In Brugge is de storm inmiddels geluwd, maar voor hoelang ? Een beschouwing bij het leven met Trond Sollied.

Sedert Trond Sollied in België verscheen, leek het alsof weinig of niets zijn koude kleren kon raken, maar vorige week bleek dat hij toch ook niet àlles van zijn rug kan laten glijden. “Ik hou van het principe van vrijemeningsuiting en geen mening is stom, maar wie kritiek uit in de media, moet dat ook durven in de groep. Anders kan ik hem niet vertrouwen”, sprak hij nadat Tjörven De Brul en Gert Verheyen na de pijnlijke thuisnederlaag tegen Lokeren de verantwoordelijkheid voor het grote puntenverlies in topwedstrijden op zijn stoep hadden neergelegd.

Te vertrouwen of niet, een spannende dag later werd er in het bijzijn van de trainer geen kritiek op de trainer geuit, aldus de trainer. Die maandag was er de gebruikelijke nabespreking van de wedstrijd. Geen praatjes, geen afleidingsmanoeuvres, geen heimelijk chargeren, maar concrete feiten. Video. Beelden. Analyse, waaruit onder andere bleek dat de vier tegengoals tot stand kwamen bij een numerieke meerderheid van Club achterin – zoals eerder ook al was gebleken dat ook bij de fatale goal van Lyon in blessuretijd na het balverlies van José Duarte zich nog altijd acht man achter de bal bevonden. Bewijs, aldus de trainer, dat ook deze nederlaag niet te wijten was aan een te offensieve manier van spelen.

Het leven onder Trond Sollied kan lastig zijn voor wie niet graag in de spiegel kijkt. Absoluut niet een man die leiding probeert te geven met behulp van tirannie nochtans; in België hoorde nog niemand hem ook maar één keer zijn stem verheffen. Zijn kracht is zijn filosofie, zijn tot in de details uitgeklaarde totaalvisie waarop zijn hele manier van werken is afgestemd. Hoe vaak moesten we dat tijdens zijn eerste zes maanden in Brugge niet uit de mond van zijn spelers optekenen ? Een dikke persmap is het.

Nu, dat neemt niet weg dat geen trainer kan toveren; en dat op het pad van trainers – leiders, hoe bedreven die ook mogen zijn – behalve grote beloningen ook veel valkuilen blijven liggen. Vaak zijn ze het doelwit van onzekerheden van anderen, dienen zij als rechtvaardiging voor andermans problemen. Zie bijvoorbeeld het verhaal van Tjörven De Brul.

Tjörven De Brul leerde, zo zei Tjörven De Brul zelve al na zes weken, onder Trond Sollied meer over positiespel dan in alle voorgaande jaren van zijn carrière. Zo nauwgezet werd het iedere keer weer allemaal aan het bord uitgelegd, zo doelgericht werd er op het veld telkens weer op gewerkt. Fouten corrigeren, daar gaat het toch om ? Het was er ook aan te zien : De Brul speelde toen zijn beste seizoenshelft ooit.

Maar sedertdien was hij zelden nog dezelfde. Blessures, waaronder een hernia, gaf hij zelf onder andere als oorzaak aan. Alsook, gaf hij toe, speelde het te veel in zijn hoofd dat Robert Waseige hem in zijn beste tijd ooit niet had geselecteerd. Verkramping. Verhoogde kans op fouten en blessures. Sollied noemde hem begin dit seizoen intrinsiek nog de beste centrale verdediger van België – en hij meende het. Waarna De Brul de vrees uitsprak dat die opsteker zich tegen hem zou kunnen keren. Angst.

Nadat hij monumentaal blunderde tegen Genk, kort daarna gewisseld werd en misschien meer dan ooit met zijn angsten werd geconfronteerd, zei hij een psycholoog te kunnen gebruiken. Ga, Tjörven ! Tjörven, vriend, zoek niet langer de fout bij anderen, zoek jezelf een crack van een zieleknijper en laat je bevrijden, zodat je je potentieel maximaal kunt benutten en eindelijk de Rode Duivel wordt die in je schuilt. Doen, vriend !

