Annick Devriendt, de echtgenote van Beerschotspeler Peter Van der Heyden, werd onlangs met het

West-Vlaamse Showteam ‘Belgisch kampioen’ waterskiën en opent deze maand een interieurzaak in Brugge.

‘Ik kan niet afhankelijk zijn’, zegt ze. ‘Kopen met zijn geld, dat vond ik verschrikkelijk.’

A nnick Devriendt: “Het beeld dat veel mensen van een spelersvrouw hebben, is dat van Victoria Beckham of van die van Wayne Rooney, vrouwen die volledig afhankelijk zijn van hun man en die graag hun dagen vullen met shoppen en zo. Maar ik kan dat niet. Ik heb uitdagingen nodig in mijn leven, ik wil zelfstandig en onafhankelijk zijn.

“Wellicht is dat de reden waarom ik dolgelukkig was toen we na vier en een half jaar Duitsland naar huis terugkeerden. De laatste maanden waren er echt te veel aan. Ik was precies een marionetje geworden: voltijds bezig met het huishouden, met de kinderen en met mijn man; dag in, dag uit. Het was een sleur geworden waarin ik mezelf kwijtraakte. Ik wist niet meer wie ik was. Ook Peter zat op dat moment in een emo-tioneel heel zware periode. Het klikte niet meer met zijn trainer bij Mainz; hij was geblesseerd geweest aan zijn linkerpatellapees, was tot in Oostenrijk, Zwitserland en Servië geweest om zich daarvoor te laten behandelen met kleiverbanden en allerlei brouwsels en moest toen voor een hogedrukkamer ook nog telkens naar Wiesbaden rijden. Hij was moe, ik was moe en met die twee kleine monsterkes die elke ochtend al wakker waren tussen halfvijf en vijf uur er nog bij, was het net alsof ik geleefd werd. Er zat niets meer in mij. Terwijl ik normaal juist heel actief en ondernemend ben.

“Maar sinds ik weer ben beginnen te waterskiën en vooral sinds ik een zaak aan het opstarten ben, herleef ik helemaal. Ik moet mijn eigen ding kunnen doen en in Duitsland was ik veel te afhankelijk van mijn man. In het begin had ik het enorm moeilijk om naar de winkel te gaan en daar dingen te kopen met zijn geld. Dat vond ik verschrikkelijk. Dan zijn we getrouwd en dat maakte het wel enigszins anders, maar toch: eigenlijk slaagde ik er nooit in om dat helemaal van mij af te zetten. Ik aanvaardde het wel, maar toch knaagde het. Zo ben ik.”

Sensobjekt

“Voor we naar Duitsland vertrokken, hield ik danscafé Jan Breydel open op de Platse van Sint-Andries. Ik kom uit een familie van zelfstandigen. Mijn mama is zelfstandig kapster, mijn papa was tot drie jaar geleden eigenaar van het Klein Strand ( camping & recreatiepark in Jabbeke, nvdr) en zelf wou ik ook al snel op eigen benen staan. Dat is de reden waarom het nu weer kriebelt.

“De horeca was geen optie meer, want wanneer ben je dan nog thuis? Ik koos voor kinderen en in de eerste plaats ben en blijf ik mama, daarom zal ik woensdag gesloten zijn. Maar door die zaak vond ik wel mezelf terug. Interieur boeide mij altijd al, maar het is meer dan een gewone interieurzaak. Zo ben ik ook wel. Sensobjekt is een totaalconcept: ecologische gietvloeren, verlichting, domotica, designmeubels van ontwerpers die mij aanspreken, en kunstwerken van onder meer HannesD’Haese. Het geeft mij een nieuw doel in mijn leven.

“Eigenlijk stelde ik mij de voorbije jaren volledig ten dienste van Peter. Ik steunde hem altijd in alles wat hij deed; en het is raar, maar je doet het automatisch: gezond eten in huis halen, vroeg gaan slapen, de dag van de match zorgen dat je weg bent met de kinderen zodat hij kan rusten, je lééft er gewoon naar. Vanaf 15 oktober, de dag waarop de winkel opengaat, zal het anders zijn. Ik zal ’s zaterdags weg zijn, maar ik zal er natuurlijk wel voor zorgen dat er een kinderoppas is.”

