Meer dan 20 jaar al zijn Michel Louwagie (AA Gent), Herman Van Holsbeeck (Anderlecht) en Luc Devroe (KV Oostende) als manager actief in het Belgische profvoetbal. Sport/Voetbalmagazine bracht hen samen en peilde naar hun strafste verhalen. Een blik achter de schermen van 20 jaar topvoetbal in België.

Verbaasd stellen Herman Van Holsbeeck (62), Michel Louwagie (60) en Luc Devroe (50)vast hoe van de achttien eersteklasseclubs van twintig jaar geleden er nog slechts zeven overgebleven zijn. Germinal Ekeren (dat als derde eindigde) bestaat niet meer, RWDM (toen vierde) is heropgestart in vierde klasse, waar ook Harelbeke (toen elfde) nu voetbalt. Het KV Oostende van Luc Devroe zou dat seizoen de eindronde in tweede klasse spelen.

Devroes verhaal toont hoe iemand toevallig clubmanager wordt. De ene dag was hij nog keeperstrainer en derde doelman, de volgende ochtend ging hij aan de slag als manager. KVO was op trainingskamp in het West-Vlaamse Hooglede toen op 2 januari 1996 om middernacht toenmalig voorzitter Eddy Vergeylen bij hem aan tafel kwam zitten. Oostende was net gezakt uit eerste klasse en had een financiële kater met te zware spelerscontracten.

LUC DEVROE: ‘Vergeylen zei: ‘Je moet stoppen als keeperstrainer, ik heb je nodig als crisismanager. We hebben 100 miljoen frank (ongeveer2,5 miljoen euro, nvdr) schuld.’ De bedrijfsrevisoren hadden hem aangeraden de boeken neer te leggen, maar dat wilde hij niet. Ik kreeg maar één opdracht: zo veel mogelijk spelers wegdoen en de loonmassa in orde krijgen voor tweede klasse. Zes maanden ben ik dag en nacht de baan op geweest om spelers te verkopen.’

HERMAN VAN HOLSBEECK: ‘Na een carrière als speler en als trainer wilde ik iets anders. Bij Woningbouw Vermeersch kreeg ik een kans. Ik was zes maanden aan de slag toen Johan Vermeersch samen met de Compagnie Immobilière de Belgique (CIB) RWDM overnam. Een jaar later lag Johan in de clinch met de mensen van de CIB, die als aandeelhouders een grotere inbreng hadden dan Vermeersch. Op een dag kwamen die naar mij en zeiden: ‘Ofwel trekken we de stekker eruit, ofwel kom je bij ons werken en dan gaan we door.’ Ik heb dat toen gedaan. Tot ik twee jaar later naar Lierse trok, waar ik vier jaar bleef. Twee keer is Anderlecht komen aankloppen. De eerste keer had ik mijn woord gegeven aan toenmalig voorzitter, wijlen Gaston Vets, zes maanden later ben ik ingegaan op de tweede vraag.’

MICHEL LOUWAGIE: ‘Ik ben in 1989 in contact gekomen met de schoonzoon van de vorige voorzitter, Jean Van Milders.De vorige manager, Filip Benoot,was een student van mij geweest aan het sportkot. Toen dacht ik: dat zou iets voor mij zijn, want heel mijn leven aan de universiteit blijven zei me niet veel meer. Ik ben toen zeker bij tien verschillende bestuurders moeten gaan solliciteren en testen afleggen bij HR-bedrijf De Witte & Morel. Zo ben ik 26 jaar geleden, in februari 1990, als coördinator aan de slag gegaan. Toen waren er niet zo veel clubmanagers in het profvoetbal. In 1993 kreeg ik de titel van manager, in 2005 ben ik afgevaardigd bestuurder geworden.’

GEPENSIONEERDEN

Hoe was het profvoetbal toen?

