trekt zijn gezicht in een strenge plooi als de Ivoriaan zijn bureau binnenwandelt, haalt een papier tevoorschijn waarop de evolutie van het gewicht van elke speler staat afgedrukt. De gegevens van de Afrikaanse aanvaller zijn in opvallend geel gemarkeerd ; 1,4 kg erbij in één week. Tohoua geeft er een draai aan, lacht het weg. Brys laat hem na een paar minuten gaan. “Die denkt dat hij dat weer verkocht heeft gekregen”, grijnst hij nadien. “Hij heeft het wat moeilijk.”

Dezelfde woorden als Karim Fellahi het bureau verlaat. “Hem wisselde ik anderhalve week geleden nadat Jérémy Sapina rood had gekregen. En dat terwijl Karim eigenlijk goed bezig was. Een louter tactische keuze, ik wou met drie spitsen blijven spelen. En vorige week bereidde ik hem voor op de match van afgelopen weekend, maar besliste ik net voor de aftrap om hem niet te gebruiken. Op zo’n moment heb je geen zin om dat uit te leggen. Resultaat : gisteren kwam hij mij geen hand geven. Vandaag blijkbaar weer wel. Nog even laten bezinken, dan praten.”

9 u. 30 Training

In de voormiddag ligt de nadruk vandaag op techniek en snelheid. De assistenten van Brys geven de kern, die is opgedeeld in groepen, loopoefeningen zonder en techniekoefeningen met bal. Brys houdt zich afzijdig. Wandelt met de handen op de rug rond, geeft af en toe een opmerking.

De manier van werken over de taalgrens verschilt toch een beetje van de Vlaamse, heeft hij tijdens het ontbijt gezegd. “Hier leeft in het algemeen een open mentaliteit, ze staan minder weigerachtig tegenover nieuwe dingen. Bij ons krijg je eerst een ‘nee’ en dan wordt er eens gekeken. Dat heb je hier niet.” Mocht Brys les krijgen van Joëlle Milquet : kus van de juf en bank vooruit.

Brys kenmerkt Moeskroen ook als een plaats waar positivisme overheerst. “Het gaat niet over beter of slechter tegenover vroeger,” benadrukt hij enkele keren, “het is gewoon anders.” Bovendien zijn voetballers hier in grotere mate bereid om ook te trainen zonder bal, iets wat je bij een club als Germinal Beerschot niet zo makkelijk verkocht krijgt.” Van een werkmentaliteit die er in Vlaanderen wel en in Wallonië niet zou zijn, merkt hij niets.

12 u. 15 Middagmaal

De spelers zitten in groepjes aan verscheidene tafels. Het is Brys die de samenstelling bepaalt. Soms wisselt hij na een week, dan weer na twee of drie weken. Hij wil op die manier jongens die anders niet zo makkelijk met elkaar praten, toch contacten laten leggen.

De pot schaft lasagne. In deze eetzaal was het dat Coto gisteren op een stoel kroop om een liedje te zingen. Bij zijn aankomst in Moeskroen was hem duidelijk gemaakt dat het hier een traditie is dat nieuwe spelers hun zangcapaciteiten eens laten gelden. ” Bangelijk“, vond Brys het.

Na het eten duikt de trainer met technisch directeur Gil Vandenbrouck een kamertje binnen. Een paar dagen voor het sluiten van de transfermarkt valt er nog een en ander te bespreken, bijvoorbeeld de situatie rond Demba Ba. De voorzitter had Brys enkele dagen eerder nog duidelijk gemaakt : “Als jij zegt : ‘Hij blijft’, dan blijft hij.” Een moeilijke knoop om door te hakken voor een trainer. “Hij scoorde vorig seizoen voor Moeskroen acht keer. Louter sportief bekeken denk je natuurlijk : houden. Maar het gaat over 3 miljoen euro, hé. Voor een club is dat veel geld. Plus ; je moet ook met zo’n jongen meedenken. Hoe zal die reageren als hij moet blijven, terwijl hij weet dat hij op een ander veel meer kan verdienen met dezelfde prestaties ?” Die dingen in acht genomen, besloot Brys dat Ba mocht gaan als hij dat wilde. Deze middag blijkt de transfer volledig in kannen en kruiken.

14 u. 30 Training

Wedstrijdvormen. De voornaamste twee strategieën waarmee Moeskroen Anderlecht pijn wil doen, worden ingeoefend. Eén : de kampioen speelt heel compact en dus vraagt Brys zijn spelers om een afvallende bal goed naar de andere flank te trappen, om zo het spel snel te verleggen. “Wij hebben spelers die dat kunnen, en ook jongens die een dergelijke pass kunnen ontvangen.” Twee : de linkervoet van rechtsachter Marcin Wasilewski is hier bestempeld als de achilleshiel in de verdediging van de kampioen. Daar willen Brys en zijn manschappen gebruik van maken : die voet zoeken, zo insnijden en op die manier bekomen dat Nicolás Pareja moet uitstappen. Brys trekt zelf een fluo hesje aan en kruipt in de rol van Wasilewski.