Cercle

“Door Peter ben ik jarenlang natuurlijk vaak op Club geweest, maar als kind ging ik altijd mee met mijn papa naar Cercle. In die tijd kregen we thuis ook veel voetballers over de vloer, zo herinner ik mij onder meer Alain De Nil en Josip Weber. Dat kwam omdat papa met pekel werkte. Hesp wordt in zoutwater gelegd om te pekelen en als de hesp eruit is, kan je het zoutwater met bloed van die hesp erin opwarmen en gebruiken om verbanden mee te leggen. Mijn vader zorgde er altijd voor dat hij pekel in huis had. Het was vies en het stonk maar het werkte wel. Ik ervaarde het zelf toen ik mijn enkel omsloeg en mijn gewrichtsbanden volledig verrokken bleken te zijn. In plaats van zes weken in het gips ging ik in de pekel en na een week ging ik al mee naar het voetbal, de trappen op, en na drie weken ging ik weer lopen in de duinen. Henk Houwaart bracht geregeld spelers mee om ze in de pekel te steken. Toen ik zeventien was, kwam Ebou Sillah zelfs bij ons wonen; en ving ik hem op als een broer.”

Swivel

“Maar ik ben toch vooral opgegroeid met waterskiën. Mijn papa is een boerenzoon die geen toekomst zag in de boerderij. Toen er in 1967 naar aanleiding van de aanleg van de autosnelweg in Jabbeke uitgravingen gebeurden en daar water in kwam te staan, is hij beginnen na te denken. Hij is iemand die altijd verder kijkt dan zijn neus lang is en dat kreeg ik een beetje van hem mee. Ondernemen, dingen zien en er dan echt volledig voor gaan. Hij startte met camping Klein Strand en trok onder andere naar Florida, het mekka van het waterskiën, om ideeën op te snuiven, shows te gaan bekijken en Amerikanen naar hier te halen.

“Ik ben zelf beginnen te waterskiën toen ik drie jaar was. Van ’s morgens tot ’s avonds zat ik in mijn jeugd mee in het water en in de boot, bij goed en bij slecht weer. Elk jaar gingen we in Florida naar Betty Bonifay, dé madam in Amerika van de swivel. Dat is de discipline op één ski waarop je je voet 360 graden kunt draaien, een beetje ballet op het water. Mijn papa was enorm gedreven en dat gaf hij aan mij door. Toen ik zestien was en ’s winters in het bureau dozen met krantenartikels aan het klasseren was, ontdekte ik dat hij in 1970 op waterski’s het kanaal had overgestoken – Oostende-Ramsgate-Oostende. Ik zei: ‘Dat wil ik ook doen!’ Waarop hij: ‘Daar mis jij karakter voor!’ Ik ben meteen beginnen te trainen en een jaar later, op 13 september 1997, was het eindelijk zover: 2 uur 51 heen en 2 uur 49 terug. Dat is toen zelfs uitgebreid op tv gekomen. De vader van Yves Vanderhaeghe werkte in die tijd bij het botenmerk Mirage en hij heeft mij toen het Kanaal overgetrokken.

“Nu ben ik dus ‘hervallen’ ( lacht). Begin september wonnen we met het West-Vlaamse Showteam de showhappening van Waterski Vlaanderen, eigenlijk het Belgisch kampioenschap; en volgend jaar in september willen we met de Belgische ploeg deelnemen aan het wereldkampioenschap in Janesville (Winsconsin). In Europa zijn we top, maar om het Amerikaanse niveau te halen, zullen we nog heel veel moeten trainen. Bovendien moeten we om die WK-deelname in de Verenigde Staten te kunnen bekostigen aan 75.000 dollar zien te raken. Daarvoor zullen we activiteiten organiseren en sponsors zoeken.”

Rust

“Eigenlijk verlang ik tot Peter stopt met voetballen. Mijn gevoel zegt: ‘ Venteke, hou ermee op en begin in de zaak.’ Ik merk dat hij er nu veel meer voor moet doen en laten dan vroeger. Hij is 35 en dat scheelt qua recuperatie. Zijn lichaam heeft meer rust nodig. Soms voel ik compassie met mijn eigen man, dan denk ik: ocharme manneken, hang toch gewoon je schoenen aan de haak, dan heb je daar allemaal geen last meer van.

“Vorig seizoen bij Club Brugge zette hij de kinderen om kwart voor negen aan de school af om tegen negen uur op de club te zijn. Nu vertrekt hij om kwart over zeven naar Antwerpen en als hij thuis komt, is hij moe en moet hij rusten. Vroeger gingen we op zondag eens weg, maar nu moet ik dat niet meer vragen. Dan kruipt hij ’s namiddags in zijn bed en dat doet hij ook op zijn vrije maandag. Hij wil en mag niet falen natuurlijk. Maar iedereen weet dat hij niet meer zoals tien jaar geleden heel de wedstrijd de flank op en af kan lopen; en zeker in het begin van het seizoen is het voor hem altijd enorm zwaar. Dat neemt niet weg dat ik nog altijd even trots ben op mijn man! Hij is nog altijd goed in wat hij doet en hij doet het ook graag!

