Primeur in basketland : twee weken geleden voerde Pepinster voor het eerst in zijn geschiedenis het klassement aan.

Pepinster leider ! Wablieft !? Pepinster, was dat niet de club die pas in tweede zittijd zijn licentie voor eerste klasse uit de brand sleepte ? En was dat niet de ploeg die zich daarom ontdeed van Marcus Faison, Dimitri Jorssen, Ondrej Starosta, Benoît Rasquin en David Kalut ? Inderdaad : dát Pepinster ontpopte zich tot de revelatie van de competitiestart en prijkte na vijf speeldagen aan de kop van de rangschikking. Weliswaar met een wedstrijd méér gespeeld dan de naaste achtervolgers, maar dat maakte de prestatie er niet minder historisch om : nooit eerder in het zeventienjarige bestaan van de club was het gebeurd dat ze de rangschikking aanvoerde.

“Eerlijk gezegd ben ik niet verrast,” klinkt het zelfverzekerd uit de mond van de amper negentienjarige kapitein Axel Hervelle. “Veeleer keek ik op van onze nederlaag tegen Charleroi. Daar etaleerden we te veel zelfvertrouwen en dat kan fataal zijn. De coach heeft niet nagelaten elk van ons vervolgens op zijn plaats te zetten. Onze doelstelling mag niet veranderen : de play-offs bereiken.”

Wat is nu het geheim van de opmerkelijke start van de jonge garde van coach Niksa Bavcevic ? Hervelle zoekt het antwoord in het harde trainingslabeur. “Werken tijdens het tussenseizoen, daar begint alles. Bovendien is de ambiance binnen de groep uitstekend. Iedereen kent zijn rol in het team. De nieuwkomers plaatsten zich meteen ten dienste van het collectief en tonen een voorbeeldige mentaliteit op en naast het terrein.”

Vooral spelverdeler Damir Milacic wierp zich op als revelatie. Hervelle : “Dat is een verkeerde term. Hij speelde toch al bij gereputeerde Israëlische clubs en kan serieuze referenties voorleggen. Ik zou spreken van bevestiging. Damir is getalenteerd, ervaren en intelligent, en beschikt over een ongelooflijk spelinzicht. Het gebeurt vaak dat ik van hem nog een bal toegespeeld krijg waar ik volstrekt niet op gerekend had.”

Ook Darius Hall is een lichtpunt. De Amerikaanse center werkte vorig seizoen een onopvallende tweede ronde af bij RB Antwerpen, maar bloeit nu op tussen de Luikse jonkies. “Darius had nooit naar Antwerpen mogen gaan. Vorig seizoen zou hij normaal gezien voor Antibes uitkomen, maar in de voorbereiding brak hij een been. Toen hij in Deurne neerstreek, verkeerde hij eigenlijk nog in een herstelfase. Hij is nu naar Pepinster gekomen om weer zijn vroegere niveau te halen.”

Voor Dwayne Archbold was de zwaardere taak weggelegd duivel-doet-al Marcus Faison te doen vergeten. Hervelle : “Ze komen van dezelfde universiteit, het zijn twee goede vrienden. Hun speelstijl is vergelijkbaar, al schat ik Archbold als een betere passer in. En hij kan natuurlijk een behoorlijk potje shotten. Hij creëert veel ruimte voor zijn ploegmaats, terwijl Faison toch veeleer ruimte creëerde voor zichzelf. Dat komt het collectief alleen maar ten goede. Het collectieve denken en onze verdediging : dat moeten onze troeven zijn. Als Pepinster wil winnen, moet het dat doen door de score van de tegenstander te beperken. De déclic kwam er na ons verlies tegen Wevelgem in de Beker der Lage Landen. Tijdens de voorbereidingsperiode, ja. Die nederlaag verplichtte iedereen om eens voor de spiegel te gaan staan en te beseffen dat we, zonder inzet en zonder vechtlust, van eender welke ploeg kunnen verliezen.”