HERMAN VAN HOLSBEECK: ‘Toen ik begon op RWDM was dat met een paar gepensioneerden voor de ticketing en de jeugdwerking. Ik heb een aantal voorzitters gekend die het voetbal bekeken als amusement, maar het was wel een hobby die sommigen bijna verplichtte hun huis te verkopen. Als je elk jaar vaststelt dat de uitgaven veel hoger zijn dan de inkomsten, heb je een probleem. Ik kon maar één keer Wesley Sonck verkopen aan Germinal Ekeren, ik kon maar één keer de gebroeders Laeremans verkopen aan Lierse. We hadden gemiddeld 4000, 5000 man, maar slechts de inkomsten van 1500 tickets. Daar kreeg je maar geen controle op.’

MICHEL LOUWAGIE: ‘Het sportieve was niet voor mij. Gent had in die tijd veel operationele bestuurders: één voor het commerciële, één voor de administratie, één voor het financiële en één voor het sportieve: Ivan De Witte.De coördinator moest al die gegevens coördineren en naar de voorzitter brengen. Management bestond niet. We hadden een paar schooldirecteurs voor de ticketverkoop en de bondsadministratie. Financieel wisten we dat we op het einde van het jaar een goed half miljoen euro te kort zouden hebben. Daarnaast moesten we in 1991 een nieuwe tribune bouwen, met een mooi businessplan maar te weinig inkomsten. Met andere woorden: op het einde van elk jaar moesten we een speler verkopen.’

LUC DEVROE: ‘Ik deed aanvankelijk enkel het sportieve, spelers verkopen. Het water stond ons aan de lippen. Naast de voorzitter was er nog een advocaat en een penningmeester, die intussen schepen is in Oostende. Die hadden een fulltimejob en vergaderden elke dinsdagavond in een Oostends hotel, waarna ze bleven plakken tot twee uur ’s nachts.’

VAN HOLSBEECK: ‘Voorzitter Gaëtan Piret had hogere studies gedaan, maar wist niet dat een bal rond was. Ik ben de eerste die een speler uit België naar China heeft gebracht: Harold Deglas,die toen bij RWDM op een zijspoor zat. Bij Lierse was het omgekeerd. Daar was ik lang een manager die niets te zeggen had over het sportieve. Toen heb ik gezegd: van de 1000 zitjes in de nieuwe tribune ga ik er 700 verkopen. Op een dag ben ik op de raad van bestuur gaan zeggen dat ze alle 1000 verkocht waren. Vets werkte toen maar met één makelaar, Walter Mortelmans. Toen er problemen waren met de afbetaling van de nieuwe tribune ben ik met de hulp van een Turkse makelaar TomaszZdebel, Hans Somers en Walter Meeuws gaan verkopen in Turkije. Opbrengst: 200 miljoen frank, zo’n 5 miljoen euro. Toen beseften ze: die kent daar wel iets van.’

DEVROE: ‘Mijn eerste uitgaande transfer was Nico Claesen die naar Sint-Niklaas ging. Nico was toen heel kwaad op mij. Een maand eerder zat ik nog met hem in de kleedkamer, plots moest ik hem zeggen dat hij weg moest omdat hij te veel verdiende. Een netwerk had ik niet. Wel de hulp van toenmalig makelaar Carl Takacs, die een aantal spelers in zijn portefeuille had, maar ook een aantal trainers, onder wie die in Sint-Niklaas en die in Harelbeke. Mijn eerste inkomende transfer was Nourredine Hamouch van Borgerhout, die we een maandloon van 20.000 frank (500 euro, nvdr) gaven. Voor dat bedrag moest hij zelf elke dag van Antwerpen naar Oostende komen.’

