Zaterdag speelt de Belgische voetbalploeg van geamputeerden zijn eerste wedstrijd ooit, tegen Nederland. ‘Je moet iets mankeren om hieraan mee te doen.’

De kleedkamer ligt bezaaid met benen. Sommige staan op de grond, gehuld in de pijp van een jeansbroek. Andere rusten op een steunplank aan de muur, op ooghoogte, waar gewoonlijk nooit benen liggen. Dit zijn kunstbenen. Hun eigenaars hebben ze even geruild voor een paar krukken uit de reuzentrommel die in het midden van de kleedkamer staat. Michaël Jacobs is erin aan het rommelen.

Jacobs is een van de mannen die vorig jaar een zoektocht begonnen naar mensen die een stuk been kwijt zijn maar toch nog graag willen voetballen. Het idee ontstond bij Vigo, het orthopedisch centrum waar Jacobs werkt. Vigo heeft ook een vestiging in Polen. Daar ontdekten Jacobs en enkele collega’s het AMP-voetbal, het voetbal voor geamputeerden. De sport ontstond ongeveer dertig jaar geleden in de VS en wordt inmiddels beoefend in zo’n dertig landen.

Jacobs en co begonnen bij Vigo proefkonijnen te zoeken en werkten met hen in september een eerste training af. Stilaan sijpelden ook vanuit andere hoeken geïnteresseerden het project binnen. Intussen komen zo’n vijftien mensen uit Vlaanderen en Wallonië twee keer per maand meetrainen. Vijftien man is te weinig voor een landelijke competitie, maar genoeg voor een nationale ploeg, waardoor het idee groeide om een vriendenmatch te spelen tegen Nederland, dat één maand vroeger met een gelijkaardig project begon.

Rare combinatie

Jacobs stapt naar het veld waar de voorlaatste training vóór de interland gaat beginnen. Het is een vreemd gezicht; dubbel zoveel krukken als spelers, broekjes waarbij uit de ene pijp een gewoon been komt en uit de andere niets of een stomp. “Voetbal en krukken, in het begin vond ik dat zelf ook een rare combinatie”, bekent Michel De Groote (54). “Maar ik besloot het toch eens te proberen.” Dat het bij hem weer begon te kriebelen, is niet verwonderlijk; als jonge gast speelde Michel in de derde klasse, bij Diegem, waar hij jaren ploegmaat was van ex-Anderlechttrainer Ariël Jacobs. “Tijdens de eerste tien minuten van mijn eerste AMP-training heb ik drie keer gedacht dat ik zou sterven”, lacht Michel. “Je moet eigenlijk iets mankeren om hieraan mee te doen, het is zó zwaar. Ik heb nochtans altijd gesport. Maar dankzij mijn prothese hoef ik in het dagelijkse leven bijna nooit krukken te gebruiken. Ineens moest ik ermee lopen én sjotten. De dag na die eerste training zat ik in mijn zetel en kon ik zelfs geen glas water meer opheffen. Maar twee dagen later ging het weer beter. En dus ben ik het blijven doen.”

Een andere wereld

De training begint. De spelers wordt gevraagd hun krukken op de grond te leggen, loodrecht ten opzichte van elkaar, in de vorm van een plusteken. Vervolgens moeten ze op hun ene been over hun krukken springen, in de vier vakken die hun krukken vormen. Daarna volgen loop- en baloefeningen. Het schot van Antonio de Liso verraadt een valide voetbalverleden, iets wat niet elke speler heeft.

Veertig jaar is Antonio, zoon van Italiaanse ouders. Op het veld neemt hij het voortouw. “Eigenlijk”, zo vertelt hij, “ben ik verlegen. Vandaar dat ik eerst dacht dat het niet bij mijn karakter zou passen om hier tussen te lopen. Maar eenmaal op het veld voel ik me niet meer geremd.”

De Liso verloor een been in 2010. “Ik werkte als lasser”, zegt hij. “Door een val op een werf brak mijn ene been in tweeën. Vijf operaties later werd er kanker in vastgesteld. Een stuk van mijn been moest binnen de week weg, anders zou ik doodgaan. Ik dacht dat alles gedaan was voor mij. De tranen stroomden uit mijn ogen. Ik zat in een andere wereld. Maar toen hoorde ik mijn moeder snikken. Dat bracht mij weer in de realiteit. Zij was net zelf geopereerd, aan haar wervelkolom, en mijn vader had al drie keer te maken gekregen met kanker. Ik mocht me niet laten gaan, anders zou ik mijn ouders meesleuren.”

Yoga

Leren leven met een handicap was niet makkelijk, vertelt Antonio: “Ik kreeg steun van iedereen die me in het ziekenhuis bezocht, van mijn familie en mijn goeie vriend Vincenzo, maar tot voor kort zat ik wel meestal thuis, met rond mij enkel die mensen en mijn vissen. Het AMP-voetbal haalt mij nu uit die monotone routine. Ik zie nieuwe mensen, ik heb weer een leven. Dit project opent ook mijn geest. Vroeger kende ik niemand anders die een been of arm kwijt was, ik zat opgesloten in mijn geval, in mijn problemen.”