W

òrdt er wat afgeklaagd of niet ? Hoor je vooral in Gent, maar ook in Anderlecht en Standard wel eens klagen dat er te behoudend wordt gespeeld, in Brugge zijn er een aantal – zoals Tjörven De Brul, Gert Verheyen en Philippe Clement – die vinden dat er soms te offensief, naïef zelfs wordt gevoetbald. “Afwachten ? Willen ze dan met elf op de zestien meter spelen ?” lazen we vorige week in Het Laatste Nieuws uit de mond van Trond Sollied. “Best, maar dan met een ander. In dat geval stap ik op.”

Hola ! Dan is de man blijkbaar te ambitieus voor Club Brugge. Als dat het fundamentele probleem is, maken beide partijen elkaar best niets meer wijs : dan moeten ze scheiden alvorens er grotere miserie van komt. Overigens, als zijn inbreng in het sportief beleid van Club werkelijk zo gering is als hij al enkele keren aangaf, wat heeft hij er dan nog langer te zoeken ? Dat hijzelf dit seizoen al aan Rosenborg, de Noorse nationale ploeg en Anderlecht werd gelinkt, zal waarschijnlijk ook niet allemaal louter toeval zijn.

Zijn de riemen waarmee Club Brugge roeit te kort voor de hoge idealen van Trond Sollied, voor zijn symmetrisch uitgemeten high risk game, zoals hij het zelf wel eens noemt, én voor de rol van titelfavoriet waarin het op basis van zijn historische heenronde van vorig seizoen gemanoeuvreerd werd ? Feit is dat Sollied bij Club niet over extraatjes aan klasse beschikt. Hij had er met Khalilou Fadiga ééntje, dat onder hem overigens beter dan ooit rendeerde, maar dat werd na vijf wedstrijden verkocht. Feit is ook dat de balans op het middenveld na het vertrek van Sven Vermant er minder op is geworden. Nastja Ceh, zijn vervanger, kreeg na de winterstop eindelijk voluit zijn kans, deed hard zijn best, maar kon de indruk niet wegnemen dat zijn weg nog lang is.

Vandaar ook de voorkeur van een aantal spelers om het met twee verdedigende middenvelders te doen, ook om beter de ruimte te kunnen dekken die offensieve backs als Peter Van der Heyden en Olivier De Cock soms laten. Een offensieve driehoek op het middenveld behouden lijkt trouwens niet zo’n groot breekpunt voor Trond Sollied als het wordt voorgesteld. Hij koos in de heenronde zelfs eens voor drie verdedigende middenvelders – Timmy Simons, Philippe Clement en Nzelo Lembi. En : al herhaaldelijk voor twee – Simons en Clement. Zo ook op Anderlecht, tot centraal achterin Lembi uitviel, Clement er nodig was en de verdedigende middenvelders opgebruikt waren. Alleen de optie van twee centrumspitsen lijkt Sollied niet zo aan te spreken – wat het merendeel van zijn spitsen nochtans verkiest. Vermoedelijk is dat omdat hij daar dan ofwel zijn driehoek op het middenveld òf zijn viermansverdediging voor moet offeren – tenzij hij voor een asymmetrisch systeem zou kiezen, maar daar is hij al helemaal geen liefhebber van.

Maar alla. Wie kan er oordelen of Club met een andere spelwijze nu meer of minder punten had geteld ? Vorige week plaatste het zich tegen Beveren voor de halve finales van de beker en kwam het na een ruime zege òp Beveren ook weer op kop van de klassering. Straks pakt het nog de dubbel, waarvoor van de topvijf nota bene enkel nog Club Brugge in de running is. Is het wel nodig om je opeens zò druk te maken, jongens ?

