Net toen Patrick Lefevere tevreden achterover dacht te leunen na een sportief succesjaar, veroordeelde de wielerbond Johan Museeuw en draaide Marc Coucke de geldkraan dicht.

Het zenuwcentrum van Quick Step-Davitamon op het industrieterrein van Wevelgem oogt professioneel. Een loods biedt plaats aan alle auto’s en bussen die de ploeg rijk is, de opslagruimte ernaast is de natte droom van iedere wielertoerist. Links pronken tientallen rekken met tubes, wielen, helmen, pedalen, tandwielen, manivellen, drinkbussen en meer van dat moois, rechts hangen dertig Time-kaders netjes op een rij. In het kantoor ontvangt een assistente ons met verse koffie – de grote baas werkt nog even een telefoontje af. Ondanks het nog vroege uur (halftien ’s morgens) zijn de kranten van vandaag die op het ontvangstafeltje liggen, al flink beduimeld : hier wordt de actualiteit op de voet gevolgd. Na tien minuten mogen we naar de eerste verdieping, waar we een strijdvaardige Patrick Lefevere aantreffen.

Ergens kan de manager van Quick Step-Davitamon het nog steeds niet geloven. Met een schadeclaim van vierentwintig miljoen euro boven zijn hoofd begrijpt hij nog steeds niet waar het precies is misgelopen tussen hem en Omega-Pharmabaas Marc Coucke. Net zo min als hij begrijpt waarom een eens zo enthousiaste sponsor hem op alle mogelijke manier het bloed onder de nagels vandaan haalt, van het afsnoepen van sponsors tot het inpikken van personeel. But first things first. De sportieve balans van 2004.

Het wonder Tom Boonen

Sportief beleefde je alweer een succesjaar. Geniet jij na al die jaren nog steeds bij elke overwinning ?

Patrick Lefevere : “Winnen is iets waar je nooit aan went. Als je de vreugde van TomBoonen ziet in Angers of op de Champs Elysées, dat pakt je toch. Hoe emotioneler de renner reageert, hoe emotioneler je zelf ook wordt.”

Hoe emotioneel was Boonen toen in de Tour voor de tweede keer zijn ketting brak ?

“Op het moment zelf zijn ze in staat om de hele bus af te breken, dat is normaal. Je laat ze even afkoelen, een douche pakken. En je houdt ze zo veel mogelijk weg van de pers om te vermijden dat ze domme dingen zeggen. Later op de avond neem je die bewuste fiets mee naar de kamer en probeer je de analyse te maken : wat voel je ? Eigenlijk was het een samenloop van omstandigheden. We reden met nieuw, lichter materiaal. Tom is 1,90 m en weegt meer dan tachtig kilo. Op het moment dat hij zijn spurt aanzet, duwt hij omgerekend tweeduizend watt. Je hebt je plateau vooraan… ( neemt zijn gsm, die op dat ogenblik een vogelgetjilp uitstoot), euh, je neemt dus je vogeltje ( bulderlach) : een 53 vooraan, een 11 achteraan. Op het moment dat je aanzet, geeft dat hele spel een beetje mee : plateau, manivellen en ketting. Waarschijnlijk bewoog de ketting ietsje te veel doordat het materiaal te licht was en liep hij er daarom af. Na het tweede incident is een van onze mecaniciens ’s avonds nog naar hier gereden om zwaarder materiaal op te halen.”

Hebben jullie op Tom moeten inpraten ?

“We hebben hem gewoon gezegd : kalm blijven. Het siert Tom dat hij zich zo herpakt heeft, zeker na die tweede keer, waar twee andere jongens vielen door zijn uitwijkmanoeuvre. Daar zat hij echt van in de put.”

Na een goeie week in de Tour kondigde jij al aan dat Boonen niet naar de Spelen of het WK zou gaan. Waarom ?

“( Ernstig.) Ik heb met Tom een engagement voor nog drie jaar en ik hoop dat het nog veel langer wordt en dat we een carrière kunnen maken à la Johan Museeuw. Misschien zou ik naar de pers en de sponsors toe beter zeggen : ‘Doe maar, Tom’, maar in mijn hart weet ik dat dat niet juist is. Tom is fysiek en mentaal sterk, maar je moet hem niet uitwringen. Een coureur beschikt over een toerenteller en die gaat ook in het rood, soms zonder dat hij het zelf beseft. Na de Tour hebben we het Tom uit zijn hoofd gepraat om veel criteriums te rijden en ik blijf erbij dat hij niets verloren had in Verona of Athene.”

