Mathew Ryan, algemeen beschouwd als de beste keeper in België, meet 1m82. Liefst tien centimeter kleiner dan de gemiddelde Premier Leaguedoelman. Is een plus 1m90-lengte noodzakelijk voor een stek in een Europese topclub? Of kan het ook met enkele centimeters minder? Een onderzoek.

Kent u hem nog, Jorge Campos? De Mexicaan die op de WK’s van 1994 en 1998 in het oog sprong door zijn fluorescerende keeperstruien met korte, wijde mouwen? Maar ook door zijn lilliputtergestalte van (naargelang de bron) 1m68 tot 1m75. Al leek hem dat niet te deren: in Mexico stond hij vanwege zijn sprongkracht zelfs bekend als El Condor – naar eigen zeggen vloog hij tot twee meter hoog.

Campos was die jaren de Latijns-Amerikaanse versie van ‘onze’ Dany Verlinden, wiens kalende knikker ook slechts 1m75 boven de doellijn uitstak. Geen hinderpaal echter om in 1990 liefst 1390 minuten de nul te houden, nog altijd een Europees record. Tot zijn veertigste en de gewonnen bekerfinale van 2004 sprong de Club Bruggekeeper zelfs als een kat richting alle muizen in zijn doel, al werd hij met zijn 1m75 meer en meer een curiosum op het internationale toneel. Gevestigde waarden als Gianluigi Buffon (1m92), Peter Schmeichel (1m93) en Edwin van der Sar (1m97) keken toen al minzaam op zijn schouders neer.

Een evolutie die – zo leert een duik in de statistieken (zie grafieken) – zich eind jaren negentig steeds duidelijker aftekende, zich het volgende decennium doorzette en de laatste vijf jaar nog versnelde met een nieuwe generatie ‘big men’: van David De Gea (1m92) over Manuel Neuer (1m93) en Joe Hart (1m96) tot Thibaut Courtois (1m99). De gemíddelde lengte van de 132 keepers in zeven Europese topcompetities bedraagt nu zelfs 1m89, met in de Premier League de grootste reuzen (1m92).

De verklaring voor die gestage groeicurve? De natuurlijke evolutie van de mens – de gemiddelde Belg groeit zo’n dikke centimeter per tien jaar -, wat zich nog meer weerspiegelt bij de genetisch begiftigde topatleten, over álle sporten. “Bovendien,” zegt ex-doelman Geert De Vlieger, “is het voetbal enorm geëvolueerd: nog meer fysiek en kracht, in een nog hoger tempo, met ballen die spelers nog sneller op en voor doel trappen. Grote keepers zijn dan ontegensprekelijk in het voordeel.”

En die voordelen zijn even talrijk als logisch, vertelt Guy Martens, die bij Racing Genk onder meer Courtois en Koen Casteels (1m96) kneedde: “Een bal hoger plukken, verder zijwaarts duiken bij een schot, een grotere massa om een bal te blokken bij één-tegen-éénsituaties…”

Criterium nummer één

Het verklaart waarom veel clubs, ook in België, er al bij de jeugdopleiding de lange profielen uithalen (zie kader) en waarom lengte opschuift in de rangorde van keeperskwaliteiten. In Engeland is het zelfs criterium nummer één. Nico Vaesen, ex-doelman van onder meer Birmingham City en manager van Casteels en Simon Mignolet: “Een Engelse scout vraagt niet eerst: ‘Hoe goed, maar hoe gróót is de keeper?’ Als je antwoordt: 1m85, luidt het steevast: ‘Too small!’ Een gemiddelde van 1m92 in de Premier League verrast me dus niet.”

“Als een doelman van plus 1m90 op onze radar verschijnt, hebben we altijd concurrentie van Engelse clubs”, bevestigt Guy Martens. “Toen ik met Christophe Lollichon, de keeperstrainer van Chelsea, in het begin over Courtois sprak, was ook zijn eerste opmerking: ‘Hij is groot, hé.’ Met vijftien cm minder had Thibaut nu niet bij Chelsea gespeeld.”