Het AMP-voetbal doet hem denken aan zijn voetbaljaren vóór de amputatie, zegt hij. “Ik kon toen naar een eersteprovincialer maar de trainingen waren moeilijk te combineren met mijn werk. Vandaar dat ik bij een amateurclub bleef. Omdat ik zo veel werkte, keek ik er altijd naar uit om op het veld alles wat ik in de week opkropte uit mij te laten lopen. Voetbal was yoga voor mij, frisse lucht die naar binnen kwam. Dat heb ik nu opnieuw. Ik voel me weer beter in mijn vel. Dit geeft me meer respect voor mezelf, en kracht en plezier. Dat wil ik doorgeven aan andere mensen die een amputatie hebben ondergaan, zodat zij niet blijven thuiszitten. En de valide mensen doe ik graag even nadenken. Als ik zonder prothese, met mijn krukken, op een volle bus stap, is er geen enkele jongere die zijn plaats afstaat. Maar je moet in het leven niet enkel naar jezelf kijken. Dit kan trouwens iedereen overkomen. Wacht er niet op om daar eens bij stil te staan. En zelfs als dat gebeurt, is je leven niet voorbij. Het hoeft je niet te beletten te leven, plezier te maken.”

De hoop vullen

Plezier, dat is er bij het AMP-voetbal. Dat blijkt tijdens het wedstrijdje waarmee de training wordt afgesloten. Als Michel en een tegenspeler naar de bal toegaan, mondt dat uit in een botsing waarbij Michel op de grond valt. Bezorgde blikken kijken zijn richting uit, maar Michel krabbelt snel weer recht en roept al grappend: “Dan heb je maar één voet meer en dan trappen ze er nog op!”

De amusante sfeer neemt niet weg dat verscheidene spelers dit project heel serieus nemen, zeker Antonio en Michel. “We mogen niet afgaan tegen de Nederlanders”, zegt Michel. “Ik ben altijd een winnaar geweest. Als ik nu bijvoorbeeld ga fietsen, is het voor mij al lastig om gewoon op de fiets te kruipen, omdat mijn prothese heel hoog komt. Dat maakt ook het fietsen zelf moeilijk. Ik wil dat wel doen, maar in feite is het niet eerlijk; ik ben in het nadeel nog voor ik goed begonnen ben. Hetzelfde als we gaan bowlen met de familie; iedereen kan drie stappen aanloop nemen, maar ik niet, door mijn prothese. Je kunt dus nooit meestrijden op hetzelfde niveau. Je speelt wel mee, maar om de hoop te vullen. Dat is altijd blijven wringen. Hier is iedereen weer gelijk, de beste wint.”

Luiers op de tribune

Kanker liet ook Michel nog maar één keuze: zijn been of zijn leven. 29 was hij toen. Michel krijgt het moeilijk als hij daarover vertelt. Zijn ogen schieten vol. “Ik ben hier nu nog dankzij mijn vrouw”, zegt hij. “Ikzelf wou niet meer.” Hij staat op en gaat een ommetje maken.

Even later komt hij terug. “Mijn leven bestond voor tachtig procent uit sport”, gaat hij door. “Ik was opgeleid bij Anderlecht, ik speelde bij Diegem en ook in het leger, waar ik nog altijd secretaris van een afdeling ben, deed ik veel aan sport. En dan krijg je zo’n verdict. Dat is een klets in je gezicht. Je eerste gedachte is dat je de rest van je leven plat gaat liggen in een bed, als een plant. Maar mijn vrouw zei: ‘Kom, er zijn nog ergere zaken.'”

Dat het AMP-voetbal Michel weer fut geeft, is een understatement. “Ik voel me net twintig”, lacht hij. “Ik eet weer drie keer per week vis. En dat Duveltje dat ik anders ’s avonds altijd dronk, blijft in de koelkast. Zes kilo ben ik al vermagerd. Ik voel me zoveel beter. In het leger moet ik elke dag de post halen op de tweede verdieping. Vier maanden geleden deed ik dat telkens nog in drie keer, nu in één keer. Dus het rendement van het leger gaat er ook op vooruit.” (lacht)

Muriel, de vrouw van Michel, staat te blinken. “De kinderen en ik zijn zo blij dat hij opnieuw iets heeft waar hij echt voor kan gaan”, zegt ze. “Hij vertelt weer meer, hij bloeit helemaal open. Voetbal is altijd zijn leven geweest, ons huwelijk was daarop ingesteld, de luiers van de kinderen werden vervangen op de tribune. En toen stopte dat opeens. Dan ben je verloren. Nu is het weer zoals vroeger; zijn kleren moeten in orde zijn, zijn sporttas moet tiptop zijn. Het is echt geweldig.”

Masseren

Bij de oefenmatch op training scoort een van de twee teams. De doelpuntenmaker krijgt felicitaties; hij houdt zijn rechterkruk wat opzij, een ploegmaat geeft er met zijn rechterkruk een tikje tegen. “Wie nu scoort, wint!”, roept Dirk Decoen, die gewoonlijk de dames van Eendracht Aalst traint maar zich ook voor dit project engageert. Beide ploegen halen het onderste uit de kan. Een jonge gast krijgt de bal toegespeeld en wil met zijn rechtervoet op doel schieten, maar is even vergeten dat die rechtervoet daar niet meer hangt. Antonio lacht: “Soms wil je trappen met dat been dat er niet meer is. Dan kijk je naar beneden en denk je: nondedju! Bij een amputatie halen ze dat been wel weg, maar in je hoofd zit het er nog.”

Het team van Antonio verliest het oefenpartijtje. Hij kan er niet om lachen. Gefrustreerd gooit hij zijn krukken tegen de grond, met een Italiaanse vloek erachteraan. Michel komt naar de kant en zet zich op een bankje. Trainer Dirk passeert en kijkt naar de plaats waar vroeger het rechterbeen van Michel hing. “Moet ik je rechterbeen wat masseren?”, vraagt Dirk. “Als je wil”, lacht Michel, die vervolgens de verbaasde blikken van enkele omstanders ziet. “Alles begint in het hoofd, dat weet ge toch?” (knipoog)

De wedstrijd tegen Nederland vindt op 1 juni om 15 uur plaats aan ’t Kuipke in Westerlo. Meer info op: www.ampfootball.be

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content