“Het is anders geworden. Ik zie en ik voel dat het einde in zicht is. Of hij helemaal tevreden is met zijn carrière weet ik niet. Waarschijnlijk wilde hij nog meer. Het had gekund, waren bepaalde grote transfermogelijkheden destijds bij Club Brugge niet geblokkeerd geweest en was hij in Duitsland niet geblesseerd geraakt.”

Gezin

“Ik vind dat hij heel tevreden mag zijn. Er zijn veel goeie voetballers die nooit naar het buitenland raken en hij kon toch de stap zetten naar een mooie en sterke competitie als de Bundesliga. Chapeau dat hij daarin meedraaide.

“Duitsland zit wel een beetje in mijn hart, moet ik bekennen. De mentaliteit, de punctualiteit, het respect. De natuur, de voeding, de levenskwaliteit. Mijn ervaring is ook dat ze er kinderen niet meteen pillen of antibiotica geven, maar hen eerst op een alternatieve, natuurlijke manier proberen te genezen. Ik vind het fantastisch. Ze nemen alles ernstig en de familie staat er op de voorgrond, ook in het voetbal: het gezin van de speler komt op de eerste plaats. Er is bijvoorbeeld opvang voor de kinderen en een keer per maand wordt er iets voor de vrouwen georganiseerd. Eens gaan golfen, eens ontbijten samen, eens gaan sporten. Voelt een vrouw zich goed, dan straalt dat op de speler af. Maar in België zijn er vrouwen van buitenlanders die meer in hun land zitten dan ze hier verblijven, omdat ze zich hier niet goed voelen. Hoe moet die speler zich dan voelen? In Duitsland is dat geweldig, zowel in Wolfsburg als in Mainz ervaarden we dat, zelfs tijdens dat jaartje in tweede. Daar komt bij het begin van het seizoen iederéén samen: vrouwen, kinderen, spelers, bestuur, iedereen. Dat was telkens één grote familie. Het zijn bedrijven, maar dat laten ze niet merken. Hier krijg ik het gevoel dat het ook bedrijven aan het worden zijn, maar dat in sommige clubs het familiale ver te zoeken is.

“We maakten in Duitsland uiteraard ook minder fijne momenten mee, maar ook die neem je als een verrijking mee in je rugzakje. Ik ben blij dat ik het allemaal meemaakte. Ik zou het opnieuw doen, mocht het te herdoen zijn, maar nu ben ik o zo blij dat ik terug hier ben.”

Media

“Veranderde het voetbal Peter? Absoluut. In zijn beginjaren bij Club Brugge, toen ik hem leerde kennen, was hij soms echt niet goed van de quoteringen die hij in de media kreeg. Daar is hij volwassener in geworden. Hij kan dat beter relativeren, hij weet hoe het werkt. Kranten leest hij ondertussen niet meer. Er komen er geen in huis en op de club kijkt hij er niet naar. Maar voor veel mensen is wat erin staat de waarheid, hé.

“Natuurlijk, in Duitsland is het nog erger. Zeker vedetten moeten in hun privéleven heel erg opletten wat ze doen. Zelf leerden we ook heel voorzichtig te zijn. Vorig jaar gingen we met vrienden naar de kerstmarkt in Brugge, Peter dronk de hele avond chocomelk en om elf uur vertrokken we naar huis omdat hij tijdig in bed zou kunnen kruipen. Maar toch zetten onze vrienden de foto’s waarop hij stond niet op Facebook omdat je nooit weet hoe mensen ermee omgaan.”

Gat

“De dag dat Peter stopt, zal hij het voetbal zeker missen. Maar zijn grote voordeel is dat hij dan meteen kan meestappen in de zaak. Hij zal niet in een zwart gat vallen en dat is maar best, want dat zou hij niet aankunnen, denk ik. Hij kende in zijn loopbaan wel zware emotionele momenten, zeker toen hij bij Wolfsburg problemen kreeg met Felix Magath, maar tijd om in een gat te vallen is er voor een voetballer niet: je moet op de club zijn, je moet bij de dokter zijn, je moet altijd maar blijven doorgaan, ook al ben je ziek, ook al ben je moe en ook al heb je geen goesting. Telkens als we op reis gaan, is Peter ziek. Waarschijnlijk is dat de spanning die van hem valt: dan mág je ziek zijn. Hij zal het voetbal wel missen, maar volgens mij zal hem dat in zekere zin ook bevrijden.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: JELLE VERMEERSCH

“Duitsland zit een beetje in mijn hart. Het gezin van de speler komt er op de eerste plaats.”

“Peter zal niet in een zwart gat vallen en dat is maar best, want dat zou hij niet aankunnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content