Bij deze tweede training is Brys alomtegenwoordig, fysiek en verbaal. Dat Frans waarover hij ten tijde van zijn overgang wat bescheiden deed, blijkt geen enkel probleem. De Antwerpenaar trekt al een hele dag vlotjes zijn plan. Al belemmert het altijd een beetje, geeft hij toe. Brys is een trainer die graag “in de ziel van zijn spelers raakt.” En dat is in een andere taal een pak moeilijker, “want bij een diepgaand gesprek is elk woord belangrijk en kan ook de plaats van een bepaald woord in een zin cruciaal zijn.”

Het mentale aspect had Brys vooraf trouwens aangekruist als het vlak waarop bij Moeskroen het meeste werk te leveren viel. “Bij het bekijken van de statistieken van vorig seizoen viel op : negen thuisoverwinningen, één overwinning op verplaatsing. Op een ander veld ben je op het technische of het tactische vlak niet plots gigantisch slechter dan in je eigen stadion. Dat zit dus in het hoofd.”

Brys’ mentale aanpak is opmerkelijk. Zijn principe is altijd hetzelfde ; respect voor de kracht van een groep. Als spelers iets komen vragen voor zichzelf, of voor enkele jongens, zwicht hij niet gemakkelijk. Maar komen ze in naam van de hele groep, dan krijgen ze veel gedaan. Het meest markante bewijs daarvan ontstond op stage, in Spa. De groep werd voor basketbal- en volleybalspelletjes opgedeeld in teams van vijf spelers. De vooraf gemaakte, vage afspraak met de trainer was dat het ploegje dat won, “iets mocht kiezen.” Brys : “Ik dacht dat ze iets zouden vragen als : de volgende dag een halfuurtje langer slapen of zo.” Niks van. Tijdens de competitie is het principe van Brys dat er na een zaterdagavondwedstrijd op zondag rustdag is, en op maandag weer training, maar in Moeskroen zijn de spelers veel meer te vinden voor een hersteltraining op zondag en maandag vrij. Het winnende team kwam vragen om dat laatste weer in te voeren. Straffe kost. Brys sputterde intuïtief wat tegen, maar … Dat heilige woord, weet je wel. “Plus : merk op dat die jongens niet iets voor zichzelf kwamen vragen, maar iets voor de hele groep.”

16 u. 30 Werkdag zit erop, voor de spelers

Na de training trekt Brys zijn zwarte kostuum met wit streepje aan om richting Brussel te trekken. Andere avonden kruipt zijn tijd ’s avonds meestal in trainingsvoorbereidingen. Vandaag zal het tot middernacht duren alvorens hij weer thuis komt. “Gilbert, morgen, kwart voor zeven ?” De assistent-trainer : “Morgen, kwart voor zeven.”

Van Den Brempt springt in zijn auto en praat na over de dag, over Brys. Van alle termen waarmee de aanpak van de hoofdtrainer kan omschreven worden, schuift hij er – niet onterecht – één nadrukkelijk naar voren : fris. En ook bij het kenmerken van Brys als mens vindt hij dat ene woord dat recht door Brys’ persoonlijkheid snijdt : ‘charmant’.

Maar tegelijk ondervindt niemand meer dan Van Den Brempt hoe onwaarschijnlijk veel Brys eist van de mensen rond hem. “Keihard is hij voor mij.” Van Den Brempt heeft het over die keer dat hij van Brys eens serieus onder zijn voeten kreeg, omdat hij in een oefening een laterale pass had geïntegreerd, om alles beter vooruit te laten gaan. Brys wil geen laterale passes. “En het grote nadeel bij hem”, lacht Gilbert, “is dat hij zelden ongelijk heeft.”

Maar er zijn ook dagen dat Brys naar Van Den Brempt komt en zegt : “Dat was nu eens perfect !” Op zulke momenten fleurt de assistent-trainer even sterk op als nu, nu hij hoort dat Brys vanmiddag aan tafel stiekem heeft gezegd dat hij hem eigenlijk heel graag ziet. Ook dat hij vanmorgen de training weer mocht leiden, geeft hem een goed gevoel. “Want je hebt ook assistent-trainers die alleen goed bevonden worden om de kegeltjes te zetten.” Brys krijgt veel mensen waar hij ze moet hebben.

“Heeft hij wat kalm gereden, hè, vanmorgen ?”, wil Van Den Brempt ten slotte nog weten. Stilte. Hij kijkt even opzij. “Ja, het is goed. Zwijg maar.” S

Door Kristof De Ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content