LOUWAGIE: ‘Tot 1993 was ik aanwezig bij transfers zonder dat ik iets te zeggen had. Zo haalde Gent international Marc Van der Linden bij Anderlecht. Het bestuur wist van niets, Van Milders had dat geregeld. Wij betaalden 34 miljoen frank aan Anderlecht, met zijn loon erbij kwam dat omgerekend op 1,25 miljoen euro. Eigenlijk veel te duur voor Gent, maar we waren net derde geworden en zouden Anderlecht gaan beconcurreren… (lacht) De eerste transfer die ik zelf deed, was Suad Katana in 1994. Op de terugweg van Genk werd ik door de politie tegengehouden omdat ik 150 kilometer per uur reed. Ik was zo moe van die onderhandelingen dat de politie me liet doorrijden. Spelers verkopen en kopen, dat moet je leren. Het is niet voor niets dat mijn twee collega’s hier aan tafel uit de bouw komen.’

DEVROE: ‘Ik verkocht al appartementen van toen ik zestien was. Ik ben altijd in de immobiliën bezig geweest naast het voetbal, op mijn periode bij Club Brugge na. Deze zomer ga ik opnieuw voltijds voor het voetbal.’

VAN HOLSBEECK: ‘Vermeersch had zo lang ruzie gemaakt met de CIB dat iedereen al op trainingskamp was toen wij begonnen. Niemand wilde RWDM trainen. Toen heb ik Daniel Renders genomen en hem gezegd: ik weet niet wat er hier gaat gebeuren, we gaan dit samen doen en ik laat u nooit vallen. Ik heb hem later moeten ontslaan, maar onze vriendschap heeft daar niet onder geleden. Later is hij naar Anderlecht gegaan. Hij ligt aan de basis van mijn komst naar daar. Mijn eerste inkomende transfer was Michel Rasquin van Sprimont.’

PISPALEN

Waar zijn jullie het meest trots op in jullie carrière?

VAN HOLSBEECK: ‘In het begin begon het publiek na twee slechte matchen al te roepen om Michel Verschueren. Op een bepaald moment vertrekt Aruna Dindane naar Ivoorkust en zegt: ‘Nooit speel ik nog voor Anderlecht.’ Na een gewonnen wedstrijd tegen AA Gent zeg ik op een persconferentie dat Dindane wel zal terugkeren. De maandag roept Constant Vanden Stock me en vraagt: ‘Menneke, hoe gaat ge dat doen?’ Ik heb dan het vliegtuig genomen, heb mensen ingeschakeld die dicht bij hem stonden en die intussen vrienden geworden zijn. Resultaat: Dindane is teruggekomen en heeft nog gespeeld.

‘Ik heb daar geleerd dat ruzie maken met een speler meestal niet de beste oplossing is, want als die tegen zijn goesting moet blijven, verliezen beide partijen, club én speler.

‘Ik herinner me ook de transfer van Mbo Mpenza,achter wie iedereen aanzat. Niet alleen wij, ook Club Brugge en Standard. Ik heb ook de andere kant van de medaille gezien. Met FrançoisSterchele schud ik op de trappen van het stadion de hand voor de foto en een dag later tekent hij bij Club Brugge. Doorgaans zijn wij de pispalen, omdat wij de mensen zijn die de niet toffe beslissingen moeten nemen en meedelen. Als het moeilijk gaat, ben ik op mijn best. De dag dat ik die drive, die focus niet meer heb, is het tijd om te stoppen. Die dag ga ik eens uitleggen wat er in het geval van Anthony Vanden Borre echt gebeurd is.’

Je mag dat nu ook doen, Herman.

VAN HOLSBEECK: ‘Ik kan de journalisten begrijpen die me zeggen: ‘Herman, hoe kun je in zo’n crisis toch nog de deur openzetten voor Vanden Borre?’ Als ik dat doe, heb ik daar een zéér goeie reden voor, maar die reden kan ik vandaag niet uitleggen. Nicklas Pedersen valt nu Michel aan: Michel zal wel weten hoe het in zijn werk gegaan is.’