In de Tour al liet Tom Boonen verstaan dat hij het niet met je eens was.

“Hij zal wel eens denken : wat bazelt die Lefevere daar allemaal ( lacht) ? Maar achteraf zal hij me wel gelijk geven. Hoewel Wilfried Peeters zich het meest over hem ontfermt, voel ik dat ik een steeds beter contact met Tom krijg, dat hij luistert. Hij begrijpt dat hij een van de uithangborden is voor de ploeg. Vorig jaar had hij meer iets van : ik kom een half uur te laat als ik dat wil. Of : ik vergeet mijn telefoon aan te leggen, ik heb geen zin om te gaan. Anderzijds zijn die kalmte en nonchalance ook zijn sterkte.”

Het leeuwenhart van Virenque

In de Tour deed Richard Virenque zijn kunstje nog een laatste keer : winnen op le quatorze juillet en de zevende bolletjestrui mee naar huis brengen.

“Na die etappe in Saint-Flour was hij zodanig kapot dat hij alleen nog maar kon wenen : 212 kilometer in de ontsnapping, hij was helemaal niet zeker of hij überhaupt de aankomst zou halen. De mensen verstaan dat niet, maar Richard was al maanden bezig met die ene etappe. In mei belt hij me vanop trainingskamp in Sevilla : ‘ Patrick, c’est Richard, l’étappe Limoges-Saint-Flour, ça c’est l’étappe-clé.’ Of ik niet kon regelen dat het vliegtuig van onze sponsor Luc Maes hem afzette in Limoges om te gaan verkennen ? En of ik er dan ook een auto kon klaarzetten met een verzorger om te volgen ? Vervolgens verkent Richard het hele parcours, 230 kilometer. ’s Avonds belt hij opnieuw : ‘Daar gaan we toeslaan !’ En dat doet hij dan ook. Ofwel gaat hij dood, ofwel wint hij. Dat is de instelling van Virenque.”

Hij weet je als geen ander te raken, hé ?

“Richard ontroert je altijd. Vorig jaar in Morzine, dat was voor mij zijn meest emotionele overwinning in de Tour. Op kilometer nul vertrekt Bettini met Aldag en Poilvet. Op de eerste col springt Richard mee met een tegenaanvaller om zo aan te sluiten bij de kopgroep, twee minuten voor op het peloton. Parsani zegt : ‘Stoppen !’ Richard denkt : ik ga nog wat proberen. Hij rijdt naar de vallei : wind op kop. Wilfried Peeters belt me om te vragen wat ze moesten doen. Ik zeg : ‘Laat Bettini zijn benen stilhouden, zorg dat de mannen in het peloton de boel stilleggen.’ Terwijl we dat aan het regelen zijn, gaat de overweg dicht, vóór het peloton. Binnen de minuut had ik tien berichtjes op mijn telefoon : ‘Hé Patrick, heb jij vrienden bij de Franse spoorwegen ?’ ( Schatert.) Richard komt er vooraan bij en ons plan was : Bettini pakt de rit en Virenque de gele trui. In de finale gaat Paolo echter ten onder aan de hete honger. Richard wint én pakt de gele trui. Toen ik hem daar met zijn twee kinderen op de arm op het podium zag staan, kreeg ik toch wel een krop in de keel.”

De paniek van Paolo Bettini

In tegenstelling tot vorig jaar kon Paolo Bettini geen klassieke overwinning binnenhalen. Waarom was hij minder ?

Ietske meer gehuldigd geweest, er ietske minder voor gedaan, vaak is dat al genoeg. Wat ook een rol gespeeld heeft : vorig jaar was het een aantal maanden lang extreem warm en dat werkt in Bettini’s voordeel, dat zag je ook in Athene. Het probleem is ook dat Paolo soms te weinig rekent. Agressief koersen is mooi, maar het moet wel zin hebben, hé. In het kampioenschap van Zürich moet je aan de voet van de berg niet proberen om iedereen uit het wiel te kegelen terwijl je nog ploegmaats bij je hebt. Koers is oorlog : eerst stuur je het voetvolk vooruit, daarna gooi je een paar mijnen en granaten en pas daarna moet de veldheer komen ( lacht).”