“In Engeland”, vult Vaesen aan, “zien ze liever een doelman die heerst in de box maar af en toe een foutje op zijn lijn maakt, dan een kleine met katachtige reflexen die in de zestien omvergelopen wordt. Het kick-and-rushspel is dan wel verdwenen, maar het voetbal is nog altijd verticaal, met veel hoge voorzetten om de keeper onder druk te zetten.”

“In de Premier League zijn de duels in de box veel heftiger en nergens beschermen de refs de doelmannen ook zo weinig”, beaamt De Vlieger, ex-keeper bij Manchester City. “Zelfs Mignolet, toch 1m93, werd bij Sunderland in het begin soms onder de voet gelopen. Lang zijn volstaat dus niet: je moet ook body, spieren hebben om tegen dat geweld op te tornen.”

Niet toevallig dus zei Thibaut Courtois onlangs in Sport/Voetbalmagazine dat voetbal in Engeland “oorlog is” en in Spanje “meer puur voetbal”. Niet toevallig ook ligt de gemiddelde lengte van de keepers in de Primera División 4,5 cm lager (1m87,70). Vaesen: “Een doelman wordt er minder beoordeeld op hoge ballen, omdat die zeldzamer zijn. Spanje, dat is tiquitaca.”

Evenmin toeval: het verschil tussen het aantal ‘eigen’ keepers: bij de twintig Premier Leagueclubs staan slechts vijf Engelsen vast in de goal, in de Primera División is die verhouding omgekeerd: veertien op twintig Spanjaarden (plus vier Zuid-Amerikanen). “De meeste Engelse doelmannen zijn wel groot, maar te traag en te statisch, te slechte voeten ook”, verklaart Vaesen. “De laatste jaren is de opleiding wel verbeterd, al zal het nog een tijd duren eer dat zijn vruchten afwerpt. En dus zijn de Engelse clubs, mede door de toevloed van buitenlandse coaches, over het Kanaal op zoek gegaan naar jongeren als Courtois, De Gea, Lloris, Mignolet, Szczêsny… Doelmannen die én plus 1m90 meten én alle andere facetten van het vak bezitten: explosiviteit, snelheid, souplesse, sprongkracht, tactisch inzicht, traptechniek, voetenspel…”

“Zelfs in Spanje, waar ze vroeger hoofdzakelijk op de pure keeperskwaliteiten focusten, kijken ze nu ook naar de lengte”, zegt Martens. “Onlangs was ik te gast in La Masía, de jeugdacademie van FC Barcelona. Ik mocht er over de opleiding van Courtois vertellen. Met als insteek: hoe kan zo’n grote keeper ook zo snel zijn?”

Aangeboren

Conclusie: bij wie, zoals Courtois of Manuel Neuer, vandaag tot de allerbeste doelwachters wil behoren, moet het hele plaatje kloppen. Martens en De Vlieger benadrukken echter dat clubs niet té veel belang aan centimeters mogen hechten. “Zeker in België, waar een doelman perfect kan uitblinken als hij op andere gebieden top is – zoals Mathew Ryan“, aldus De Vlieger.

“En met 1m95 ben je niet automatisch een wereldkeeper, hé”, beklemtoont ook Jos Beckx, keeperstrainer van Standard, die bij STVV onder meer Mignolet opleidde. “Een grote lengte kan ook een negatieve invloed hebben op de explosiviteit en wendbaarheid. Een plafond – 1m95?, 2 meter? – is echter moeilijk te bepalen, want dat is persoonsgebonden.” “Klopt,” zegt Vaesen. “Fraser Forster (2m01, Southhampton, nvdr) en Costel Pantilimon (2m03, Sunderland, nvdr) zijn halve strijkijzers, terwijl Courtois zijn 1m99 wel maximaal benut.”

“Thibauts volleybalverleden heeft daar zelfs maar in beperkte mate mee te maken, want competitie heeft hij nooit gespeeld”, aldus Martens. “Je kunt motoriek wel stimuleren door te werken op snelkracht, techniek en voetenwerk, maar een wondermiddel bestaat niet. Zoiets is grotendeels aangeboren.”