LOUWAGIE: ‘Wij hebben die beslissing samen genomen, met voorzitter, trainer, medische staf, technisch coördinator en ik. Ik heb dat aan Nicklas en zijn managers gecommuniceerd, in aanwezigheid van onze jurist. Ik heb hem gezegd: ‘Je bent een topper, maar fysiek te weinig voor AA Gent.’ Als ik alle trainers bij de club, twintig in totaal, overloop, zijn er zeer weinig geweest die zelf tegen een speler gezegd hebben: ga maar. Op één na: MirceaRednic.Die zei: die en die moet weg. Logisch, want de trainers moeten elke dag met die mannen werken. Ondertussen roept het publiek wel: ‘Louwagie of Van Holsbeeck buiten!’

‘De eerste keer dat ik dat hoorde, was in 1997 in Harelbeke. Toen stonden Ivan De Witte en hoofdsponsor Frans Verheeke pal achter mij, en dat is gelukkig altijd het geval geweest bij Gent. Ik was de boeman, maar ik ben altijd voluit gesteund van bovenaf. Dat is het allerbelangrijkste, anders kun je niet blijven werken. Dat was de afspraak: jij zegt hoe het moet, wij beschermen en steunen je.’

DEVROE: ‘In oktober 1998 moest ik Dennis van Wijk ontslaan om hem te vervangen door Jean-Marie Pfaff.Ik had Dennis zelf binnengehaald en ik had nog met hem gespeeld bij Club. Ik kende hem ook privé, en dan moet je die man op een woensdagmorgen gaan zeggen: afgelopen. Dat was niet mijn keuze, maar ik was wel de woordvoerder. Vijftien jaar later was ik wel zijn getuige op zijn huwelijk.’

VAN HOLSBEECK: ‘Wij hadden in een moeilijke periode Nicolás Frutos gekocht in Argentinië. De eerste wedstrijd op Beerschot vindt plaats op een bevroren veld, terwijl Frutos nog nooit in zijn leven een bevroren veld had gezien. Wij verliezen daar, Frutos glijdt de hele tijd weg en raakt geen bal. Heel het Anderlechtvak scandeert: ‘Michel Verschueren!’ Ik denk: als we dat niet snel kunnen omdraaien… Een week later spelen we thuis tegen Cercle, we staan 0-2 achter en Frutos maakt plots twee goals. Toch blijf ik onder druk, zodat de politie me voor een thuismatch tegen Genk vriendelijk vraagt om mijn auto elders te parkeren. Die wedstrijd winnen we met 4-1 en Frutos speelt de pannen van het dak. Dat jaar worden we kampioen. Ik wil maar zeggen: op cruciale momenten moet je afdwingen met resultaten dat de crisis weer wegebt. Anders komt er een machine in gang, ook naar een trainer toe, die je niet meer kunt tegenhouden.’

‘Of neem het jaar waarin we MbarkBoussoufa verkochten en derde werden. Net voor de fandag zijn we bezig met DieumerciMbokani en MilanJovanovic.Ik zeg tegen de voorzitter: ‘Als je wilt, stellen we Jovanovic morgen voor, maar dan gaat hij geld kosten. Als we wachten, krijg ik hem een stuk goedkoper, maar dan kunnen we niemand aan het publiek voorstellen op de fandag.’ We kiezen voor optie twee. Er zit 15.000 man, de voorzitter neemt de microfoon. Zodra ik de dug-out uit stap, begint iedereen te joelen. Ik ben terug naar binnen gegaan. De voorzitter is me in mijn bureau komen opzoeken en heeft me gezegd: ‘Trek het je niet aan. Zolang je zo voortwerkt, mag iedereen tegen jou zijn, ik zal achter je staan en je blijft.’ Twee weken later waren Jova en Mbokani er, en met hen werden we twee keer kampioen.’

STERCHELE

Luc, jij hebt zowel de kelder van tweede klasse als de top met Club Brugge meegemaakt.