Weet jij wat er precies gebeurde op het WK in Verona ?

“Toevallig stond ik met een aantal sponsors op de plek naast het parcours waar het allemaal gebeurde. Bettini stopt om zijn voorste wiel te wisselen. De Italiaanse ploegwagen rijdt hem eerst voorbij, stopt, de deuren worden opengesmeten, mecanieker erbij, paniek. Die man steekt een nieuw wiel, maar er draaide een stuk stuurlint tussen. Bettini wil dat verwijderen, maar die mecanicien trekt dat wiel eruit en gaat een nieuw wiel halen. Intussen stapt Ballerini uit en die duwt in alle chaos Bettini met zijn knie tegen de auto. ( Toont zijn been.) Aan de buitenkant van je knie heb je zo’n bobbel. Daar lopen heel wat zenuwbanen en als je daar een slag op krijgt, lijkt het alsof je een tijdelijke verlamming hebt. Dat is wat er bij Bettini gebeurd is. Tja, Italiaanse paniek, hé. Die mannen gaan veel rapper uit hun dak dan wij.”

De affaire-Museeuw

Wat eind vorig jaar begon als een mediagenieke huiszoeking, eindigde anderhalve maand geleden in een effectieve schorsing van twee jaar voor Johan Museeuw. Hoe blik jij op deze zaak terug ?

“Ik hoop dat je mij goed citeert, want de laatste tijd word ik veel meer slecht geciteerd dan goed.”

Je doelt op een artikel in een dagblad waarin je stelde : ‘Ik ben ontgoocheld in Museeuw’ ?

“Ik zei dat ik ontgoocheld wás in Mu- seeuw op het moment dat de zaak losbarstte en zij schrijven : ‘ben’. Dat wordt vervolgens losgetrokken in een titel, en Teletekst haalt er dan alleen die zin uit, terwijl 97 procent van het artikel over Omega Pharma ging.”

We beloven op ons communiezieltje dat we je juist zullen citeren. Wat is je mening over de zaak ?

“( Fel.) Ten eerste : tot op heden is er voor mij geen enkel tastbaar bewijs dat Museeuw zich dopeerde. Het onderzoek wees niets uit, want het is niet openbaar gemaakt, niet voor jou, niet voor mij. Voor het publiek lijkt het misschien onwaarschijnlijk, maar ik heb het dossier van Johan Museeuw nog niet gezien. Ten tweede : ik dacht dat Museeuw enkel vriendschappelijke contacten onderhield met die veearts. Van die sms’jes over gesneden broden en wespen – áls die al van Museeuw zijn, want ook dat werd nog niet bewezen – weet ik ook niks.”

Johan Museeuw en jij zijn vrienden. Jullie moeten toch over de zaak gesproken hebben ?

“We hebben erover gepraat, maar ik weet niet of Johan het dossier zelf gezien heeft. Bijna niet, denk ik. Hij laat dat aan zijn advocaat over. Op de dag van de huiszoeking en ondervraging ben ik ’s avonds om elf uur naar Gistel gereden. Johan zat daar, als een geslagen hond, bij zijn ouders, zijn kinderen en zijn vrouw. In dat soort omstandigheden ben ik niet de persoon om iemand de mantel uit te vegen. Ik kan me voorstellen dat je je niet heel fier voelt op dat moment.

“’s Anderendaags kwam Johan naar hier en stelde ik hem voor om naar een advocaat te stappen. Toen heb ik hem gezegd : ‘Als er iets is, zeg het mij. En als je het aan mij niet wil vertellen, licht dan wel de advocaat in, want hij moet je verdedigen. Als er echter meer aan de hand is dan wat ik denk, dan zou ik het wel graag weten.’ Daarop heeft Johan geantwoord : ‘Ik heb nooit iets gekocht, nooit iets gepakt. Zeker weten.’