W

ordt er misschien ook geoordeeld dat Trond Sollied iets te veel purist is, te academisch voor Club ? Onder zijn leiding is het al voor het tweede seizoen de ploeg die veruit de minste overtredingen maakt. Club de onbetwiste kampioen van de fairplay ? De trainer haalt er met zijn doorgedreven precisiewerk toch niet het vuur uit ? Moet er niet eens wat meer gesleurd en gestampt worden, zoals Philippe Clement het tijdens de winterstage in Spanje iets eufemistischer opmerkte ? Dan moet in het Jan Breydelstadion directeur Antoine Vanhove de groep misschien maar eens zo snel mogelijk een aantal grepen bijbrengen. “Ik zou eens willen zien wat er zou gebeurd zijn als die Anderson op mij was afgekomen”, zei hij onlangs in Het Brugsch Handelsblad over de fatale derde goal in Lyon. “Ik zweer het, hij ligt zeker tegen dek… Ik zou zes weken geschorst mògen zijn…”

Aldus ik, Antoine Vanhove, die de kritiek van De Brul en Verheyen overigens veelbetekenend volwassen kritiek noemde; die eerder ook al zei dat Club zo ongeveer barst van de spelers met ervaring, terwijl de trainer vindt dat het juist aan routine mangelt om nog hoger te kunnen mikken. Zou het kunnen wijzen op een, heu, disharmonie tussen de directeur en de trainer die hij een jaar geleden nog een verbeterde versie van Ernst Happel noemde, maar ondertussen misschien om de een of andere reden al lang niet meer als zijn talisman beschouwt ?

Eist Trond Sollied naast het veld misschien ook te weinig discipline van zijn spelers ? Hij, die uitgaat van volwassenheid van profvoetballers – wees jezelf, respecteer anderen en doe je job -, die hen in hun belang in staat stelt te leren omgaan met vrijheid, mensen wil laten inzien dat niks heerlijker is dan zichzelf te kunnen leiden en daarom weigert voor kinderoppas te spelen. Het schijnt een aanpak te zijn die alleszins nog onvoldoende effect had op het extreem individualisme van Andres Mendoza. Op basis van zijn intrinsieke kwaliteit gaf Sollied hem misschien al meer krediet dan hij volgens sommigen op basis van zijn gedrag en rendement verdient, maar er is natuurlijk nog een niet onbelangrijk commercieel clubbelang dat daarbij meespeelt : zijn marktwaarde moet intact gehouden, het liefst nog fors opgedreven, want straks moet er geld aan verdiend worden.

W

aar Trond Sollied misschien wel eens iets harder over moet nadenken, schijnt ook, is of hij toch maar niet beter een tikje meer variatie in zijn wekelijks terugkerend trainingsprogramma stopt. En/of misschien niet wat vaker een vrije dag inlast – zonder dat het arbeidsvolume daarom hoeft te verminderen. Al was het maar om de hoofden een beetje te luchten. Zijn manier van werken mag systematisch dan nog zo schitterend in elkaar zitten, als het werkelijk zo is dat ze voor een niet onbelangrijk deel van de groep gaat vervelen, kan ze ook aan effectiviteit verliezen. Het zijn tenslotte niet allemaal voetballers met de leergierigheid en het concentratievermogen van Timmy Simons waarover hij de beschikking heeft gekregen.

Na de thuisnederlaag tegen Lokeren liet Philippe Clement de vraag of iedereen nog wel de bezieling had om de titel (met Trond Sollied) te pakken onbeantwoord. Nu lopen er in iedere kern wel spelers die liever vandaag nog dan morgen van trainer wisselen en al heel zeker in een te grote groep van 28 man waarvan de meesten vinden dat ze evenveel kansen verdienen als een ander, maar de vraag blijft altijd en overal : hoe groot is de nattigheid ? De komende weken, maanden zal dat onvermijdelijk blijken. Aan Trond Sollied om juist in te schatten welke krachten er achter zijn rug precies aan het werk zijn teneinde de controle te kunnen behouden.

Belangrijke rol daarbij zou Gert Verheyen moeten spelen. De aanvoerder laat zich dan zelf wel niet kennen als de grootste aanhanger van Trond Sollied, maar weet wel wat sabotage Club kan kosten.

door Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content