Courtois’ en Neuers mix van kwaliteiten is dus zeldzaam, de reden waarom zij vorig jaar als één en twee eindigden in de verkiezing van Werelddoelman van het Jaar. Opvallend: de nummers drie en vijf, Keylor Navas en Claudio Bravo, meten 1m86 en 1m84. En ook Iker Casillas, vijfvoudig winnaar van de trofee (2008-2012), moet het met ‘slechts’ 1m85 stellen. Het nummer vijf van 2013, Víctor Valdés, was zelfs nog twee cm kleiner. “Niet toevallig doelmannen van Real en FC Barcelona, die in het Spaanse combinatievoetbal – mede door de aanvallende spelstijl van beide clubs – minder hinder van hun kleinere gestalte ondervinden”, aldus Beckx. “Bravo en Casillas compenseren dat bovendien door hun uitzonderlijke kwaliteiten op andere vlakken. Een vergelijkbaar type als Mathew Ryan zou daarom ook beter passen in de Primera División dan in de Premier League.” “Maar zelfs daar bestaan er uitzonderingen”, merkt De Vlieger op. “Kijk naar David Ospina (‘slechts’ 1m83, nvdr) die bij Arsenal de laatste weken Szczêsny (1m96, nvdr) op de bank houdt.”

Wet tarten

Mathew Ryan mag dus hopen, want het kán: de wet van de grootste(n) tarten. Niet alleen size matters. “Drukbestendigheid is mínstens even belangrijk”, vertelt Beckx. “Wat ben je met een grote keeper met fantastische reflexen die flipt als hij voor 50.000 man moet spelen? ‘IJskonijnen’ als Courtois en Mignolet hebben daar geen moeite mee.”

“Het hoofd is elementair”, beaamt Martens. “Lef hebben, snel denken, telkens andere spelsituaties en voorzetten goed inschatten… Hoog of ‘proactief’ durven spelen is daarom cruciaal. Een kleinere doelman kan dat nadeel zo voor een deel uitvlakken ten opzichte van een grote, reactieve keeper die meer op zijn lijn blijft en niet anticipeert op potentiële gevaarlijke fases. Zelfs Courtois heeft zich bij Chelsea in dat onderdeel razendsnel aangepast. Hij staat nu enkele meters hoger dan bij Atlético en moet meer meevoetballen. Dé grote kracht trouwens van Manuel Neuer. Bijna een elfde veldspeler, waardoor Bayern heel hoog druk kan zetten.”

Daarnaast kan ook het voetenwerk óp de lijn veel verticale centimeters compenseren. “Een van de grootste kwaliteiten van Ryan”, zegt Martens. “Dat zag je bijvoorbeeld bij zijn save in de thuismatch tegen Dnipropetrovsk. Mede door op het juiste moment een korte, zijdelingse bijtrekpas te zetten haalde hij die bal toch uit de hoek.” Ook fysieke eigenschappen kunnen volgens de Genkse keeperstrainer veel goedmaken: “Een bovengemiddelde explosiviteit en sprongkracht – zoals bij Ryan -, maar ook grote handen en lange armen in verhouding tot de lengte (de ape-index, nvdr).” “Anderzijds”, nuanceert Martens, “hebben lange jongens als Courtois en Neuer dat óók. En als een topclub moet kiezen tussen twee doelmannen met dezelfde capaciteiten van wie de ene tien cm groter is…”

“Tenzij een coach rekening houdt met zijn verdedigers en defensieve middenvelders”, stipt Beckx aan. “Zijn die groot en kopbalsterk, dan hoeft een kleinere keeper niet altijd te komen bij hoge ballen. Maar ook dan zal Ryan op topniveau kwetsbaar blijven. Zelfs in België zag ik al luchtduels waarin hij tussen drie, vier spelers tekortkwam.” Dat bevestigt Nico Vaesen: “Tegen Besiktas deed hij bijvoorbeeld drie schitterende reddingen, maar op een corner zat hij eens flink naast de bal. Veel meer dan zijn drie saves zal dát bij Engelse scouts blijven hangen.” “Eén ding is zeker”, zegt Beckx, “als Ryan van moeder natuur tien cm meer had gekregen, dan zou Club bij een eventuele transfer een paar miljoen euro meer ontvangen.” Of hoe de harde wet van de grootste(n) ook daar een rol speelt…

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content