DEVROE: ‘Mijn eerste match met Club was op 2 maart 2007 op GBA, waar we met 4-0 verliezen, met twee goals van Sterchele en twee van Jurgen Cavens. Die maandagavond krijg ik telefoon dat een van mijn spelers na die nederlaag op tafel had staan dansen, stomdronken was en vervolgens zijn auto in de prak had gereden. Het was het einde van het tijdperk TrondSollied en van een generatie spelers die alles gewonnen hadden en vooral dertigplussers waren. We moesten van nul af aan herbeginnen.

‘Ik ben maar één keer in mijn leven ontslagen: bij Club. Niet alleen ik ben toen geslachtofferd. De aandelen zijn toen heel snel van de vzw naar de nv gegaan, eigenlijk hebben ze de club zomaar weggegeven. Met Marc Coucke was zoiets niet gebeurd. Ik heb het contract van Omega Pharma als hoofdsponsor nog getekend in 1997, toen we promoveerden naar eerste klasse. Marc was amper 31 en lid van de vzw KVO.’

Je hebt als manager van Club wel Sterchele weggehaald onder de neus van Herman.

DEVROE: ‘Wat jullie niet weten, is dat toen Sterchele onderhandelde met ons en met Anderlecht, hij al getekend had bij Standard. Alleen was Luciano D’Onofrio van plan om te wachten tot 31 augustus, omdat hij de vraagprijs van Jos Verhaegen niet wilde betalen aan GBA. Sterchele had een voorcontract onder opschortende voorwaarden dat er eerst een akkoord moest komen met GBA. Standard kwam niet tot een akkoord, Heerenveen evenmin. Bij ons was dat in 24 uur rond, met dank aan de factor Jacky Mathijssen,die zijn trainer was geweest bij Charleroi. Ik ben naar Antwerpen gereden en was snel rond met Jos Verhaegen. Wij waren toen op het juiste moment op de juiste plaats.’

Hoe gaan jullie door de band genomen met trainers om?

LOUWAGIE: ‘Een trainer die zijn job kent, moet je laten doen. Als je coach leiding kan geven, loopt dat goed. Dan moet je niet in elkaars vaarwater zitten. Eén keer per week hebben we een vergadering, de voorzitter, de trainer, Gunther Schepens en ik. Voor de rest volgt Gunther het sportieve van nabij op.’

DEVROE: ‘Ik heb een bureau laten bouwen op De Schorre. In principe heb ik nog een job naast het voetbal, dan is het goed dat ik op de momenten dat ik in Oostende ben, dicht bij de trainer en de spelers ben. Dan wil ik ook voelen wat er gebeurt. Ik stond altijd dicht bij de trainers.’

VAN HOLSBEECK: ‘Ons principe is: elke dag moet de coach de nabijheid van het bestuur voelen. Pas dan kun je aanvoelen wanneer je moet ingrijpen. Besnik Hasi heeft het ongelofelijk gedaan twee jaar geleden tijdens de play-offs, maar plots merk je dat de spelers die zich toen zo voor hem ingespannen hebben, het volgende seizoen dat niet meer kunnen opbrengen, om welke reden dan ook. Dan heb je volgens ons als trainer nood aan één of twee mensen die met je praten. Die zeggen: ‘Je hebt Matías Suárez vertrouwen gegeven en veel laten spelen, maar het loopt niet: zou je nu niet eens aan jezelf beginnen te denken?”

DEVROE: ‘Ik vind het belangrijk dat een club beslist in welke richting ze gaat. Het is levensgevaarlijk als een trainer de transferpolitiek bepaalt en binnen zes maanden zelf opstapt – waarna je met een half elftal zit dat hij wilde.’