“Voor mij was het een pijnlijke zaak toen ze vorig jaar losbarstte, maar die bladzijde is omgedraaid. Alles wat er nog op volgde, is alleen maar goed voor de media om nog een keer op te rakelen in komkommertijd. ‘De zaak-Museeuw’, dat verkoopt goed. Voor mij is dat niet meer dan een lijk dat al drie keer weer opgewarmd is.

Johan Museeuw is effectief geschorst voor twee jaar omdat de vier juristen van de disciplinaire commissie van de Belgische Wielerbond het erover eens waren dat hij doping met voorbedachten rade heeft gebruikt. Dan gaat het wel degelijk over veel meer dan een opgeklopte mediahetze.

“Op grond waarvan heeft hij die schorsing gekregen ? Het was achter gesloten deuren.”

Op zijn eigen vraag.

“Hij was al veroordeeld ! Al een jaar lang. Moest hij dat nu nog eens over zich laten komen ?”

Welke baat heeft de wielerbond erbij om een monument als Johan Museeuw on- schuldig te veroordelen ? Die vier juristen moeten toch een reden gehad hebben.

“Welke zinnige uitspraak wil je dat ik daarover doe als ik het dossier niet ken ? Er zijn al veel mensen zwaar veroordeeld voor lichte zaken en andere mensen licht voor zware dingen. Rechtspraak is niet altijd logica. Misschien wilden ze een voorbeeld stellen. Johan was niet positief : niet bij bloedtesten en niet bij urinetesten. Of hij effectief gepakt heeft, dat weet ik niet. Dat lijkt mij in het onderzoek niet bewezen. Daarom wil ik daar ook geen uitspraken over doen.

“Je zal zeggen : hij begint over iets anders, maar ik geef je één ding op een briefje : als de andere sporten morgen op dezelfde manier gecontroleerd worden als wij, dan komt de wielersport er heel goed uit. Ons probleem is dat we heel slecht communiceren. Bij een positief geval hoor je alleen maar : neen, ik ben onschuldig, of : ja, ik heb het gedaan en ik stop. Niemand ziet welke weg wij hebben afgelegd van ’98 tot nu.”

Misschien moesten jullie eens wat minder geheimzinnig doen. Als je niks te verbergen hebt, waarom moet alles dan achter gesloten deuren ? Waarom weiger je dan enige zinnige uitleg te geven bij je veroordeling ?

“Maar de pers had Johan Museeuw al veroordeeld ! Ze hebben hem al een jaar lang door de modder gesleurd. Omdat bepaalde redacteurs daarmee scoren. En laat ons een kat een kat noemen : Museeuw heeft bepaalde mensen voor schut gezet. Ik heb hem voorspeld dat ze hem ooit zouden terugpakken.”

En dus blijven we ons hullen in stilzwijgen.

“Er is een heel jaar aan een stuk gecommuniceerd, eenzijdig. Wespen, gesneden brood, iedereen heeft op zijn manier uitgelegd wat het allemaal betekende. Johan moest geen proces meer krijgen. En dan geven ze hem vier jaar. Of hij daar nu vier jaar krijgt of zestien jaar of twee maanden, wat is het verschil ? Hij is toch geen coureur meer.”

Het verschil is dat hij door een officiële instantie veroordeeld is voor het gebruik van doping met voorbedachten rade. In die officiële instantie zetelen juristen, geen journalisten.

“( Fel.) Excuseer, maar de bond is voor mij geen officiële instantie. Strikt juridisch gezien moest de correctionele rechtbank de zaak aan de Vlaamse Gemeenschap geven en die speelde ze vervolgens door aan de bond. Daar moesten ze wel oordelen, maar eigenlijk hadden ze die hete kool liever niet gekregen. Zij zijn in die rol geduwd. ( Nadrukkelijk.) Ik heb nul komma nul respect voor de rechtbank van de bond. Dat is geen neutrale rechter. Het zijn mensen die twee of drie keer per jaar iets moeten beslissen. Je bent veel beter af bij een normale rechtbank.”

Heeft de veroordeling van Museeuw verdere consequenties voor zijn functioneren binnen de ploeg ?