Vechtlust dus. Hét sleutelwoord in de basketfilosofie van de Kroatische coach Niksa Bavcevic. In juni al, wanneer de meeste spelers nog met een lekkere cocktail bij de hand op het strand liggen, verzamelt Bavcevic zijn mannen om hen individueel onder handen te nemen.

Kris Sergeant, de gebroeders Massot, Guy Muya en ikzelf hebben toen dubbel zo hard getraind”, vertelt Axel Hervelle. “In augustus, bij het hervatten van de groepstrainingen, kwamen we gemotiveerder dan ooit naar de training. En sport il n’y a pas de miracle. Wie wil slagen, moet hard werken. En niet op zijn lauweren rusten na een overwinning. Integendeel, na een overwinning moet je eigenlijk nog harder trainen dan anders.”

Zegt de, ondanks zijn jonge leeftijd, al tot kapitein gebombardeerde Hervelle. “Een grote verantwoordelijkheid, maar ze schrikt me niet af. Ik vat deze blijk van vertrouwen op als een uitdaging. Ik probeer het goede voorbeeld te geven en voorop in de strijd te gaan. En als het moet, trek ik mijn mond open. Het doet me veel plezier te constateren dat er dan naar mij geluisterd wordt, ook door de ervarener jongens. Die ontvankelijkheid van spelers zoals Milacic, Hall en Archbold vind ik geweldig. Zij begrijpen dat ik uitsluitend in het belang van de ploeg handel. Zoals iedereen, trouwens.”

Op zesjarige leeftijd debuteerde Axel Hervelle bij de provincieclub Comblain. Negen jaar later, op zijn vijftiende, trok hij naar Hannut-Saint-Louis. Om daar na slechts twee seizoenen alweer te vertrekken naar het centre de formation van Pepinster. “Wat die school van de andere onderscheidt, is opnieuw de arbeidshoeveelheid. We trainden elke dag. Op techniek, tactiek en vooral op discipline.”

Vorig seizoen was Hervelle één van de vier jongeren (samen met Guy Muya en de gebroeders Massot) uit de Pepinsterschool die een profcontract kregen aangeboden. “Maar de coach had ons al het seizoen daarvóór laten proeven van het hoogste niveau. Vorig jaar kregen we dan ook nog eens de kans om ervaring op te doen in de NEBL-cup, waar we ons met buitenlandse ploegen konden meten.”

Vorig jaar strandde Axel Hervelle op drie luttele puntjes van Antwerpenaar Jeff Van der Jonckheyd in de verkiezing van Rookie van het Jaar. “Waarschijnlijk omdat hij in het Vlaamse landsdeel niet bekend genoeg is,” dacht een oud-journalist. “Zo erg is dat allemaal niet,” relativeert de speler zelf, “al geef ik toe dat het mijn ambitie is om ooit Speler van het Jaar te worden. Maar daar sta ik nog ver van af. Bovendien moet ik nog uitvissen welk nu eigenlijk mijn beste positie is : de 3 of de 4 ? In het eerste geval zal ik nog veel moeten sleutelen aan mijn explosiviteit, dribbelvaardigheid en schot van buitenuit; in het tweede geval zal ik vooral meer spiermassa moeten kweken. Momenteel schaaf ik eraan, maar ik kan niet zomaar van de ene op de andere dag tien kilogram bijwinnen.”

Hervelle doorliep zowat alle nationale jeugdselecties. “Ik speelde nog bij Comblain toen ik een eerste keer opgeroepen werd,” herinnert hij zich. ” Julien Rahier, momenteel bij Oostende, behoorde eveneens tot die generatie. Daarna ben ik een categorie hoger ondergebracht en speelde ik samen met Sam Rotsaert en Dieter Souvereyns.” Ook nu stond de naam van de ranke forward in de lijst van 24 internationals die door Giovanni Bozzi geselecteerd werden. Hervelle wil echter realistisch blijven. “Ik denk dat ik in een eerste fase vooral bij de tweede ploeg zal spelen.”

door Daniel Devos

‘Eigenlijk moet je na een overwinning nog harder werken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content