LOUWAGIE: ‘Stel dat een trainer zegt: we nemen…’

… Mbark Boussoufa, om maar een naam te noemen…

(Van Holsbeeck en Devroe barsten in lachen uit)

LOUWAGIE: ‘Hein was geen vragende partij, dat klopt. Wij luisteren naar de staf en de scouts en dan hakken de voorzitter en ik de knoop door. Op maandag staat hij hier, maar op zondagavond wisten we nog niet dat het zou doorgaan. Wij hadden de trainer wel gezegd: jij communiceert! Bij Hein is de groep de vedette. Dat heeft hij ook gecommuniceerd naar Boussoufa: voeten op de grond!’

VAN HOLSBEECK: ‘Bij Anderlecht kunnen spelers als Vanden Borre, Suárez of Youri Tielemans in de ogen van het publiek niets verkeerd doen. Het probleem is dat de voorzitter en ik moeten proberen objectief de zaken te bekijken. Ik ben een fan van Youri, maar wij mogen geen rekening houden met sentimentele overwegingen. Op Anderlecht is de macht niet in handen van de spelers.’

DE ENGELSE MARKT

Zijn spelers moeilijker dan vroeger?

VAN HOLSBEECK: ‘Ze verdienen meer.’

LOUWAGIE: ‘Die Engelse markt, met die 2,2 miljard euro aan tv-gelden, beïnvloedt alles. Vorig jaar hadden wij als kampioen 6,8 miljoen aan tv-gelden. Wij hadden, als we dat gewild hadden, in januari veel van de elf basisspelers kunnen verkopen.’

DEVROE: ‘Ik ben in januari in Bolton geweest, laatste in The Championship, 175 miljoen pond schulden. Die spelers verdienen 12.000 pond (15.500 euro, nvdr) per week! Ik heb die deal afgeblazen omdat ik die speler niet goed genoeg vond voor ons.’

Gaan de spelers uit van Engelse normen?

LOUWAGIE: ‘Als het de spelers zelf niet zijn, dan wel hun makelaars.’

DEVROE: ‘Een paar weken geleden praatten we met een speler die het bij Lille niet zo goed deed en die gratis naar ons kon komen. We geven die een contract waardoor hij hetzelfde bedrag kan verdienen als bij Lille. Ik stuur dat door naar de makelaar, die antwoordt: ‘Mijnheer Coucke is miljardair, mijn speler moet het dubbele krijgen van wat jullie boden.’

‘We zijn hip. Als ik zie welke topclubs allemaal bij ons op de tribune zitten voor Oostende-Mouscron. Zit Fiorentina daar echt omdat die geïnteresseerd zijn in één van die 22 spelers?’

Wat maakt België zo interessant?

DEVROE: ‘Dat je hier dicht bij Engeland zit, dat er veel scouts bij ons in de tribunes zitten.’

VAN HOLSBEECK: ‘We hebben op het dieptepunt beseft dat er maar één oplossing is: met jonge spelers werken. Zelfs jij hebt dat nu begrepen, Michel.’

LOUWAGIE: ‘Absoluut. Als Anderlecht er hier één komt pikken, pak ik er één terug, al kost dat mij veel geld.’

VAN HOLSBEECK: ‘Doe maar, Michel, het succes van Gent trekt ons voetbal omhoog, want het zet ons scherp. Ik heb Roger Vanden Stock nooit zo scherp gezien als toen Gent kampioen werd. Want toen wisten we: nu moeten we reageren. Laat Oostende ook maar komen…’

DEVROE: ‘Onderschat onze voorzitter niet. Hoe hij de knop kan omdraaien. Onlangs speelden we thuis gelijk tegen Mouscron-Péruwelz, terwijl we net alle horecarecords hadden geklopt, met 157 procent meer omzet dan vorig jaar, en dan gaat hij toch op dat podium staan zingen.’

Wie volgt jullie op? Eén man of een heel team?

LOUWAGIE: ‘Je moet je laten omringen door topmedewerkers. Dat is het grote verschil met twintig jaar geleden.’