“Binnen een jaar of vier zal hij mij opvolgen, als hij daartoe bekwaam blijkt. Ik had ook liever gehad dat het niet gebeurd was, maar wat baat het om daar iedere dag over te zagen ? De jeugd kijkt nog altijd naar hem op, de invités willen nog steeds bij hem aan tafel zitten, de sponsors zien hem graag komen. En wat betreft zijn co-commentatorschap op de VRT : toen Museeuw stopte in Schoten, moest ik opletten of de politiekers duwden hem van het podium. Een half jaar later stellen diezelfde West-Vlaamse heren de vragen in het parlement. ( Verbolgen.) Mijn respect voor dit soort mensen is niet groot.”

De zaak- Omega Pharma

Een paar weken geleden stonden jouw advocaten en die van Omega Pharma voor de tweede keer tegenover elkaar voor de handelsrechtbank in Kortrijk. Wat is er precies gebeurd dat het zo ver moest komen ?

“( Zucht.) Hoeveel tijd heb je ? Eigenlijk begon het al fout te lopen bij de oprichting van Bodysol-Brustor. Onze belofteploeg, geleid door Herman Fri- son, won alles, maar we konden die renners uiteraard niet allemaal laten doorstromen naar Quick Step-Davitamon. Dus komt Marc Coucke met het idee om een jonge profploeg te maken. Ik maak Bodysol-Brustor, een GS II-ploeg ( tweede klasse, nvdr) : twaalf jonge renners, Mattan en Roesems erbij. Ik heb meteen tegen iedereen gezegd : we vormen twee ploegen, alles volledig apart. Op een bepaald moment begint Coucke een beetje te panikeren : mogen wij wel overal meedoen met zo’n klein ploegske ? Ik breng het Spaanse Relax aan als cosponsor. Elf Spanjaarden erbij, en door die fusie werd het een GS I-ploeg.”

En daar was Quick Step niet echt over te spreken ?

Frans De Cock van Quick Step heeft me gevraagd of die nieuwe ploeg niet te veel energie van mij zou vragen, maar stemde toe omdat hij het nut ervan inzag. In april van dit jaar hielden we onze jaarlijkse vergadering met hem en Marc Coucke van Omega Pharma om te discussiëren over 2005. Op die vergadering spraken we ook over de toekomst van Bodysol-Brustor. Blijkt dat Coucke wil dat Quick Step-Davitamon aan Bodysol-Brustor betáált voor iedere renner die overkomt. Waarop Frans De Cock zegt : ‘Jij bent goed : Patrick heeft vijf jaar aan die jongerenploeg gewerkt, eigenlijk mocht jij die ploeg niet maken, maar ik heb mijn toestemming gegeven en nu wil je dat ik betaal voor die renners ?’ Hij was geaffronteerd.

“Wat later komt het budget van Quick Step-Davitamon ter sprake. We draaiden toen op 7,5 miljoen euro, waarmee we niet langer bij de eerste tien zaten. Ik vertel Coucke en De Cock dus dat ze in de Pro Tour van mij geen mirakels mogen verwachten. Frans De Cock zegt, mét de steun van Marc Coucke : ‘Patrick, jij bent geen man om tweede viool te spelen en wij ook niet, we gaan onze budgetten aanpassen.’ Alleen : initieel betaalde Quick Step vier miljoen en Davitamon twee miljoen. Quick Step had zijn budget al twee keer verhoogd tot vijf miljoen, terwijl Coucke steeds in het wiel bleef zitten. Coucke sloot ook telkens een contract af voor één jaar, met opties voor de volgende jaren. Als die optie zo bindend is als ze nu beweren, waarom tekende hij ieder jaar een nieuw contract ? Omdat we ieder jaar opnieuw discussieerden over de inhoud van de ploeg en de financiële bijdrage.

“( Neemt een blad en begint te tekenen.) Op die bewuste vergadering zegt Coucke tegen Frans De Cock : ‘Jij betaalt vijf miljoen, ik twee. Zo doen we dat voor 2005, 2006, 2007. En als jij in 2008 acht miljoen betaalt, dan verhoog ik naar drie miljoen. Zeg jij maar hoeveel je betaalt.’ Waarop Frans De Cock antwoordt : ‘Marc, ik denk niet dat jij moet bepalen hoeveel Quick Step gaat betalen. Wíj zijn met de ploeg gestart en wíj hebben het budget al twee keer verhoogd. Je kan niet in het wiel blijven zitten.’ We hebben die dag geen overeenkomst bereikt en zijn zo uit elkaar gegaan.”

Wisten jullie toen al dat Marc Coucke met Omega Pharma zijn eigen licentie zou aanvragen ?

“Dat kwam pas naar boven op een vergadering met de Spanjaarden van Relax, waar ik ook aanwezig was op basis van wat ik doe voor Bodysol-Brustor. De man van Relax zei dat hij een licentie voor de Pro Tour zou aanvragen. Waarop Coucke zegt : ‘Als jij er één vraagt voor Relax en Patrick één voor Quick Step en ik voor Omega Pharma, dan krijgen we er minimaal eentje en misschien twee. En dan kan Relax-Bodysol misschien een Pro-Tourploeg worden. We zien wel.”

Daar ging jij mee akkoord ?

“Het idee stond me niet tegen, maar natuurlijk zag ik ook de gevaren. Vandaar dat ik Marc Coucke meteen gevraagd heb om Frans op de hoogte te brengen, want die zou daar niet blij mee zijn. Of Coucke Frans ook daadwerkelijk op de hoogte heeft gebracht, weet ik niet. Intussen belt meneer De Belder, de woordvoerder van Lotto, om te vragen of ik niemand ken die als hoofdsponsor verder wil met Lotto. Ik breng hem in contact met een Nederlands bedrijf, maar dat eiste een bepaald aantal Nederlandse renners en dat zag Lotto niet zitten. Vervolgens heb ik Coucke aangeraden om contact op te nemen met Lotto. Lotto stelde als voorwaarde dat ik absoluut niet zou betrokken worden bij de nieuwe ploeg omdat dit problemen kon geven in de Pro Tour.

“Vervolgens wordt de nieuwe ploeg voorgesteld als ‘Omega Pharma-Lotto’. Waarom heeft Marc Coucke niet onmiddellijk gezegd : ‘Ik ga met mijn nieuwe firma Restiva naar Lotto en met Davitamon blijf ik bij Quick Step ?’ Neen, hij zegt : ‘De juiste naam vullen we later wel in.’ Natuurlijk waren er vermoedens dat hij met Davitamon naar Lotto zou vertrekken. Bij ons moest hij pas op 30 juli bevestigen dat hij verder ging. Misschien hebben we spoken gezien, misschien niet.

“En dan waren er bepaalde mensen die ook aasden op dat geld van Lotto en die waren natuurlijk gefrustreerd omdat Lotto met Omega Pharma in zee ging. Die zijn dan met zijn allen naar Quick Step gestormd : ‘Zie je dat niet, Lefevere gaat overlopen !’ Enzovoorts. De spanning werd alsmaar groter.”

In die mate dat jij besliste om het contract op te zeggen ?

“Eind juli stuurt Coucke me een aangetekende brief en een fax om zijn optie te verlengen, maar gericht aan het verkeerde vennootschap. Ik breng hem daarvan op de hoogte en bel ook naar Frans De Cock om te melden dat Omega Pharma verder wil, maar zijn budget niet verhoogt. Terwijl Omega Pharma zelf een nieuwe ploeg maakt, voor meer geld. Op 31 juli stuur ik Coucke een aangetekende brief om te zeggen dat het zo niet verder kan, dat ik de verlenging van de optie voorlopig niet kan aanvaarden en dat we moeten praten over meer geld. Ik liet de deur open voor onderhandeling, maar het antwoord van Marc Coucke kwam in de vorm van een deurwaarder : eenzijdige contractbreuk, hij wou niet meer betalen.”

Wat is nu de concrete eis van Omega Pharma ?

“Op papier was de eis 7,5 miljoen, maar nu spraken ze al over 24 miljoen. ( Bitter.) Ik wist niet dat ik zoveel geld waard was.”

Hoe rechtvaardigen ze zo’n enorm bedrag ?

“Met cijfers die ze van mij kregen. Ik liet in 2003 berekenen hoeveel hun return bedroeg : acht miljoen per jaar. Omega Pharma had nog een optie tot 2006, dus ik vermoed dat zij rekenen : drie jaar maal acht miljoen is 24 miljoen. Onze advocaat zei : ‘Dat is snel verdiend.’ Je belooft twee miljoen per jaar, maar het tweede jaar betaal je maar de helft. Dan investeer je drie miljoen om 24 miljoen terug te krijgen.”