VAN HOLSBEECK: ‘Dat is nodig, maar wat is en blijft de corebusiness van een voetbalclub? Het voetbal. Daar ga je altijd specialisten moeten zetten.’

LOUWAGIE: ‘Het mag ook niet allemaal inteelt zijn, je moet een goed evenwicht hebben. Vroeger vond ik dat er in het voetbal te veel aan inteelt werd gedaan.’

PERISIC

Wat is de transfer waar jullie het meest trots op zijn, en welke gemiste transfer zal jullie altijd blijven achtervolgen?

DEVROE: ‘Een van de zaken waar ik op afgerekend ben, is de gemiste overgang van Jelle Van Damme in december 2010. Ik vlieg naar Engeland, heb een akkoord met Jelle, met zijn club, en toch gaat hij naar Standard. Het absolute dieptepunt was Sterchele. Een speler die verongelukt, dat is een dag die je nooit in je leven nog vergeet: 8 mei 2008.

‘Het meest trots ben ik op Antolin Alcaraz die zogoed als gratis en voor een salaris waar vandaag in Oostende nog amper voetballers voor spelen, naar Club komt. Maar op het WK in Zuid-Afrika was hij wel titularis voor Paraguay. En Ivan Perisic,over wie maanden gesproken is. Ik wilde Perisic in maart al, maar toen kwam Adrie Koster Jacky Mathijssen vervangen. Koster wilde Nederlanders, met Perisic kon hij niets doen. Een speler van 20 van Roeselare. In augustus is hij toch gekomen voor 200.000 euro. Afgelopen zomer is hij door Wolfsburg verkocht voor 22 miljoen en staat hij in de basis bij Inter.’

VAN HOLSBEECK: ‘Inkomend ben ik het meest fier op Jovanovic en Mbokani, gehaald om twee keer kampioen te worden, wat ons ook gelukt is. De grootste ontgoocheling was de mislukte transfer van Thorgan Hazard.In het voetbal loopt een heel smalle lijn. Al wat daarboven gebeurt, dat mag, ook al is het vaak op het randje. Al wat daaronder gebeurt, mag niet. Op een bepaald moment moet je je afvragen: ga je toch onder die lijn om iets te forceren, of niet? Op de avond van de Gouden Schoen was beslist dat Thorgan niet naar de uitreiking zou gaan, om een transfer te forceren. Toen heb ik de voorzitter gebeld en gezegd: ‘President, ik heb hier geen goed gevoel bij. Ook al wisten we wat we op onze kop zouden krijgen omdat noch Hazard, noch MichyBatshuayi zou komen.’

LOUWAGIE: ‘Toppers vind ik BryanRuiz en Laurent Depoitre. Die laatste doet me een beetje denken aan Lorenzo Staelens, ook een laatbloeier die eerst had gestudeerd. Als je alle resultaten van zijn fysieke testen zag, zijn VO2max, sprongkracht, snelheid… dan concludeer je: dit is uitzonderlijk. Omdat er een beetje twijfel was, heb ik hem drie jaar gegeven, terwijl we hem beter vier jaar hadden gegeven.’

VAN HOLSBEECK: ‘Als Ruiz op de laatste speeldag van de reguliere competitie de penalty scoort met AA Gent tegen Standard, dan worden de Rouches dat jaar geen kampioen en zit Ruiz waarschijnlijk bij ons.’

LOUWAGIE: ‘We hadden de prijs al afgesproken. Mijn slechtste ervaring was Edmilson Junior. Zijn twee makelaars samen vroegen een miljoen euro commissie. Dat vond ik echt niet kunnen.’

Nooit aan gedacht om zelf makelaar te worden?

DEVROE: ‘Vijf jaar geleden hebben ze het me gevraagd, maar ik heb het niet gedaan. Mijn job is voor mij een roeping. Makelaar worden niet.’

Mogi Bayat heeft wel de switch gemaakt.