Wat zijn de gevolgen als de rechter Omega Pharma gelijk geeft ?

“Dat betekent het einde. Voor mijn firma en de ploeg.”

Wat gebeurt er dan met de renners ?

“Ik weet het niet. ( Cynisch.) Misschien kunnen die dan naar Davitamon-Lotto.”

Vind je het normaal dat de UCI een licentie toekent aan een sponsor die 21 renners en evenveel personeelsleden gijzelt omwille van een financieel dispuut ?

“Op het moment dat de licenties werden uitgedeeld, waren er slechts veertien kandidaten. En Omega Pharma is een beursgenoteerd bedrijf en dus een uithangbord voor de UCI. Ik ben natuurlijk betrokken partij, maar de UCI had eerst de belangenvermenging tussen de twee ploegen moeten onderzoeken voor ze een licentie toekende. Nu is het omgekeerde gebeurd. De UCI had van Omega Pharma ook kunnen eisen dat het dat miljoen moest betalen in afwachting van een uitspraak van de rechtbank.”

Je zit 25 jaar in het vak. Hoe raakt deze zaak jou persoonlijk ?

“Ik weiger om ziek te worden, maar het vreet aan mij. Davitamon was een product waar ik fier op was, een enthousiaste sponsor. Maar ik heb veel geleerd. Ik teken geen enkel contract meer met een sponsor zonder dat ik het aan een jurist toon. Soms denk ik dat ik in de val gelokt ben. Toen we het moedercontract met Omega Pharma tekenden, lieten zij het helemaal uitpluizen door hun juridische dienst. Wist ik veel dat Omega Pharma die opties in hun voordeel liet beschrijven. Zij konden ieder jaar het sponsorcontract opzeggen, terwijl wij blijkbaar moésten verlengen.”

Ben je naïef geweest ?

“Lomp, ja. Vooral als ik bekijk wat ik allemaal voor Davitamon deed. Ze zijn altijd als een medehoofdsponsor beschouwd. Denk je dat ze er bij Quick Step altijd even blij om waren dat Davitamon met dubbel zoveel genodigden kwam opdagen terwijl ze de helft minder betaalden ? Wij lieten dat allemaal toe. Het is hun goed recht om een contract op te zeggen, maar de manier waarop ze me nu aanpakken, dát neem ik persoonlijk. Ik word hier meegesleurd in een stroom, die nog stinkt ook. En dan denk je : is dat mijn dank ?”

Je bedoelt dat ze rancuneus zijn ?

“Die mensen hebben nog nooit ‘neen’ gehoord. Ze hebben een bediende die hier al vier jaar werkte ingepalmd. Drie weken voor zijn vertrek hadden ze er al mee onderhandeld, wat betekent dat hij alles wat hier binnen staat, kon kopiëren, tot de contracten van de renners toe. Ik spreek met de juniorenploeg Waasland. Die mensen zeggen toe, maar ik stuit op José De Cauwer, die daar alle sponsors kent en de kant van Davitamon-Lotto gekozen heeft. Voor wie of voor wat, dat weet ik niet, maar ik weet wel dat ze een juniorenploeg op tien kilometer van mijn deur komen halen om mij een beetje te treiteren.

“Ál mijn sponsors lopen ze af. Een transporteur in Amsterdam die mijn vrachtwagens levert, belt me op : ‘Omega is bij mij geweest. Jij beslist’, zegt hij. Maar Omega is een potentiële klant voor die man, ik kan hem toch moeilijk zeggen dat hij moet weigeren ? Ik heb gezegd : ‘Geef ze een camion en zeg erbij dat Patrick Lefevere zich niet verlaagt tot hun niveau.’ ( Met indringende blik.) Want de oorlog wordt gestreden op het sportieve front. En daar ga ik winnen.”

door Loes Geuens

‘Ik heb nul komma nul respect voor de rechtbank van de bond.’

‘Tom Boonen zal wel eens denken : wat bazelt die Lefevere daar allemaal ?’

‘Ik word hier meegesleurd in een stroom, die nog stinkt ook. En dan denk je : is dat mijn dank ?’

‘De oorlog wordt gestreden op het sportieve front. En die ga ik winnen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content