VAN HOLSBEECK: ‘Hij en zijn broer hebben elk hun weg gevonden. Mehdi wordt een bekwame bestuurder, Mogi was voor die functie te impulsief, maar als makelaar heeft hij zijn verdiensten.’

LOUWAGIE: ‘Voor mij is een goeie makelaar er één die niet alleen het voordeel ziet voor zijn speler, maar ook voor de club.’

VAN HOLSBEECK: ‘Elke dag krijg ik vijf man aan de lijn die zich aan mij presenteren. Als ze uitgepraat zijn, vraag ik hen: wat kun jij voor mij doen om een speler te verkopen?

‘Voor wie zetten wij de deur open? Voor een makelaar die een speler die één miljoen waard is, kan verkopen voor drie miljoen.’

Wat is de meest rare transfer die jullie ooit gedaan hebben?

DEVROE: ‘Jamaïque Vandamme. Twee dagen na de zomermercato in 2005 belt de papa me met de vraag of zijn zoon bij Roeselare mag komen. Hij had met de beloften van Club en Anderlecht gespeeld, maar was administratief teruggekeerd naar provincialer Hermes Oostende. Ik zeg: oké, maar eerst met de beloften testen.’s Avonds belt de trainer van de beloften me: ‘Wat heb je nu gestuurd? Die is veel te goed voor de beloften, die moet met de eerste ploeg trainen.’ Jamaïque is nog altijd de duurste uitgaande transfer van Roeselare, verkocht voor 375.000 euro aan Roda JC.’

LOUWAGIE: ‘AhmedHossam,Midodus,werd pas achttien in 2001, maar hij was al bij ons in 2000. We kregen die aangesloten via een dossier familiehereniging. Op een dag zegt de papa: ‘Anderlecht biedt 30 miljoen frank tekengeld aan de speler om een contract te tekenen.’ Dus hebben we hem gauw een contract gegeven. Vond de papa veel te weinig, net als het tweede en het derde contract, maar zo wonnen we wel tijd. Uiteindelijk hebben we hem verkocht aan Ajax voor 4,5 miljoen euro. Ajax betaalde ook nog een miljoen euro extra tekengeld aan hem, wat Anderlecht niet wilde geven.’

VAN HOLSBEECK: ‘In Ivoorkust zien we een manneke dat op straat leeft: Cheick Tioté.We gaan later terug, organiseren een wedstrijd op het enige grasveld in Abidjan, de eerste keer dat Tioté voetbalschoenen aantrekt en op gras speelt: fe-no-me-naal. We brengen die mee, maar trainer Frankie Vercauteren zegt: die heeft vierkante voeten. Uiteindelijk heeft hij één wedstrijd gespeeld: de laatste CL-wedstrijd tegen Betis Sevilla. Vermits we nog geen punten hadden en we drie dagen later tegen Club moesten, stelde Vercauteren allemaal jongens op die nog niet veel gespeeld hadden. Op Yves Vanderhaeghe na. We winnen die match en Tioté wordt uitgeroepen tot beste man op het veld. Drie dagen later is hij niet eens meer bij de achttien op Club. Na dat seizoen lieten we hem samen met RolandLamah naar Roda JC gaan. Vandaar trok hij naar Twente, nu speelt hij al tien jaar in de Premier League. Dat was een speler van wie we meer genot hadden moeten hebben.’

DOOR THOMAS BRICMONT, GEERT FOUTRÉ EN PETER ‘T KINT – FOTO’S BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

‘Ik heb met Dindane geleerd dat ruzie maken met een speler meestal niet de beste oplossing is.’ – HERMAN VAN HOLSBEECK

‘We hadden de prijs van Ruiz al afgesproken met Anderlecht.’ – MICHEL LOUWAGIE

‘Terwijl Sterchele onderhandelde met Club en Anderlecht, had hij in feite al getekend bij Standard.’ – LUC DEVROE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content